Politie maakt deel van rapport over vuurwerkramp openbaar

Scav

VWC Moderator
Forumleiding
Politie maakt deel van rapport over vuurwerkramp openbaar
16-06-2016 07:47 | gewijzigd 16-06-2016 07:48 | Redactie binnenland

Politie maakt deel van rapport over vuurwerkramp openbaar -

2618575995.jpg

Puinhopen na de vuurwerkramp in Enschede. beeld RD, Sjaak Verboom

De politie maakt een deel van een intern onderzoeksrapport over de vuurwerkramp in 2000 openbaar.

Dat maakte de politie woensdagavond bekend.

De rechtbank in Zwolle gelastte vorige maand dat de politietop het rapport uit 2004 moet vrijgeven.

De politie zei woensdagavond „omwille van de privacy van rechercheurs en twee getuigen, dat het rapport geanonimiseerd moet worden en twee getuigenverklaringen in het rapport niet verstrekt moeten worden.” Op die punten gaat de politie in hoger beroep.

Het bewuste rapport betreft een intern rapport uit augustus 2004 van het Bureau Interne Zaken (BIZ) van het toenmalige korps Gelderland-Midden.

Rudi Bakker, voorheen directeur van de in 2000 ontplofte vuurwerkfabriek SE Fireworks in Enschede, had via de rechter om openbaarmaking van het interne politierapport gevraagd.

Dat BIZ nam destijds het recherchewerk van het Tolpolitieteam onder de loep. Het Tolteam deed onderzoek naar de toedracht van de vuurwerkramp waarbij 23 doden en 950 gewonden vielen. Het betreft een van de grootste politieonderzoeken in de Nederlandse geschiedenis. ”Tol” verwijst naar Tollensstraat in Enschede, waar de vuurwerkfabriek stond.

Twee toenmalige rechercheurs van het Tolteam, Jan Paalman en Charl de Roy van Zuydewijn, waren kritisch op de werkwijze van het Tolteam. Ze oordeelden dat het team leed aan tunnelvisie. De focus lag volgens de twee te veel op verdachte André de Vries. Deze inwoner van Enschede werd aanvankelijk veroordeeld voor het veroorzaken van de brand in de vuurwerkfabriek. De Vries werd in hoger beroep echter vrijgesproken. De man, inmiddels overleden, kreeg een schadevergoeding van 125.000 euro.

In juli 2004 concludeerde de rijksrecherche dat het Tolteam fatsoenlijk werk had verricht. De rijksrecherche veegde daarmee kritiek van de twee rechercheurs Paalman en De Roy van Zuydewijn van tafel.

In augustus 2004 –dus kort nadat de rijksrecherche haar oordeel had geveld– kwam het Bureau Interne Zaken (BIZ) van het toenmalige politiekorps Gelderland-Midden met een rapport over het Tolteam. Dat BIZ-rapport was tot op heden dus geheim. Feit is wel dat het BIZ in november 2003 had geopperd dat in het onderzoek naar de vuurwerkramp de rechterlijke macht opzettelijk was misleid.

Juridisch adviseur Paul Baakman, die voormalig fabrieksdirecteur Bakker bijstaat, noemde het onlangs tegenover het Reformatorisch Dagblad een „absolute doorbraak” dat de bestuursrechter in Zwolle oordeelde dat de hoogste politiebaas het BIZ-rapport van augustus 2004 moet vrijgeven. Baakman zei er toen „100 procent zeker” van te zijn dat het BIZ-rapport „veel kritischer” is over het Tolteam dan de rijksrecherche. „Elf jaar lang hebben verschillende mensen via de rechter geprobeerd het BIZ-rapport in handen te krijgen. De politietop weigerde altijd openbaarmaking en wil kennelijk het Tol-team uit de wind houden.”

Fabrieksdirecteur Rudi Bakker en compagnon Willie Pater werden in 2003 in hoger beroep veroordeeld tot 1 jaar cel wegens onder meer ontploffing door schuld met de dood tot gevolg. Bakker probeert nog altijd, zegt zijn juridisch adviseur Baakman, via de Hoge Raad die veroordeling van tafel te krijgen.Een zegsvrouw van de korpschef wilde onlangs niet ingaan op uitlatingen van Baakman.

http://www.refdag.nl/nieuws/binnenl...amp_openbaar_1_997170?localLinksEnabled=false
 
Ik ben uitermate benieuwd, dit kán heel positief werken voor de nederlandse vuurwerkbranche, zeker omdat er altijd twijfel heeft bestaan over het daadwerkelijk opgeslagen product op deze locatie.

