Luiden we in de nabije toekomst een nieuw jaar nog wel met knallen en flitsen in? Het is de inzet van het jaarlijks terugkerende vuurwerkdebat, dat rond de jaarwisseling van deze week zijn hoogtepunt lijkt te bereiken. De bevolking is verdeeld, maar hoe staan de andere relevante organisaties en partijen tegenover een vuurwerkverbod?
Politie is er klaar mee
Afgelopen Oud en Nieuw werden hulpverleners op meerdere plekken in het land bekogeld met vuurwerk. De hulpdiensten pleiten al even voor een vuurwerkverbod, met de politie voorop. Korpschef Erik Akerboom herhaalde het op Nieuwjaarsdag nog een keer: gevaarlijk consumentenvuurwerk heeft zijn beste tijd gehad. Daarmee doelt hij op knalvuurwerk en pijlen. Wat hem betreft wordt er volgend jaar alleen nog veilig siervuurwerk, waar niet mee kan worden gegooid, verkocht.
In mei van vorig jaar kwam de politie samen met 26 organisaties met de landelijke oproep om de jaarwisseling weer veilig te maken door alleen nog siervuurwerk toe te staan. "Politiek bestuurder: kom in actie!", luidde de oproep die werd gesteund door onder meer het Genootschap van Burgemeesters, artsen en PostNL.
Politiek terughoudend met vuurwerk
Het kabinet kwam afgelopen zomer met een zogenoemde aanpak voor een veiligere jaarwisseling. Daar werd het voorstel om categorie-F3-vuurwerk te verbieden in meegenomen. Dat zijn de zogenoemde singleshots en grote knalstrengen, zoals Chinese rollen.
Het kabinet benadrukte echter dat het de traditie van de jaarwisseling zo veel mogelijk wil behouden. "Daarom blijft het minder gevaarlijke vuurwerk beschikbaar voor consumenten. Dit is het zogenaamde F1- en F2-vuurwerk, zoals siervuurwerk, knalvuurwerk en vuurpijlen", schreef de regering. Er werd echter ook gemeld dat gekeken zou worden naar de incidenten tijdens de komende jaarwisseling (deze week dus) en dat afhankelijk daarvan aanvullende maatregelen niet worden uitgesloten.
In de politieke arena zijn de meningen over die aanvullende maatregelen verdeeld. GroenLinks-leider Jesse Klaver liep tijdens Oud en Nieuw mee met hulpverleners en kondigde op Nieuwjaarsdag samen met Partij voor de Dieren een initiatiefwet voor een vuurwerkverbod voor particulieren aan.
De Partij voor de Dieren stelt dat vooral omstanders en voorbijgangers letsel oplopen door vuurwerk. "Longpatiënten moeten noodgedwongen binnen blijven en huisdieren raken in totale paniek van alle knallen", schrijft de partij.
Regeringspartijen VVD en CDA zien dat niet zitten. De partijen zien meer heil in strengere handhaving. De ChristenUnie wilde na de vorige jaarwisseling al met de coalitiepartijen om tafel over een landelijk vuurwerkverbod. D66 vindt dat gemeenten de vrijheid moeten hebben om lokaal maatregelen te nemen en heeft zich niet uitgesproken over een landelijk verbod.
Gemeenten kiezen voor lokale verboden
In de vuurwerkdiscussie spelen gemeenten ook een grote rol. De lokale overheden hebben wettelijk de mogelijkheid om lokale vuurwerkverboden in te voeren.
De verboden beperken zich tot op heden tot enkele wijken en gebieden. Zo besloot de gemeente Leiden de binnenstad aan te wijzen als vuurwerkvrije zone en is vuurwerk afsteken in Amsterdam rond ziekenhuizen niet toegestaan. De politie ziet er het nut niet van in. De "willekeurige verboden" zouden tot onoverzichtelijke situaties leiden.
Mede op verzoek van de vier grote gemeenten keek de gezaghebbende Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in 2017 naar de problematiek tijdens de jaarwisseling. Na het bestuderen van de veiligheidsrisico's pleitte de OVV voor een verbod op vuurwerk dat veel letsel en overlast veroorzaakt, zoals vuurpijlen en knalvuurwerk.
