Guusje
VWC lid
Oekraïners krimpen ineen bij vuurwerkknallen
Oekraïners krimpen ineen bij vuurwerkknallen: ’Hou alsjeblieft rekening met ons’
14 min geleden in BINNENLAND
HAARLEM/BEVERWIJK - Oekraïense vluchtelingen, al dan niet tijdelijk gehuisvest in Nederland, hebben last van het (illegaal) afsteken van vuurwerk. De onverwachte knallen doen hen denken aan de oorlogsituatie die zij in eigen land zijn ontvlucht.
In een Facebookgroep heeft de Oekraïense Olga Komlichenko, met haar gezin tijdelijk ondergebracht in het Ramplaankwartier, een wanhoopskreet geuit. ’Wij wonen naast het speelveld aan de Croesenstraat 51 in Haarlem’, schrijft zij. ’Gedurende het hele weekeinde en af en toe tijdens werkdagen horen we knallen. Mijn 2-jarige zoontje vraagt de hele tijd wat er aan de hand is. Hij is bang.’
Geweerschoten
Het gaat om vuurwerk. ’Jullie kinderen steken dat massaal af, precies voor onze ramen’, vervolgt Komlichenko. ’Dit is al een paar weken gaande. In een land waar dat slechts een paar dagen per jaar is toegestaan. Probeer onze reactie te begrijpen, als empathische mensen. Wij zijn aan de oorlog ontsnapt, van een plaats waar de geweerschoten en de bommen echt zijn. En dat geluid moeten we hier, duizenden kilometers verderop, nu weer horen. Ik weet niet precies wie deze kinderen zijn en helaas kan ik niet direct me ze praten maar alsjeblieft, als u weet wie deze kinderen zijn, een buurjongen ofzo, vraag ze dan het vuurwerk ergens anders af te teken, of het helemaal achterwege te laten. Dank voor het begrip.’
Luchtalarm
De vraag is of Komlichenko’s hartenkreet opgaat voor alle Oekraïense vluchtelingen. De stichting Rasom (’samen’, in het Oekraïens), gevestigd in Haarlem, is een laagdrempelig centrum voor Oekraïners. Zo is er een informatiebalie en een plek om koffie te drinken. Anna Ivanchenko, van beroep kapper, is de initiatiefnemer van Rasom. „Heftig”, reageert zij.
„Ik heb nog niet eerder specifiek over vuurwerk gehoord. Wel over het luchtalarm dat je eens per maand hoort, zoals deze maandagochtend om 12 uur. Dan moeten we op sociale media berichten rondsturen dat er niets aan de hand is. Veel Oekraïense mensen die bij ons aan de informatiebalie komen, vertellen wij: houd hier rekening mee. De meesten weten het nu, gelukkig. Maar vuurwerk... ik vermoed trouwens wel dat mensen die in Haarlem-Noord op de boot verblijven en in het onderkomen van het Leger des Heils, er last van hebben.”
„Het wordt steeds erger met dat vuurwerk”, vervolgt Ivanchenko. „Zelf woon ik in Beverwijk en wij hebben er flinke last van. Zondagavond ook. Daar was mijn baby ook van wakker geworden. Ik kan je vertellen: als je uit een traumasituatie komt, of een trauma met je meedraagt als je uit oorlogsgebied komt, het extra heftig is. Mijn opa en oma zijn net uit Cherson (stad in Oekraïne, red.) aangekomen. Toevallig net. We zitten nu op de bank. Mijn man doet net onze poortdeur dicht, er is een klap en mijn oma schrikt zich dood. ’Wat gebeurt er?’, roept zij. En net ging ook het luchtalarm af. Eerste maandag van de maand. Zij wist niet wat haar overkwam. We moesten haar kalmeren. Want zij horen in eigen land dagelijks, meerdere keren per dag, het bombardement en het luchtalarm.”
Oproep
„Wat we eraan kunnen doen? Heel goede vraag”, vervolgt Ivanchenko. „We moeten er iets mee. Ik denk dat het goed zou zijn een oproep te doen, om rekening te houden met de Oekraïense vluchtelingen. Sowieso is er al een vuurwerkverbod in Haarlem en Amsterdam. Dat scheelt ietsje denk ik. In Beverwijk en Heemskerk zitten ook heel veel vluchtelingen. Misschien moeten we tegen jongeren zeggen: ’We begrijpen dat je een feestje wilt vieren, maar voor deze groep mensen is het geen feestje, maar juist ’terror’ dat ze herbeleven’.”
Voorzitter Bert Bouquet van de Wijkraad Ramplaankwartier herkent de vuurwerkklacht. „Toevallig hoorden wij het ook. En wij wonen een heel eind verder. Mijn vrouw heeft nog overwogen te bellen daarover, maar dat heeft meestal weinig effect.” Bouquet wil niet spreken van ’overlast’ in het Ramplaankwartier. „Maar we hoorden afgelopen weekeinde ook knallen bij het schoolplein van de Beatrixschool. Helaas is onze wijkagent al vanaf juni weg, anders kon hij een rol spelen.”