Wat natuurlijk ook mogelijk is, is dat ze het rapport bagatelliseren, en daarmee de daadwerkelijke oorzaak aan de schaduwzijde houden.
 
De politie maakt een deel van een intern onderzoeksrapport over de vuurwerkramp in 2000 openbaar.

De politie zei woensdagavond „omwille van de privacy van rechercheurs en twee getuigen, dat het rapport geanonimiseerd moet worden en twee getuigenverklaringen in het rapport niet verstrekt moeten worden.”


Ik ben uitermate benieuwd, dit kán heel positief werken voor de nederlandse vuurwerkbranche, zeker omdat er altijd twijfel heeft bestaan over het daadwerkelijk opgeslagen product op deze locatie.

Wat natuurlijk ook mogelijk is, is dat ze het rapport bagatelliseren, en daarmee de daadwerkelijke oorzaak aan de schaduwzijde houden.

Ik denk niet dat er veel nieuws uitkomt.
Ook betwijfel ik of de overheid de genomen maatregelen en aangepaste wetgeving gaat veranderen.
 
Onderhand al voldoende tijd gehad om heel veel bewijs te laten verdwijnen lijkt me zo. Heb sterk mijn twijfels of er een beerput open gaat, ik hoop erop!
 
Ik geloof er ook helemaal niets van.
De waarheid zal nooit echt naar buiten treden, dan gaan er veel te veel koppen rollen.
En daarbij zal de regering nooit de regels gaan versoepelen lijkt me.
 
Tijd voor een klokkeluider zou ik zeggen. Ik geloof er ook geen bal van dat daar alleen vuurwerk lag opgeslagen. Maar als ik AP mijnen uit de jaren 60-70 noem heb ik vast de AIVD bij me op de stoep staan. Waarheid komt ooit nog wel boven tafel. Al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel. Ik vind het sneu voor de nabestaanden die hebben ook recht op de waarheid.
 