"Tijdens de jaarwisseling eindigen jaarlijks bijna vijfhonderd mensen op de spoedeisende hulp, raken tweehonderd ogen beschadigd, valt gemiddeld één dode per jaar en worden zo'n elfduizend incidenten geregistreerd. Daarmee is het op veel plaatsen in Nederland het onveiligste feest van het jaar", concludeerde de OVV.
Nederlandse bevolking verdeeld
Jaarlijks vallen tientallen gewonden als gevolg van vuurwerk, met de dood van een vader en zijn vierjarige zoon in Arnhem dit jaar als dieptepunt. De twee kwamen om bij een flatbrand die vermoedelijk is ontstaan door het afsteken van vuurwerk. Het Oogziekenhuis Rotterdam meldde op Nieuwjaarsdag meer slachtoffers aan oogletsel te hebben behandeld dan vorig jaar. De laatste elf jaar telden de oogartsen in totaal 2.349 patiënten met 2.897 beschadigde ogen.
Mede door deze incidenten is de publieke opinie ten opzichte van vuurwerk de laatste jaren verschoven. Uit een onderzoek van I&O Research dat in april vorig jaar werd gepubliceerd bleek dat 48 procent van de Nederlanders voor een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren is. De steun daarvoor is sinds 2016 toegenomen. Als een dergelijk verbod wordt gecombineerd met een centraal georganiseerde vuurwerkshow ligt het percentage voorstanders op 55.
In een aanvullende peiling van I&O Research in november bleken de getallen te zijn verschoven: 50 procent van de Nederlanders is volgens het laatste onderzoek voorstander van een algemeen verbod voor particulieren en 45 procent is tegen.
Wat betreft knalvuurwerk is de meerderheid groter: dan is 66 procent voor een verbod, ten opzichte van 63 procent een jaar eerder. 48 procent is voor een verbod op vuurpijlen, een jaar eerder lag dat op 41 procent.
https://www.nu.nl/jaarwisseling/6021302/wie-vindt-wat-in-het-nationale-vuurwerkdebat.html
Politie is er klaar mee
Afgelopen Oud en Nieuw werden hulpverleners op meerdere plekken in het land bekogeld met vuurwerk. De hulpdiensten pleiten al even voor een vuurwerkverbod, met de politie voorop. Korpschef Erik Akerboom herhaalde het op Nieuwjaarsdag nog een keer: gevaarlijk consumentenvuurwerk heeft zijn beste tijd gehad. Daarmee doelt hij op knalvuurwerk en pijlen. Wat hem betreft wordt er volgend jaar alleen nog veilig siervuurwerk, waar niet mee kan worden gegooid, verkocht.
In mei van vorig jaar kwam de politie samen met 26 organisaties met de landelijke oproep om de jaarwisseling weer veilig te maken door alleen nog siervuurwerk toe te staan. "Politiek bestuurder: kom in actie!", luidde de oproep die werd gesteund door onder meer het Genootschap van Burgemeesters, artsen en PostNL.
Politiek terughoudend met vuurwerk
Het kabinet kwam afgelopen zomer met een zogenoemde aanpak voor een veiligere jaarwisseling. Daar werd het voorstel om categorie-F3-vuurwerk te verbieden in meegenomen. Dat zijn de zogenoemde singleshots en grote knalstrengen, zoals Chinese rollen.
Het kabinet benadrukte echter dat het de traditie van de jaarwisseling zo veel mogelijk wil behouden. "Daarom blijft het minder gevaarlijke vuurwerk beschikbaar voor consumenten. Dit is het zogenaamde F1- en F2-vuurwerk, zoals siervuurwerk, knalvuurwerk en vuurpijlen", schreef de regering. Er werd echter ook gemeld dat gekeken zou worden naar de incidenten tijdens de komende jaarwisseling (deze week dus) en dat afhankelijk daarvan aanvullende maatregelen niet worden uitgesloten.
