Ik denk dat je jezelf tegenspreekt Harrie, dit staat er namelijk letterlijk:
Batterij enkelschotsbuizen
shot tube batteries
effecten als van enkelschotsbuizen
2
500 gram pyrotechnische stoffen of preparaten in totaal; per compartiment maximaal 15 gram
pyrotechnische stoffen of preparaten; per compartiment als burstlading of maximaal 10 gram zwart buskruit of maximaal 4 gram nitraat/metaal of maximaal 2 gram perchloraat/metaal;
knallading is niet toegestaan
Met andere woorden, een cake heet volgens het besluit batterij enkelshotsbuizen. Hier zit geen dubbele bodem in waardoor er ineens cat 3 cakes mogen worden gemaakt.
Wat zijn de gevolgen van implementatie van de Pyrorichtlijn voor de indeling van vuurwerk?
Antwoord
Op 4 juli 2010 is een wijziging van het Vuurwerkbesluit in werking getreden vanwege implementatie van de Pyrorichtlijn. Belangrijke wijziging is de indeling van het vuurwerk. Voorheen was de indeling gebaseerd op de bestemming van het vuurwerk (consument, professioneel, theater). Nu is de indeling gebaseerd op de categorie-indeling van de Pyrorichtlijn. Verder gelden voor fabrikanten van vuurwerk nieuwe eisen, onder andere de verplichte CE-markering.
Categorie-indeling
De Pyrorichtlijn maakt een indeling naar de kenmerken (categorie-indeling) van het vuurwerk. Op grond van artikel 3 van de Pyrorichtlijn worden pyrotechnische artikelen door de fabrikant in een bepaalde categorie ondergebracht op grond van hun toepassing, doel en gevaar, met inbegrip van hun geluidsniveau. De categorieën zijn in onderstaand schema vermeld.
vuurwerk
Categorie 1 vuurwerk dat zeer weinig gevaar en een te verwaarlozen geluidsniveau oplevert en bestemd is voor gebruik in een besloten ruimte, inclusief vuurwerk dat bestemd is voor gebruik binnenshuis
Categorie 2 vuurwerk dat weinig gevaar en een laag geluidsniveau oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een afgebakende plaats
Categorie 3 vuurwerk dat middelmatig gevaar oplevert en bestemd is voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid
Categorie 4 vuurwerk dat veel gevaar oplevert en uitsluitend bestemd is voor gebruik door personen met gespecialiseerde kennis, veelal «vuurwerk voor professioneel gebruik» genoemd, en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid
pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
Categorie T1 pyrotechnische artikelen voor podiumgebruik met gering gevaar
Categorie T2 pyrotechnische artikelen voor podiumgebruik die uitsluitend bestemd zijn om door personen met gespecialiseerde kennis te worden gebruikt
De Nederlandse indeling van fop- en schertsvuurwerk, consumentenvuurwerk, professioneel vuurwerk en theatervuurwerk is niet direct te vertalen naar categorie 1, 2, 3 of 4. Fop- en schertsvuurwerk kan zowel categorie 1 als 2 zijn; consumentenvuurwerk kan zowel categorie 2 als 3 zijn en professioneel vuurwerk kan categorie 2, 3 of 4 zijn. Categorie 4 vuurwerk is altijd professioneel vuurwerk.
In onderstaande tabel is de categorie-indeling uit de Pyrorichtlijn en de Nederlandse indeling weergegeven.
Cat 1 F
Cat 2 C
Cat 3 C
Cat 4 P
Cat T1 PT
Cat T2 PT
F = fop- en schertsvuurwerk
C = consumentenvuurwerk
P = professioneel vuurwerk
PT = pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, waaronder theatervuurwerk (T)
De Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (RACT) is bepalend voor welk vuurwerk aan de consument beschikbaar mag worden gesteld.
Nederlands consumentenvuurwerk bestaat uit categorie 1, grote delen van categorie 2 en een beperkt aantal delen van categorie 3. Professioneel vuurwerk bestaat uit categorie 4 en daarnaast uit de vuurwerkartikelen van categorie 2 en 3 die in de RACT NIET zijn aangewezen als consumentenvuurwerk.
Fop- en schertsvuurwerk is vuurwerk dat Europees is aangewezen als categorie 1 en het oorspronkelijke Nederlandse fop- en schertsvuurwerk dat volgens de Europese regels als categorie 2 is aangewezen.
Vuurwerk dat is bestemd voor de particulier, werd in het oorspronkelijke Vuurwerkbesluit steeds aangemerkt als consumentenvuurwerk. Omgekeerd werd consumentenvuurwerk dat in het bezit is van een professioneel persoon, in het oorspronkelijke Vuurwerkbesluit aangemerkt als professioneel vuurwerk (hoewel de regels voor het opslaan van consumentenvuurwerk van toepassing konden zijn). Door de komst van de Europese regels moest dit gedeeltelijk worden losgelaten. De Europese aanduidingen categorie 1, 2, 3 en 4 alsmede T1 en T2 hangen niet af van de bestemming van het artikel. Daardoor is onder meer de oude situatie dat consumentenvuurwerk dat door een professional wordt gebruikt, professioneel vuurwerk werd genoemd, niet gecontinueerd. Vuurwerk dat door consumenten gekocht en gebruikt mag worden, wordt nu altijd consumentenvuurwerk genoemd, ook als het door een professional wordt gebruikt.
In onderstaande tabel zijn de definities van vuurwerk vermeld zoals opgenomen in het Vuurwerkbesluit voor en na implementatie Pyrorichtlijn.
vuurwerk
een product of voorwerp waarin of waarop een sas aanwezig
is en dat bestemd is om voor vermakelijkheidsdoeleinden tot ontbranding gebracht te worden
pyrotechnische artikelen ter vermaak
fop- en scherts-vuurwerk door Onze Minister aangewezen* consumentenvuurwerk consumentenvuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1 alsmede ander, als zodanig bij ministeriële regeling aangewezen** consumentenvuurwerk
consu-menten-vuurwerk vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1, 2 of 3 en dat bij of krachtens dit besluit is aangewezen** als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik
profes-sioneel vuurwerk vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat niet bij of krachtens dit besluit is aangewezen** als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik
theater-vuurwerk door Onze Minister aangewezen professioneel vuurwerk* dat is bestemd voor het teweeg brengen van pyrotechnische speciale effecten tijdens een evenement of voorstelling met geringe publieksafstanden of bij een filmproductie met het oog op de opslag ervan door Onze Minister aangewezen** pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, ingedeeld in categorie T1 of categorie T2
Kenniscentrum Infomill
Hoofdstuk 2 vuurwerkbesluit.