Hieronder de brief waarin vorig jaar het verbod werd aangekondigd:
Hierin staat dat een wetswijziging m.b.t. het vuurwerkbesluit nog moet worden genotificeerd bij de Europese Commissie. Hiervoor staat 3 maanden en bij een spoed aanvraag ca 6 weken. Nu het een politiek spel word, zal de E.C. dan wel akkoord gaan met een spoed procedure? De Nederlandse regering heeft ruim voldoende tijd gehad om dit via een normale procedure te regelen lijkt mij, omdat het volgens het OMT totaal geen zin heeft om vanwege Corona normaals vuurwerk met O&N te verbieden.
Datum 13 november 2020
Betreft Kabinetsbesluit tot tijdelijk vuurwerkverbod
Geachte voorzitter,
Door de ontwikkelingen rond COVID-19 en de grote druk op de zorg en
handhaving is dit jaar door verschillende partijen de oproep gedaan om tijdens
deze jaarwisseling het afsteken van vuurwerk eenmalig te verbieden. Zowel de
voorzitters van de veiligheidsregio’s, de SEH-artsen, vertegenwoordigers uit de
zorg en hulpverlening, als de politie en de politie- en boabonden hebben zich
uitgesproken voor het dit jaar beperken van de verkoop en het afsteken van
eindejaarsvuurwerk. Ook in uw Kamer is de wens geuit om deze druk voor de
artsen en verpleegkundigen in de ziekenhuizen en de handhavers op straat niet
nog meer op te laten lopen tijdens de jaarwisseling.
Op verzoek van uw Kamer heeft het kabinet zich gebogen over de (juridische)
mogelijkheden voor een tijdelijk verbod voor het verkopen en afsteken van
vuurwerk en over de gevolgen voor de vuurwerkbranche. Tijdens het notaoverleg
van 3 november jl. is aan uw Kamer toegezegd dat het kabinet spoedig met een
standpunt over deze kwestie zou komen. Met deze brief, mede namens de
minister van VWS en de minister voor MZS, wordt aan die toezegging voldaan.
Het kabinet geeft met deze brief mede gehoor aan de wens van de betrokken
partijen om tijdig duidelijkheid te hebben. Het kabinet buigt zich in het kader van
COVID-19 breder over de mogelijkheden en de maatregelen rond de feestdagen
en komt daar in een aparte brief op terug.
Kabinet besluit tot tijdelijk vuurwerkverbod
Het kabinet heeft in relatie tot COVID-19 en het beslag op de zorgcapaciteit
besloten om te komen tot een eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod voor
eindejaarsvuurwerk tijdens de komende jaarwisseling. Het betekent dat eenmalig
het verkopen en afsteken van eindejaarsvuurwerk tijdens oud en nieuw is
verboden.
Het wijzigen van landelijke regels rond vuurwerk in verband met COVID-19 vergt
tijdige aanpassing in bestaande wet- en regelgeving. Door nu een besluit te
nemen over een tijdelijk vuurwerkverbod, wil het kabinet eraan bijdragen dat de
druk op de zorg en de handhaving tijdens de jaarwisseling niet nog verder
Ministerie van
Infrastructuur en
Waterstaat
Ons kenmerk
IENW/BSK-2020/222940
Pagina 2 van 3
oploopt. Afgelopen jaar zijn op 31 december en 1 januari 385 mensen op de
eerste hulp (SEH) geweest en ongeveer 900 bij een huisartsenpost (HAP), totaal
1300 bezoeken aan een arts.
Tegemoetkoming voor de branche
Voor individuele ondernemers en verkopers betekent een vuurwerkverbod een
omzetdaling. Daarbij is de branche gewend om al vroeg in het jaar voorraden in te
kopen, terwijl zij het nu niet kunnen afzetten in de markt. Daarom verbindt het
kabinet aan het tijdelijke vuurwerkverbod een vergoeding voor de branche. Zij
kunnen voor een tegemoetkoming in deze omzetdaling aanspraak maken op de
algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19: de TVL en de NOW.
Daarnaast komt het kabinet met een tegemoetkoming in de kosten die
voortkomen uit dit verbod, zoals (extra) kosten voor veilige opslag en transport,
voor de branche. De verdere invulling van de regeling en de kostenvergoedingen
worden nader uitgewerkt, waarbij ook rekening zal worden gehouden met het
specifieke karakter van de sector, te weten dat de verkoop van dit vuurwerk
slechts gedurende drie dagen per jaar mag plaatsvinden. Het kabinet stelt voor
maatregelen voor de branche ca. 40 miljoen beschikbaar.
