gizmo75
VWC lid
Rapport "Vuurwerkongevallen 2015-2016: type vuurwerk en letsel"
Inleiding
Op 31 december 2015 en 1 januari 2016 zijn er 482 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Deze informatie is afkomstig uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL, aangevuld met gegevens die de NOS en VeiligheidNL verzameld hebben op SEH’s van niet LIS-ziekenhuizen. De resultaten van analyses van gegevens uit LIS zijn terug te vinden in de rapportage ‘Vuurwerkongevallen 2015-2016’.
In LIS was in veel gevallen niet bekend welk soort vuurwerk had geleid tot welk letsel. Om te onderzoeken welk type vuurwerk precies de oorzaak is van de vuurwerkletsels rond de jaarwisseling heeft VeiligheidNL in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een onafhankelijk vervolgonderzoek uitgevoerd onder slachtoffers van vuurwerkongevallen die plaats hebben gevonden op 31 december 2015 en 1 januari 2016. De belangrijkste onderzoeksvragen hierbij waren:
- Welke typen vuurwerk leiden tot de meeste letsels?
- Welk type vuurwerk leidt tot welk type letsel?
- Welk type letsel komt het meest voor?
- Was het slachtoffer een omstander of werd het vuurwerk door het slachtoffer zelf afgestoken?
- Welke andere factoren speelden een rol?
Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT), de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de gebruikte methoden. De resultaten het onderzoek naar type vuurwerk en soort letsel staan in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 vat het onderzoek en de resultaten samen.
Samenvatting
- Onderzoek naar vuurwerkletsels laat zien dat het merendeel van de letsels een gevolg is van vlinder-, nitraat- of mortierbommen (18%), sierpotten, cakeboxen of fonteinen (14%), rotjes of kanonslagen (13%), single shots (13%) en vuurpijlen (12%).
- In dit onderzoek was de hoofdvraag welke typen vuurwerk specifiek tot welk type letsel hebben geleid. De belangrijkste letsels bij de meest voorkomende typen
vuurwerk waren de volgende:
* Vuurwerkbommen leidden in grote mate tot open wonden (33%), maar ook in 16 procent van de gevallen tot oogletsel. Bij veertien procent van de slachtoffers had een vuurwerkbom een amputatie tot gevolg.
* Sierpotten/cakeboxen/fonteinen leidden veelal tot brandwonden (47%) en oogletsels (37%).
* Single shots leidden in 31 procent van de ongevallen tot brandwonden en 26 procent tot oogletsels.
* Rotjes en kanonslagen leidden in meerderheid tot brandwonden.
* Voor vuurpijlen geldt dat oogletsels (32%) en brandwonden (29%) de meest voorkomende letsels waren.
- Vuurwerkletsels met amputatie tot gevolg werden in drie kwart (73%) van de gevallen veroorzaakt door illegaal vuurwerk. Oogletsel werd in 80 procent van de gevallen veroorzaakt door legaal vuurwerk en brandwonden in 88 procent van de gevallen.
-Voor babypijltjes en Romeinse kaarsen geldt vanaf 2015 een geheel of gedeeltelijk verkoopverbod. In de ons bekende ongevallen tijdens de afgelopen jaarwisseling betrof het in één geval letsel door een babypijl, die vlak bij de hand ontplofte en een brandwond tot gevolg had. In acht gevallen (2%) werd het letsel veroorzaakt door een Romeinse kaars.
- Vuurwerkletsel bij omstanders werd vooral veroorzaakt door vuurpijlen (67%), maar ook sierpotten/cakeboxen/fonteinen (47%) leidden relatief vaak tot letsel bij omstanders.
- In 23 procent van de vuurwerkongevallen met legaal vuurwerk was het slachtoffer min of meer zelf de aanleiding tot het ongeval. In 16 procent van de ongevallen met legaal vuurwerk mag aangenomen worden dat het vuurwerk ondeugdelijk was. In de overige gevallen was er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen.
