‘Overigens is het aandeel van gaasverpakkingen in vuurwerkopslagen van minder dan 10.000 kg gering: uit navraag bij de vuurwerkbranche is gebleken dat afgelopen jaar zo’n 15 procent van de totale vuurwerkdozen een gaasconstructie bevatte (145.807 dozen met gaasverpakking op een totale hoeveelheid van 1.058.426 dozen). Per opslaglocatie in Nederland betekent dit dat slechts een klein deel van het aanwezige vuurwerk een gaasverpakking had. Ondanks de geringe hoeveelheid van deze verpakkingen heeft de ILT, in overleg met de branche, veel inzet gepleegd om de oorzaken van deze massa-explosieve reacties te onderzoeken.
Naar aanleiding van dit onderzoek naar de oorzaken van de aangetroffen reactie zijn enkele maatregelen ter voorkoming van deze reactie (massa-explosief) geïdentificeerd. Op basis hiervan heeft de ILT de volgende afspraken als tijdelijke maatregel geaccepteerd van de vuurwerkbranche (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland of BPN) om de veiligheid bij opslag en transport te waarborgen:
- Alle producten met een ‘screamer’ effect (fluitend geluid) niet meer in gaasverpakking vervoeren/opslaan, ongeacht het type gaasverpakking. Dit geldt zowel bij plastic als papieren buizen.
- Alle producten met een ‘whirl’ effect (ronddraaiend) niet meer in gaasverpakking vervoeren/opslaan, ongeacht het type gaasverpakking.
- Alle producten met een burstpercentage van meer dan 12,5 procent niet meer in ‘rondom gaasverpakking’vervoeren/opslaan.
Deze maatregelen heeft de ILT in de periode september 2023 tot en met mei 2024 getest. Hierbij is een steekproef genomen, waarbij de dozen eerst gecontroleerd zijn op inhoud. Hieruit bleek dat de vuurwerkbranche zich gehouden heeft aan de afgesproken maatregelen. Uit de onderzoeken van de ILT kon de directe oorzaak van de eerdere massa-explosies niet worden achterhaald. Ook de recente onderzoeken door TNO, in opdracht van de ILT, toonden geen massa-explosiviteit meer aan. Dit is een sterke indicatie dat de door de sector getroffen maatregelen effect sorteren,maar de oorzaak is nog steeds onduidelijk.
Deze resultaten geven aanleiding om de gemaakte afspraken met de vuurwerkbranche vast te leggen in de Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk (Rac). In deze regeling wordt het vuurwerk aangewezen dat aangeboden mag worden voor particulier gebruik. Het voornemen is om de Rac zodanig te wijzigen dat alleen vuurwerk voor consumenten is toegestaan dat zonder aanvullende maatregelen (waaronder gaasverpakkingen) als 1.4 geclassificeerd opgeslagen en getransporteerd mag worden. Hiermee wordt voorkomen dat consumentenvuurwerk in combinatie met een gaasverpakking massa-explosief kan reageren.’