Een woordvoerder van de politie verwijst naar de gemeente. „De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van het vuurwerkverbod.” De gemeente was niet in de gelegenheid te reageren.
https://t.co/qi6FiIukF1
Oekraïners krimpen ineen bij vuurwerkknallen: ’Hou alsjeblieft rekening met ons’
14 min geleden in BINNENLAND
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/68cd986e-5f33-11ed-a1e4-0257d57b707f.jpg)
HAARLEM/BEVERWIJK - Oekraïense vluchtelingen, al dan niet tijdelijk gehuisvest in Nederland, hebben last van het (illegaal) afsteken van vuurwerk. De onverwachte knallen doen hen denken aan de oorlogsituatie die zij in eigen land zijn ontvlucht.
In een Facebookgroep heeft de Oekraïense Olga Komlichenko, met haar gezin tijdelijk ondergebracht in het Ramplaankwartier, een wanhoopskreet geuit. ’Wij wonen naast het speelveld aan de Croesenstraat 51 in Haarlem’, schrijft zij. ’Gedurende het hele weekeinde en af en toe tijdens werkdagen horen we knallen. Mijn 2-jarige zoontje vraagt de hele tijd wat er aan de hand is. Hij is bang.’
Geweerschoten
Het gaat om vuurwerk. ’Jullie kinderen steken dat massaal af, precies voor onze ramen’, vervolgt Komlichenko. ’Dit is al een paar weken gaande. In een land waar dat slechts een paar dagen per jaar is toegestaan. Probeer onze reactie te begrijpen, als empathische mensen. Wij zijn aan de oorlog ontsnapt, van een plaats waar de geweerschoten en de bommen echt zijn. En dat geluid moeten we hier, duizenden kilometers verderop, nu weer horen. Ik weet niet precies wie deze kinderen zijn en helaas kan ik niet direct me ze praten maar alsjeblieft, als u weet wie deze kinderen zijn, een buurjongen ofzo, vraag ze dan het vuurwerk ergens anders af te teken, of het helemaal achterwege te laten. Dank voor het begrip.’
Luchtalarm
De vraag is of Komlichenko’s hartenkreet opgaat voor alle Oekraïense vluchtelingen. De stichting Rasom (’samen’, in het Oekraïens), gevestigd in Haarlem, is een laagdrempelig centrum voor Oekraïners. Zo is er een informatiebalie en een plek om koffie te drinken. Anna Ivanchenko, van beroep kapper, is de initiatiefnemer van Rasom. „Heftig”, reageert zij.
„Ik heb nog niet eerder specifiek over vuurwerk gehoord. Wel over het luchtalarm dat je eens per maand hoort, zoals deze maandagochtend om 12 uur. Dan moeten we op sociale media berichten rondsturen dat er niets aan de hand is. Veel Oekraïense mensen die bij ons aan de informatiebalie komen, vertellen wij: houd hier rekening mee. De meesten weten het nu, gelukkig. Maar vuurwerk... ik vermoed trouwens wel dat mensen die in Haarlem-Noord op de boot verblijven en in het onderkomen van het Leger des Heils, er last van hebben.”
„Het wordt steeds erger met dat vuurwerk”, vervolgt Ivanchenko. „Zelf woon ik in Beverwijk en wij hebben er flinke last van. Zondagavond ook. Daar was mijn baby ook van wakker geworden. Ik kan je vertellen: als je uit een traumasituatie komt, of een trauma met je meedraagt als je uit oorlogsgebied komt, het extra heftig is. Mijn opa en oma zijn net uit Cherson (stad in Oekraïne, red.) aangekomen. Toevallig net. We zitten nu op de bank. Mijn man doet net onze poortdeur dicht, er is een klap en mijn oma schrikt zich dood. ’Wat gebeurt er?’, roept zij. En net ging ook het luchtalarm af. Eerste maandag van de maand. Zij wist niet wat haar overkwam. We moesten haar kalmeren. Want zij horen in eigen land dagelijks, meerdere keren per dag, het bombardement en het luchtalarm.”
Oproep
„Wat we eraan kunnen doen? Heel goede vraag”, vervolgt Ivanchenko. „We moeten er iets mee. Ik denk dat het goed zou zijn een oproep te doen, om rekening te houden met de Oekraïense vluchtelingen. Sowieso is er al een vuurwerkverbod in Haarlem en Amsterdam. Dat scheelt ietsje denk ik. In Beverwijk en Heemskerk zitten ook heel veel vluchtelingen. Misschien moeten we tegen jongeren zeggen: ’We begrijpen dat je een feestje wilt vieren, maar voor deze groep mensen is het geen feestje, maar juist ’terror’ dat ze herbeleven’.”
Voorzitter Bert Bouquet van de Wijkraad Ramplaankwartier herkent de vuurwerkklacht. „Toevallig hoorden wij het ook. En wij wonen een heel eind verder. Mijn vrouw heeft nog overwogen te bellen daarover, maar dat heeft meestal weinig effect.” Bouquet wil niet spreken van ’overlast’ in het Ramplaankwartier. „Maar we hoorden afgelopen weekeinde ook knallen bij het schoolplein van de Beatrixschool. Helaas is onze wijkagent al vanaf juni weg, anders kon hij een rol spelen.”
Een woordvoerder van de politie verwijst naar de gemeente. „De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van het vuurwerkverbod.” De gemeente was niet in de gelegenheid te reageren.
https://t.co/qi6FiIukF1