We gaan er vanuit dat de branche na publicatie van deze brief al lopende
bestellingen waar mogelijk annuleert en oplossingen organiseert om de
hoeveelheid vuurwerk dat in omloop komt in Nederland te beperken. Goed is
hierbij op te merken dat de voorraad op basis van de geldende regelgeving net als
in andere jaren altijd veilig moet worden opgeslagen of op veilige wijze moet
worden getransporteerd naar een opslaglocatie, ook voor en na de periode rond
de jaarwisseling. Veel importeurs beschikken naast opslaglocaties in Nederland
ook over opslaglocaties in Duitsland. Vanzelfsprekend zal er snel in overleg
worden getreden met de sector.
Fop- en schertsvuurwerk (zoals sterretjes) wordt niet verboden
In de Europese Pyrorichtlijn is vastgelegd dat lidstaten omwille van openbare
orde, gezondheid of veiligheid het gebruik en/of de verkoop van vuurwerk kunnen
verbieden voor de categorieën vuurwerk F2 en F3. F1 vuurwerk kan niet door
lidstaten worden ingeperkt: dit soort licht vuurwerk mag, wegens het geringe
veiligheidsrisico, het hele jaar door worden verkocht en afgestoken (door
personen vanaf 12 jaar). Het kabinet kan F1 vuurwerk dan ook niet verder
inperken dan wel verbieden. Het verbod geldt dus niet voor het zogeheten fop- en
schertsvuurwerk, zoals sterretjes, trektouwtjes, sierfonteintjes of knalerwten. Een
structureel verbod op het verkopen en afsteken van F3 vuurwerk gold al voor de
aankomende jaarwisseling.
Wet- en regelgeving
Zoals hierboven aangegeven vraagt het eenmalige, tijdelijke vuurwerkverbod
aanpassing van de regels. Een tijdelijk vuurwerkverbod wordt juridisch geregeld
met een grondslag in de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid en
vormgegeven in het Vuurwerkbesluit. Door gebruik te maken van de Tijdelijke wet
COVID-19 Justitie en Veiligheid kan worden afgezien van normaliter verplichte
voorpublicatie, voorhang en nahang. Na deze procedure kan het besluit tijdig
worden verwerkt in het Vuurwerkbesluit. Dit betekent tevens dat de wijziging een
eenmalig karakter heeft en dus niet geldt voor een volgende jaarwisseling. De
Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid vereist dat zo spoedig mogelijk
Ministerie van
Infrastructuur en
Waterstaat
Ons kenmerk
IENW/BSK-2020/222940
Pagina 3 van 3
gemotiveerd aan beide Kamers der Staten-Generaal mededeling wordt gedaan dat
gebruik wordt gemaakt van de wet. Met deze brief wordt daaraan voldaan. Het
streven is dat de regelgeving uiterlijk 15 december is aangepast.
De maatregel zal bovendien genotificeerd moeten worden bij de Europese
Commissie. De notificatierichtlijn kent een spoedprocedure voor de situatie dat
een lidstaat vanwege een ernstige en onvoorziene situatie in zeer korte tijd
technische voorschriften moet uitwerken om deze onmiddellijk daarop vast te
stellen en in werking te doen treden. In zo’n geval geldt de standstill van drie
maanden niet, maar moet wel gewacht worden op de bevestiging van de Europese
Commissie dat deze ook van mening is dat er sprake is van spoed. Het streven is
dat zo spoedig mogelijk contact hierover met de Europese Commissie plaatsvindt.
Het kabinet beraadt zich verder op de mogelijkheden om de handhaving van het
tijdelijke vuurwerkverbod te versterken.
Tot slot
Hoewel het kabinet zich ten volle beseft dat deze maatregel tot teleurstelling zal
leiden bij liefhebbers van vuurwerk, hopen we ook op begrip, en de bereidheid om
een bijdrage te leveren aan het ontlasten van de medewerkers in de zorg, de
hulpverlening en de politie, die we nu op zoveel fronten al maanden vragen om
boven hun macht te werken.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS DE MINISTER VAN JUSTITIE
INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, EN VEILIGHEID,
S. van Veldhoven - Van der Meer Ferd Grapperhaus