Conclusies
Dit onderzoek had tot doel expliciete informatie te verzamelen over typen vuurwerk die tot letsel leiden, en welke letsels dat met name zijn. Hiervoor zijn slachtoffers die met vuurwerkletsel op de SEH-afdeling verschenen benaderd om op een later tijdstip een online vragenlijst over hun ongeval in te vullen. Dertig personen hebben deze vragenlijst ingevuld en verstuurd. Daarnaast is dit jaar voor het eerst aan alle ziekenhuizen in Nederland verzocht om een SEH-registratie bij te houden van vuurwerkslachtoffers, analoog aan de vuurwerkregistratie in de LIS-ziekenhuizen. Hieraan hebben 42 SEH-afdelingen mee gewerkt, wat het totaal samen met de LISziekenhuizen op 55 SEH-afdelingen brengt. De combinatie van deze gegevens met de aanvullende data van trauma- en plastisch chirurgen leverde een bestand op met 370 unieke records over de vuurwerkongevallen 2015-2016. Dit maakt het mogelijk om een betrouwbaar en specifiek beeld te schetsen van typen vuurwerk die tot letsel leiden, en welk letsel dat voornamelijk oplevert.
Het merendeel van de vuurwerkletsels ontstond door vlinder-, nitraat- of mortierbommen, sierpotten/cakeboxen/fonteinen, rotjes/kanonslagen, single shots en vuurpijlen. Vooral het groot aantal letsels door single shots valt op. Alle amputaties waren het gevolg van (illegaal) knalvuurwerk. Oogletsel werd in grote meerderheid veroorzaakt door sierpotten/cakeboxen/fonteinen, vuurpijlen en single shots. Brandwonden ontstonden door een verscheidenheid aan typen vuurwerk. In een kwart van de ongevallen met legaal vuurwerk was het slachtoffer min of meer zelf de aanleiding tot het ongeval, door onverstandig afsteken van vuurwerk. In ongeveer één op de zes ongevallen kan geconcludeerd worden dat het vuurwerk ondeugdelijk was.
Eén ongeval werd veroorzaakt door een – sinds deze jaarwisseling verboden - babypijltje. Romeinse kaarsen leidden tot acht slachtoffers, twee procent van het totaal. Het effect van het verbod op Romeinse kaarsen kan pas tijdens de volgende jaarwisseling verwacht worden, als ook Romeinse kaarsen in vuurwerkpakketten en kaarsen met een diameter van meer dan 8 mm verboden zijn.
Bron en volledig rapport: https://www.rijksoverheid.nl/docume...kongevallen-2015-2016-type-vuurwerk-en-letsel
Inleiding
Op 31 december 2015 en 1 januari 2016 zijn er 482 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Deze informatie is afkomstig uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL, aangevuld met gegevens die de NOS en VeiligheidNL verzameld hebben op SEH’s van niet LIS-ziekenhuizen. De resultaten van analyses van gegevens uit LIS zijn terug te vinden in de rapportage ‘Vuurwerkongevallen 2015-2016’.
In LIS was in veel gevallen niet bekend welk soort vuurwerk had geleid tot welk letsel. Om te onderzoeken welk type vuurwerk precies de oorzaak is van de vuurwerkletsels rond de jaarwisseling heeft VeiligheidNL in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een onafhankelijk vervolgonderzoek uitgevoerd onder slachtoffers van vuurwerkongevallen die plaats hebben gevonden op 31 december 2015 en 1 januari 2016. De belangrijkste onderzoeksvragen hierbij waren:
- Welke typen vuurwerk leiden tot de meeste letsels?
- Welk type vuurwerk leidt tot welk type letsel?
- Welk type letsel komt het meest voor?
- Was het slachtoffer een omstander of werd het vuurwerk door het slachtoffer zelf afgestoken?
- Welke andere factoren speelden een rol?
Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT), de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de gebruikte methoden. De resultaten het onderzoek naar type vuurwerk en soort letsel staan in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 vat het onderzoek en de resultaten samen.
Samenvatting
- Onderzoek naar vuurwerkletsels laat zien dat het merendeel van de letsels een gevolg is van vlinder-, nitraat- of mortierbommen (18%), sierpotten, cakeboxen of fonteinen (14%), rotjes of kanonslagen (13%), single shots (13%) en vuurpijlen (12%).
- In dit onderzoek was de hoofdvraag welke typen vuurwerk specifiek tot welk type letsel hebben geleid. De belangrijkste letsels bij de meest voorkomende typen
vuurwerk waren de volgende:
* Vuurwerkbommen leidden in grote mate tot open wonden (33%), maar ook in 16 procent van de gevallen tot oogletsel. Bij veertien procent van de slachtoffers had een vuurwerkbom een amputatie tot gevolg.
