Prijsafspraak
Ga naar: navigatie, zoeken
Een prijsafspraak is een overeenkomst tussen concurrenten betreffende de prijs. Prijsafspraken zijn in veel landen verboden.
De methodes van prijszetting kunnen omvatten:
Afspraken om een gemeenschappelijke prijzen te hanteren.
Afspraken om gelijke kredietvoorwaarden aan kopers aan te bieden.
Afspraken om gelijke inruilkortingen te geven.
Afspraken om kortingen te beperken.
Afspraken om niet langer gratis service te verlenen of een ander onderdeel van de prijs vast te leggen.
Afspraken om niet af te wijken van eerder aangekondigde prijzen en verkoopvoorwaarden.
Afspraken die uniforme kosten en prijsverhogingen vaststellen.
Afspraken die verplichte toeslagen opleggen.
De handhaving van deze regels komt voor rekening van een mededingingsautoriteit, die boetes kan opleggen bij overtreding van het verbod.
bron
Dit is wellicht interessanter om te bestuderen.
Bestrijding misbruik economische machtsposities
De NMa controleert het misbruik van economische machtsposities volgens artikel 24 van de Mededingingswet. Er is sprake van een economische machtspositie als een bedrijf zo'n sterke positie heeft dat het zich onafhankelijk van concurrenten en afnemers kan gedragen. Een bedrijf met zo'n machtspositie kan zelf bepalen aan wie het levert en aan wie niet en ook bij het vaststellen van de prijs voor producten of diensten hoeft het zich niets aan te trekken van de markt of concurrentie. Een monopolist heeft bijvoorbeeld zo'n machtspositie.
Om te bepalen of er sprake is van een machtspositie kijkt de NMa naar verschillende factoren. Een van die factoren is het marktaandeel, maar dit zegt niet alles. Zelfs als een onderneming een marktaandeel van honderd procent heeft (en dus de enige aanbieder is) hoeft er nog geen sprake te zijn van een machtspositie, althans dat vindt de NMa. De onderneming kan bijvoorbeeld concurrentiedruk voelen omdat nieuwe aanbieders tot de markt kunnen toetreden als de winst die het bedrijf maakt heel aantrekkelijk is. De monopolist moet daar rekening mee houden en kan - zo redeneert de NMa - niet zomaar z'n gang gaan.
In tegenstelling tot in sommige andere landen is het hebben van een economische machtspositie an sich niet verboden in Nederland. Het is wel verboden om misbruik te maken van een economische machtspositie. Dat misbruik moet blijken uit het gedrag van een bedrijf. Onder misbruik wordt bijvoorbeeld verstaan:
koppelverkoop, dat wil zeggen producten die niets met elkaar te maken hebben als pakket verkopen.
nieuwkomers op een oneerlijke manier uit de markt werken, bijvoorbeeld door producten tijdelijk onder de kostprijs aan te bieden.
buitenproportioneel hoge prijzen voor producten en/of diensten vragen.
Het verbod op misbruik van een economische machtspositie is er om andere bedrijven binnen dezelfde markt en de afnemers te beschermen. In Nederland zijn er ondanks deze regels wel degelijk bedrijven met een economische machtspositie die zich niets of weinig hoeven aan te trekken van concurrenten en/of potentiële concurrenten. De Nederlandse Spoorwegen is zo'n bedrijf. Voorheen hadden ook KPN en energieleveranciers een dergelijke positie, maar de macht van deze bedrijven is door de liberalisering van de markt en de entree van nieuwkomers afgenomen. Voor de Nederlandse Spoorwegen ligt dat anders: toetreding tot die markt vergt een enorme investering en bovendien is de capaciteit van het spoor beperkt waardoor nieuwkomers niet zomaar hun diensten aan kunnen bieden. Nieuwe vervoersmaatschappijen rijden als gevolg hiervan alleen met treinen op trajecten die door de NS afgestoten zijn. Kortom: de grens tussen 'gebruik' en 'misbruik' is niet altijd even helder.
Als een bedrijf misbruik maakt van zijn economische machtspositie kan de NMa een boete opleggen, die kan oplopen tot maximaal tien procent van de netto jaaromzet van de onderneming.
bron