Vond nog een stukje op internet van de Metro destijds

ONDEUGDELIJKE MIJNEN VEROORZAAKTEN 'VUURWERKRAMP'
Hier volgt de complete tekst van het verhaal dat verscheen in Metro
Door Pamela Hemelrijk
Bij de vuurwerkramp in Enschede zijn indertijd niet alleen rotjes en voetzoekers in de lucht gevlogen, maar
ook militaire explosieven. Twee militaire experts, die kort na de explosie op het rampterrein arriveerden,
hebben in de ravage ontstekingsmechanismen zien liggen (vermoedelijk van landmijnen) en dat ook hun
superieuren gerapporteerd. Ze werden prompt weggestuurd met de instructie om over hun vondst te zwijgen.
In de weken na de ramp zijn ze diverse malen anoniem met de dood bedreigd.
Dat schrijft de onderzoeksjournalist Alexander Nijeboer in Nieuwe Revu van deze week. De auteur, die werkt
aan een boek over de beruchte landmijnen-affaire, zegt zelf ook te zijn bedreigd. Via anonieme nachtelijke
telefoontjes is hem te verstaan gegeven dat hij, in het belang van zijn eigen gezondheid, zijn onderzoek beter
kon staken.
De branchevereniging van vuurwerkfabrikanten (VEN) heeft altijd staande gehouden dat een schokgolf zoals
die zich in Enschede heeft voorgedaan, nooit veroorzaakt kon zijn door vuurwerk alleen? We hebben begin
2003 voorgesteld dit proefondervindelijk te bewijzen door een lege bunker te vullen met 5000 kilo van het
zwaarste vuurwerk, en die in brand te steken?, zegt VEN-voorzitter Gerrit Wagenvoort? Maar het ministerie
van VROM, waar het Vuurwerkbesluit onder valt, weigerde daarvoor toestemming te geven. Al onze pogingen
om de waarheid aan het licht te brengen zijn gedwarsboomd. Iedereen die iets weet of aandraagt wordt
stelselmatig monddood gemaakt.?
Saillant detail is volgens Wagenvoort dat de gemeente Enschede keer op keer ? illegaal ? extra vergunningen
aan SE Fireworks heeft verleend op voorspraak van Defensie. Dit departement werd verondersteld toezicht te
houden op de veiligheid van het opgeslagen vuurwerk. Bovendien is er, zoals intussen is komen vast te staan,
een onschuldige veroordeeld voor het stichten van de brand. Rechercheurs die beweerden dat hiertoe
bewijsmateriaal was vervalst, werden van de zaak afgehaald..
Defensie wenst niet te reageren op de onthullingen van Nijeboer. De landmijnen-affaire, waaraan
klokkenluider Fred Spijkers zijn faam dankt, speelt al sinds de late jaren zestig. Defensie nam toen het
initiatief om een nieuw type anti-personeelsmijn te laten ontwikkelen, de AP-23. Diverse hoge ambtenaren
van Defensie zouden in dit project een persoonlijk financieel belang hebben gehad. De mijnen bleken van
meet af aan ondeugdelijk te zijn, en op gezette tijden spontaan te exploderen. Bij instructielessen in de
kazerne zijn daardoor in 1983 en 1984 acht doden gevallen. De AP-23 bleef niettemin gehandhaafd. Volgens
een (overigens vernietigend) onderzoeksrapport van de Nationale Ombudsman is pas in 1997, onder druk van
toenmalig staatssecretaris Gmelich Meijling, besloten de hele partij van 30.000 afgekeurde exemplaren te
laten vernietigen - door een gespecialiseerd bedrijf in Frankrijk.
Volgens bronnen bij Defensie is echter een groot deel van de afgekeurde mijnen (20.000 stuks) in 1998
weliswaar uit de militaire opslagplaatsen en voorraadlijsten verwijderd, maar niet vernietigd. Men durfde het
transport niet aan. Besloten werd de mijnen op te slaan op particuliere opslagterreinen. Zo had Defensie
tenminste ?op papier? aan zijn verplichtingen voldaan, aldus Nijeboer in de Nieuwe Revu..
Onlangs heeft de huidige staatssecretaris van Defensie, Van der Knaap, tegen de wil van de Tweede Kamer in,
besloten alle dossiers over de landmijnen-affaire ontoegankelijk te maken tot 70 jaar na Spijkers? dood.
Spijkers, bedrijfsmaatschappelijk werker bij Defensie, werd in 1984 op pad gestuurd met de opdracht om de
weduwe van een bij instructielessen omgekomen militair mee te delen dat haar man door eigen
onzorgvuldigheid om het leven was gekomen. Hij negeerde dat bevel en ging zelf op onderzoek uit. De
gevolgen waren desastreus: de bedrijfsarts rapporteerde dat Spijkers aan wanen leed, parano?de was en
indianenverhalen rondvertelde. Enige jaren later werd hij op grond daarvan ontslagen, in weerwil van drie
contra-expertises van psychiaters, die verzekerden dat Spijkers volstrekt normaal was. Hij vocht zijn ontslag
aan bij de Centrale Raad van Beroep, maar werd in het ongelijk gesteld. Later bleek dat de rechter die het
ontslag had bekrachtigd, mr. H.A.A.G. Vermeulen, eerder top-ambtenaar was geweest op Binnenlandse
Zaken, het ministerie dat belast is met het personeelsbeleid van de overheid. Met andere woorden: het
ontslag van Spijkers was onder zijn supervisie in gang gezet. Over mr. Vermeulen zijn tot twee maal toe
