Even een stukje uitleg over de verschillende kerstbomen
Blauwspar Picea omorika
Picea Omorika
De Servische spar is afkomstig uit Joegoslavië alwaar hij tot een 25-30 meter hoge boom uitgroeit die 3 tot 5 meter breed kan worden. Inheems in de kalkrijke bergen van Bosnië en Servië. Het is een heel slanke, opgaande tot kegelvormige boom met sierlijke (hangende) takken. Die hangende takken staan aan hun uiteinde terug een beetje omhoog gericht. De groei is niet bijzonder snel van 2 tot 2,5 meter per 5-7 jaar. Met zijn mooie naalden en zuilvormige groei zijn mooie contrasten te vormen in de tuin. Vooral de onderzijde van de naalden zijn heel erg attractief met twee rijen van witte huidmondjes. Aan de bovenzijde zijn de naalden glanzend groen, 1,2 tot 2,5 cm lang. De kegeltjes zijn 3 tot 6 cm lang. Ze verschijnen al aan jonge planten. In het begin zijn ze op hun mooist met mooie violetkleurige tinten. Later bij de rijping worden ze glanzend kaneelbruin. Als kerstboom wordt deze hoofdzakelijk gebruikt met kluit of potboom ook vanwege zijn mooie slanke groeiwijze.
Abies fraseri
De Fraserispar (Abies Fraseri) is een boom die behoort tot het geslacht Zilverspar (Abies). Ze wordt als tuin- en kerstboom gebruikt. De boom is decoratief, omdat ze al op jonge leeftijd (1-2 m lang) helder gekleurde kegels heeft. De boom komt van nature voor in de zuidoostelijke Appalachen, in zuidwest Virginia, in het westen van North Carolina en in het oosten van Tennessee. De boom wordt tot 25 m hoog met een stamdikte van 75 cm diameter en een 6 tot 12 m brede kroon. De takken staan horizontaal. De vorm van de kroon is piramidaal. Op jonge leeftijd is de boom dicht, maar wordt opener naarmate deze ouder wordt. De schors is grijsbruin en wordt op latere leeftijd schilferig. Normaal is de schors dun en glad maar wel met veel harsblaasjes. De 12 tot 25 mm lange, donkergroene, platte, buigzame naalden staan spiraalsgewijs op de twijgen, maar door een draaiing aan de basis lijken ze in twee rijen te staan. De top van de naald is rond en heeft een inkeping. Op de onderkant van de naald zitten twee zilverkleurig rijen huidmondjes. De fraseri bomen zijn net zo sterk als de nordmann bomen. Alleen de prijs is een stuk lager dan de nordmann.
Abies Nordmanniana Nordmann
De Nordmann (Abies Nordmanniana) is een grote, groenblijvende kerstboom met een brede piramidale groeiwijze. Hele oude bomen kunnen op het laatst een soort platte kroon krijgen. De stam is in het begin lichtgroen gaat dan over in lichtbruin en later grijs. De stam is glad maar zonder harpik (hars), wat eigenlijk een eigenschap is van de Abies familie. De naalden zijn stijf en lederachtig en kunnen zeer mooi donkergroen worden. De naalden zijn mooi verdeeld, echter de onderkant is meestal plat. Het eind van de naald is iets ingesneden, de bovenkant mooi donkergroen en de onderkant bevat een blauwgrijze streep. De zaadkegels staan rechtop en zijn cilindrisch. Deze komen pas na 15-20 jaar. De Nordmann is de meest gebruikte kerstboom omdat de boom de naalden houdt, ook na het zagen van de boom.
Picea Abies (de traditionele kerstboom)
De fijnspar is naast de grove den wel de meest voorkomende conifeer in Europa. Van nature komt hij niet in ons land voor. De oorsprong ligt in het noorden van Europa en in grote delen van Azië. Aan het eind van de 18de eeuw werd de fijnspar echter massaal aangeplant.
De fijnspar heeft een gladde, roodachtig bruine schors. De puntige en scherpe groene naalden zijn ongeveer 1 a 2 cm lang. De neerwaarts hangende, lichtbruine kegels zijn 10 tot 18 cm lang. De kegels openen zich pas vanaf het tweede jaar dat ze aan de spar hangen, waarbij de gevleugelde zaden uit de schubben kunnen weg vliegen. Gedurende het voorjaar en zomer kunnen de zaden via de wind hun weg vinden en in het najaar vallen de oude kegels op de grond.