27 801 Vierde Nationaal Milieubeleidsplan
Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE
ORDENING EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2007
12. Coördinatie Vuurwerkbesluit (incl. ontwerp EU-richtlijn)
Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport «Interventiestrategie
Verboden Consumentenvuurwerk» van het Bestuurlijk Landelijk
Overleg Milieuhandhaving is de «Regeling nadere eisen aan vuurwerk
2004» (Rnev) tegen het licht gehouden. Om het probleem van het illegale
vuurwerk in te perken en de handhaafbaarheid te vergroten, is in oktober
2006 een aantal wijzigingen doorgevoerd. In hoofdzaak komen deze er op
neer dat strijkers verboden blijven, dat Chinese rollen onder voorwaarden
worden toegestaan, voor bepaald siervuurwerk een hogere maximale
lading wordt toegestaan en een beter hanteerbare geluidmeetmethode is
voorgeschreven.
Kort na de jaarwisseling werd via onderzoek door de Stichting Consument
en Veiligheid een fors verhoogd aantal letselgevallen geconstateerd. De
Stichting Consument en Veiligheid concludeerde dat vooral meer zorg
voor het veilig afsteken van vuurwerk nodig is; mensen gaan in de fout bij
het afsteken. Omdat er meer oorzaken voor het toegenomen aantal letselgevallen
konden zijn, is onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken. Dit heeft
tot de conclusie geleid dat er sprake is geweest van verschillende mogelijke
oorzaken: de harde wind, onoordeelkundig afsteken, toename
baldadig gedrag en vandalisme, niet volgen van afsteektips en niet
beschikbaar zijn van afsteekhulpmiddelen, specifieke gerichtheid van de
voorlichtingscampagne op de doelgroep jonger dan 20 jaar oud. Als
oplossingen werden benoemd: het beschikbaar stellen van afsteekhulpmiddelen,
verbreden van de voorlichtingscampagne, verbeteren van
de vluchtstabiliteit van vuurpijlen en continueren van de handhavingsinspanning.
Deze oplossingsrichtingen worden op dit moment uitgewerkt
en uitgevoerd. Over de toename van het aantal letselgevallen, de
oorzaken en de te nemen maatregelen bent u schriftelijk geïnformeerd op
22 januari en 27 maart 2007.
Eind 2006 is gestart met de evaluatie van het Vuurwerkbesluit. Besloten is
geen brede evaluatie van het vuurwerkbeleid uit te voeren daar in 2005
door de Universiteit van Twente reeds een meta-evaluatie werd uitgevoerd,
maar nu specifieke knelpunten in de regelgeving onder de loep te
nemen. In de uitvoeringspraktijk ervaren knelpunten zijn geaggregeerd tot
een aantal te onderzoeken aandachtsgebieden op het gebied van het
vuurwerkbesluit. Daarnaast en in samenhang met het vuurwerkbesluit,
worden de interim-regelingen met betrekking tot het vervoer van vuurwerk
in de evaluatie meegenomen, waarbij de juistheid van de classificatie
van vuurwerk een centrale rol speelt. Via groepsinterviews met
belanghebbenden zijn de aandachtgebieden nu in onderzoek. Nog in 2007
zal het eindrapport worden opgeleverd.
Onder andere op basis van het resultaat van de evaluatie zal gestart
worden met het bijstellen van het Vuurwerkbesluit en/of het interim-beleid
van de vervoersregelgeving met betrekking tot vuurwerk. De voorstellen
zullen met groepen actoren worden besproken. Naar verwachting kan
halverwege 2008 een wijzigingsvoorstel voor inspraak gepubliceerd
worden.
EU-richtlijn
De Europese richtlijn voor het op de markt brengen van pyrotechnische
artikelen (pyrorichtlijn) is op 16 april 2007 vastgesteld en op 14 juni 2007
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 27 801, nr. 53 15
gepubliceerd.
De pyrorichtlijn is op 4 juli 2007 van kracht geworden en
moet uiterlijk 4 januari 2010 in Nederlands recht zijn omgezet. De implementatie
van de pyrorichtlijn zal geschieden via het Vuurwerkbesluit en
een nieuw op te stellen Warenwetbesluit voor de overige pyrotechnische
artikelen. Onder de categorie overige pyrotechnische artikelen vallen
airbags, gordelspanners, geldkoffers met verfbom, nood- en seinmiddelen
en dergelijke. De wijziging van het Vuurwerkbesluit als gevolg van de
implementatie van de pyrorichtlijn zal gelijk oplopen met de hiervoor
genoemde wijziging van het Vuurwerkbesluit naar aanleiding van de
resultaten van de evaluatie.13.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 27 801, nr. 53 17
voortgang van het externeveiligheidsbeleid op dit punt en de verkregen
nieuwe inzichten.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 27 801, nr. 53 18
Volledig document:
http://www.nifv.nl/upload/116408_66...ilieubeleidsplan,_7e_voortgangsrapportage.pdf