kamervragen gesteld, maar die werden door kamervoorzitter Jeltje van NIeuwenhoven terzijde gelegd met
een beroep op de scheiding der machten.
Ook Spijkers is bedreigd, o.a. door staatssecretaris van Hoof zelf. Die nodigde hem in 2000 uit voor een
etentje, nadat bij een onderzoek van bureau KPMG zeer belastende documenten waren opgedoken over
diverse politici en topambtenaren. ?Wanneer jij deze stukken naar buiten brengt?, sprak de bewindsman,
?dan heb ik ook een wapen dat voor jou absoluut en onherroepelijk dodelijk is?. Later verklaarde Van Hoof
dat hij het niet letterlijk had bedoeld..
Tot twee maal toe zijn er voorts aanslagen op Spijkers? leven gepleegd. Toen hij, op 18 juni 1989, op de
parkeerplaats van McDonalds in Huis ter Heide, uit zijn auto stapte werd het vuur op hem geopend, naar later
bleek door dienstplichtige militairen uit Soesterberg. Bij de fotoherkenning identificeerde Spijkers 5 daders. Zij
werden slechts disciplinair gestraft. Later deed Defensie het voorval af als ?een kwajongensstreek?. Op 16
februari 2003 werd Spijkers in zijn woonplaats moedwillig aangereden door een lichtgrijze Ford Mondeo. Hij
deed aangifte, maar de daders zijn nooit gepakt.
Spijkers is geadopteerd door de mensenrechtenorganisatie Geneva Initiative on Psychiatry (GIP), die het
medisch onderzoek van Defensie heeft betiteld als ?een duidelijk geval van politiek misbruik van de
psychiatrie, echter ditmaal niet in de Sovjet-Unie maar in Nederland?.
In 2002 ging Defensie ogenschijnlijk door de knie?n, en kende Spijkers een schadevergoeding toe van 1,6
miljoen euro, belastingvrij. Voorwaarde was dat Spijkers nooit meer iets naar buiten zou brengen over wat
hem was overkomen. Spijkers heeft dat nooit willen beloven; hij wilde geen zwijggeld, maar gerechtigheid.
Derhalve heeft hij nooit een cent van dat bedrag in handen gerkregen. Kort geleden ontving hij van de fiscus
echter toch een belastingaanslag over het jaar 2002: van in totaal 1,1 miljoen euro. Volgens de
belastingdienst is er geen sprake van een ve
Pamela Hemelrijk 16 januari 2006
DE VOORRAAD AP-23'S BEDROEG 220.000; NIET 40.000.
Bij de landmijnen-affaire, de grootste doofpot-operatie uit de geschiedenis van het Nederlandse leger, vallen
nog steeds nieuwe skeletten uit de kast. Het schandaal rond de door Defensie ontwikkelde AP-23 mijn, die
spontaan bleek te ontploffen en bij instructielessen aan 8 Nederlandse militairen het leven heeft gekost,
sleept zich nu al ruim dertig jaar voort. Al die tijd heeft Defensie ons doen geloven dat het om een voorraad
van 40.000 exemplaren ging, die tenslotte in de late jaren negentig allemaal zijn vernietigd.
Maar het waren er in werkelijkheid 220.000, zo blijkt uit een inventarisatie van het Stockholm International
Peace Research Institute (SIPRI). Vraagje aan staatssecretaris Van der Knaap: wat is er met die andere
180.000 zelfontbrandende boobytraps gebeurd? Liggen die nog ergens opgeslagen? Of zijn ze aan het
buitenland verkocht?
Het SIPRI, een internationaal erkend onderzoeksinstituut, heeft in 1996, in een lijvig rapport genaamd Dutch
Surplus Weapons, een nauwkeurige inventarisatie gemaakt van al het materieel dat door het Nederlandse
leger moest worden afgestoten. De grote dump-operatie hield verband met de val van de Berlijnse muur en
de ineenstorting van het Warschau-pakt, waardoor het Nederlandse leger zich niet meer zozeer op
verdediging van het Nederlands grondgebied, als wel op deelneming aan internationale vredesmissies ging
concentreren. In het SIPRI-rapport wordt gewag gemaakt van 220.000 AP-23's. Op pagina 7 om precies te
zijn. De kosten van vernietiging, aldus het SIPRI, werden indertijd geraamd op 10 miljoen gulden.
Toch nog maar even gecheckt bij Defensie voorlichting. Je weet tenslotte maar nooit of we het al die jaren
verkeerd hebben begrepen. Voorlichter Van de Wetering wil zelf niet zeggen hoe groot de totale voorraad
was, ( "in verband met de gevoeligheid van de mijnen-affaire") maar stuurt wel een drietal kamerstukken
waaruit het volgens hem valt op te maken. Na veel zoeken blijkt dat inderdaad het geval te zijn. In paragraaf
30 van de Begroting 1998 van het ministerie van Defensie staat het zwart op wit:
"Het besluit van 11-3-1996 alle anti-personeelsmijnen af te schaffen, betekende dat ook de AP-23 (…) moest
worden vernietigd. (…) Met de vernietiging van de AP-23 werd eind 1996 aangevangen. Tot november 1997
waren er 24.953 mijnen vernietigd. Het restant (20.073 mijnen) zal uiterlijk in mei 1998 zijn vernietigd".
Alles bijeen dus 45.026 exemplaren. That leaves, als we het SIPRI serieus nemen, 174.974 exemplaren
unaccounted for.