* Sierpotten/cakeboxen/fonteinen leidden veelal tot brandwonden (47%) en oogletsels (37%).
* Single shots leidden in 31 procent van de ongevallen tot brandwonden en 26 procent tot oogletsels.
* Rotjes en kanonslagen leidden in meerderheid tot brandwonden.
* Voor vuurpijlen geldt dat oogletsels (32%) en brandwonden (29%) de meest voorkomende letsels waren.
- Vuurwerkletsels met amputatie tot gevolg werden in drie kwart (73%) van de gevallen veroorzaakt door illegaal vuurwerk. Oogletsel werd in 80 procent van de gevallen veroorzaakt door legaal vuurwerk en brandwonden in 88 procent van de gevallen.
-Voor babypijltjes en Romeinse kaarsen geldt vanaf 2015 een geheel of gedeeltelijk verkoopverbod. In de ons bekende ongevallen tijdens de afgelopen jaarwisseling betrof het in één geval letsel door een babypijl, die vlak bij de hand ontplofte en een brandwond tot gevolg had. In acht gevallen (2%) werd het letsel veroorzaakt door een Romeinse kaars.
- Vuurwerkletsel bij omstanders werd vooral veroorzaakt door vuurpijlen (67%), maar ook sierpotten/cakeboxen/fonteinen (47%) leidden relatief vaak tot letsel bij omstanders.
- In 23 procent van de vuurwerkongevallen met legaal vuurwerk was het slachtoffer min of meer zelf de aanleiding tot het ongeval. In 16 procent van de ongevallen met legaal vuurwerk mag aangenomen worden dat het vuurwerk ondeugdelijk was. In de overige gevallen was er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen.
Conclusies
Dit onderzoek had tot doel expliciete informatie te verzamelen over typen vuurwerk die tot letsel leiden, en welke letsels dat met name zijn. Hiervoor zijn slachtoffers die met vuurwerkletsel op de SEH-afdeling verschenen benaderd om op een later tijdstip een online vragenlijst over hun ongeval in te vullen. Dertig personen hebben deze vragenlijst ingevuld en verstuurd. Daarnaast is dit jaar voor het eerst aan alle ziekenhuizen in Nederland verzocht om een SEH-registratie bij te houden van vuurwerkslachtoffers, analoog aan de vuurwerkregistratie in de LIS-ziekenhuizen. Hieraan hebben 42 SEH-afdelingen mee gewerkt, wat het totaal samen met de LISziekenhuizen op 55 SEH-afdelingen brengt. De combinatie van deze gegevens met de aanvullende data van trauma- en plastisch chirurgen leverde een bestand op met 370 unieke records over de vuurwerkongevallen 2015-2016. Dit maakt het mogelijk om een betrouwbaar en specifiek beeld te schetsen van typen vuurwerk die tot letsel leiden, en welk letsel dat voornamelijk oplevert.
Het merendeel van de vuurwerkletsels ontstond door vlinder-, nitraat- of mortierbommen, sierpotten/cakeboxen/fonteinen, rotjes/kanonslagen, single shots en vuurpijlen. Vooral het groot aantal letsels door single shots valt op. Alle amputaties waren het gevolg van (illegaal) knalvuurwerk. Oogletsel werd in grote meerderheid veroorzaakt door sierpotten/cakeboxen/fonteinen, vuurpijlen en single shots. Brandwonden ontstonden door een verscheidenheid aan typen vuurwerk. In een kwart van de ongevallen met legaal vuurwerk was het slachtoffer min of meer zelf de aanleiding tot het ongeval, door onverstandig afsteken van vuurwerk. In ongeveer één op de zes ongevallen kan geconcludeerd worden dat het vuurwerk ondeugdelijk was.
Eén ongeval werd veroorzaakt door een – sinds deze jaarwisseling verboden - babypijltje. Romeinse kaarsen leidden tot acht slachtoffers, twee procent van het totaal. Het effect van het verbod op Romeinse kaarsen kan pas tijdens de volgende jaarwisseling verwacht worden, als ook Romeinse kaarsen in vuurwerkpakketten en kaarsen met een diameter van meer dan 8 mm verboden zijn.
Bron en volledig rapport: https://www.rijksoverheid.nl/docume...kongevallen-2015-2016-type-vuurwerk-en-letsel