In de politieke arena zijn de meningen over die aanvullende maatregelen verdeeld. GroenLinks-leider Jesse Klaver liep tijdens Oud en Nieuw mee met hulpverleners en kondigde op Nieuwjaarsdag samen met Partij voor de Dieren een initiatiefwet voor een vuurwerkverbod voor particulieren aan.
De Partij voor de Dieren stelt dat vooral omstanders en voorbijgangers letsel oplopen door vuurwerk. "Longpatiënten moeten noodgedwongen binnen blijven en huisdieren raken in totale paniek van alle knallen", schrijft de partij.
Regeringspartijen VVD en CDA zien dat niet zitten. De partijen zien meer heil in strengere handhaving. De ChristenUnie wilde na de vorige jaarwisseling al met de coalitiepartijen om tafel over een landelijk vuurwerkverbod. D66 vindt dat gemeenten de vrijheid moeten hebben om lokaal maatregelen te nemen en heeft zich niet uitgesproken over een landelijk verbod.
Gemeenten kiezen voor lokale verboden
In de vuurwerkdiscussie spelen gemeenten ook een grote rol. De lokale overheden hebben wettelijk de mogelijkheid om lokale vuurwerkverboden in te voeren.
De verboden beperken zich tot op heden tot enkele wijken en gebieden. Zo besloot de gemeente Leiden de binnenstad aan te wijzen als vuurwerkvrije zone en is vuurwerk afsteken in Amsterdam rond ziekenhuizen niet toegestaan. De politie ziet er het nut niet van in. De "willekeurige verboden" zouden tot onoverzichtelijke situaties leiden.
Mede op verzoek van de vier grote gemeenten keek de gezaghebbende Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in 2017 naar de problematiek tijdens de jaarwisseling. Na het bestuderen van de veiligheidsrisico's pleitte de OVV voor een verbod op vuurwerk dat veel letsel en overlast veroorzaakt, zoals vuurpijlen en knalvuurwerk.
"Tijdens de jaarwisseling eindigen jaarlijks bijna vijfhonderd mensen op de spoedeisende hulp, raken tweehonderd ogen beschadigd, valt gemiddeld één dode per jaar en worden zo'n elfduizend incidenten geregistreerd. Daarmee is het op veel plaatsen in Nederland het onveiligste feest van het jaar", concludeerde de OVV.
Nederlandse bevolking verdeeld
Jaarlijks vallen tientallen gewonden als gevolg van vuurwerk, met de dood van een vader en zijn vierjarige zoon in Arnhem dit jaar als dieptepunt. De twee kwamen om bij een flatbrand die vermoedelijk is ontstaan door het afsteken van vuurwerk. Het Oogziekenhuis Rotterdam meldde op Nieuwjaarsdag meer slachtoffers aan oogletsel te hebben behandeld dan vorig jaar. De laatste elf jaar telden de oogartsen in totaal 2.349 patiënten met 2.897 beschadigde ogen.
Mede door deze incidenten is de publieke opinie ten opzichte van vuurwerk de laatste jaren verschoven. Uit een onderzoek van I&O Research dat in april vorig jaar werd gepubliceerd bleek dat 48 procent van de Nederlanders voor een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren is. De steun daarvoor is sinds 2016 toegenomen. Als een dergelijk verbod wordt gecombineerd met een centraal georganiseerde vuurwerkshow ligt het percentage voorstanders op 55.
In een aanvullende peiling van I&O Research in november bleken de getallen te zijn verschoven: 50 procent van de Nederlanders is volgens het laatste onderzoek voorstander van een algemeen verbod voor particulieren en 45 procent is tegen.
Wat betreft knalvuurwerk is de meerderheid groter: dan is 66 procent voor een verbod, ten opzichte van 63 procent een jaar eerder. 48 procent is voor een verbod op vuurpijlen, een jaar eerder lag dat op 41 procent.
https://www.nu.nl/jaarwisseling/6021302/wie-vindt-wat-in-het-nationale-vuurwerkdebat.html