Dit maakt het artikel "Dood aan de klokkenluider", dat vorig jaar in Nieuwe Revu verscheen, des te
opmerkelijker: daarin wordt een verband gelegd tussen de mijnen-affaire en de vuurwerkramp in Enschede.
Volgens de auteur, onderzoeksjournalist Alexander Nijeboer, melden bronnen binnen het leger dat niet alle
AP-23's zijn vernietigd (te duuur en te gevaarlijk), maar opgeslagen op particuliere terreinen. Zo verdwenen
ze uit de officiële voorraadlijsten, en had Defensie tenminste op papier aan zijn verplichtingen voldaan.
De vuurwerkbranche heeft altijd volgehouden dat een schokgolf zoals die zich in Enschede heeft voorgedaan,
nooit veroorzaakt kon zijn door vuurwerk alleen. De branchevereniging heeft zelfs aangeboden dit
proefondervindelijk te bewijzen, maar kreeg daarvoor geen toestemming van de autoriteiten. Nijeboer heeft
twee Defensiemedewerkers gesproken, die vlak na de plof op het rampterrein zijn geweest. In de ravage
hadden zij militaire ontstekingsmechanismen liggen, oftewel: de restanten van landmijnen. Zij rapporteerden
dit aan hun superieuren, en werden tot hun verbazing onmiddellijk weggestuurd met de instructie om over
hun vondst te zwijgen als het graf. In de weken na de ramp zouden zij diverse keren anoniem met de dood
zijn bedreigd. Zij wensen dan ook anoniem te blijven, uit vrees voor hun leven.
Lagen er wellicht afgedankte AP-23's opgeslagen bij SE Fireworks? Het zou ook verklaren waarom het
rampterrein tijdens het puinruimen hermetisch werd afgesloten voor pottenkijkers. Zelfs de bewoners van de
weggevaagde huizen werd de toegang tot hun rechtmatige eigendommen ontzegd. Dat leidde tot schokkende
taferelen: één bewoner werd zo laaiend dat hij probeerde met zijn auto dwars door de afzetting te denderen.
Dan was er nog die fotograaf, die luchtfoto's had gemaakt van zijn verwoeste huis, met het oog op de
verzekering. Zijn filmrolletje werd door Defensie in beslag genomen. Hij heeft het, bij mijn weten, nooit
teruggekregen. Pas veel later, toen de bulldozers hun werk al goeddeels hadden gedaan, zijn de bewoners ten
langen leste in een busje geladen voor een symbolisch bliksemritje door hun voormalige wijk. Uitstappen
mocht niet. De meesten hebben hun eigen straat niet eens gezien.
Waarom ging dat allemaal zo spastisch? Mochten de bewoners (laat staan andere onbevoegden!) de wijk niet
in "om de speurtocht naar overledenen niet te storen", zoals de officiële lezing luidde? Of was het misschien
de speurtocht naar landmijnrestanten, die het daglicht niet kon velen?
Het valt niet uit te sluiten, bij een defensie-apparaat dat er al talloze malen blijk van heeft gegeven niet terug
te deinzen voor aperte leugens en regelrechte bedreigingen. Defensiemedewerker Fred Spijkers, de
klokkenluider die het AP-23 schandaal aan het rollen bracht, is zelfs met de dood bedreigd door de toenmalige
Defensie-staatssecretaris Van Hoof persoonlijk. ("Wanneer jij deze belastende stukken naar buiten brengt",
zei Van Hoof bij die gelegenheid, "dan heb ik een wapen dat voor jou absoluut en onherroepelijk dodelijk is."
Later heeft Van Hoof verklaard dat hij het niet letterlijk had bedoeld. De belastende stukken zullen voorlopig
niet naar buiten komen, want onlangs heeft Van Hoofs opvolger Van der Knaap - tegen de wens van de
Tweede Kamer in! - besloten alle archieven over de landmijnen-affaire ontoegankelijk te maken tot 70 jaar na
Spijkers' dood.)
Bovendien zijn er twee aanslagen op Spijkers' leven gepleegd, waarvan eentje door dienstplichtige militairen
uit Soesterberg, die op een parkeerterrein in Huis ter Heide het vuur op hem openden. Ze misten. De daders
zijn slechts disciplinair gestraft. Volgens Defensie ging het om "een kwajongensstreek".
Ook Alexander Nijeboer heeft nachtelijke anonieme telefoontjes ontvangen waarbij hem met klem werd
geadviseerd zijn onderzoek te staken, "in het belang van zijn eigen gezondheid". Hij werkt aan een boek over
de landmijnen-affaire, dat eind dit jaar zal verschijnen bij uitgeverij De Papieren Tijger. Als er tenminste niks
tussenkomt.
Ten overvloede nogmaals Defensievoorlichting gebeld, om een reactie te vragen op het SIPRI-rapport. Na
twee dagen, en diverse malen aandringen, antwoord gekregen: "Het SIPRI baseert zich op cijfers van Jane's
Defense Weekly", aldus de woordvoerder. "Maar onze cijfers zijn anders."
- Moet ik daaruit afleiden dat zowel het SIPRI als Jane's Defense Weekly onbetrouwbare bronnen zijn? -
"Dat zijn beide internationaal zeer gezaghebbende organisaties. Maar U moet zich baseren op de cijfers van
Defensie".
Nou, gezien de ontzagwekkende hoeveelheid leugens die Defensie de afgelopen 30 jaar over de landmijnenaffaire
heeft gedebiteerd, voel ik daar eerlijk gezegd bijzonder weinig voor.
 
Back
Bovenaan