Vergadering Europees Parlement
Debat: 29 november 2006 inzake voorstel nieuwe richtlijnen
stemming: 30 november 2006
Om het aantal ongevallen terug te dringen en de werking van de interne markt te verbeteren moeten er Europese regels komen voor het in de handel brengen van vuurwerk, zegt het Parlement. Er is een compromis gesloten tussen Raad en Parlement, zodat de wetgevingsprocedure na eerste lezing kan worden afgerond.
Onder de aangenomen richtlijn wordt vuurwerk in vier categorieën onderverdeeld, op grond van gebruik, gebruiksdoeleinden, gevaar en - en dat is wat het EP toevoegt - geluidsniveau. Vuurwerk mag nimmer schadelijk zijn voor het menselijk gehoor.
Het parlement steunt de invoering van een leeftijdsgrens voor de aanschaf van vuurwerk:
categorie 1 vuurwerk (het veiligste vuurwerk) mag niet verkocht worden aan personen jonger dan 12 jaar;
de leeftijdsgrens voor categorie 2 vuurwerk wordt gesteld op 16 jaar;
de leeftijdsgrens voor categorie 3 vuurwerk wordt bepaald op 18 jaar;
categorie 4, het gevaarlijkste vuurwerk, komt alleen beschikbaar voor personen "met een specialistische kennis."
Het wordt de lidstaten toegestaan omwille van de openbare orde, veiligheid of milieubescherming maatregelen te nemen om het bezit, gebruik en/of de verkoop aan het grote publiek van vuurwerk van de categorieën 2 en 3, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik en andere pyrotechnische artikelen te verbieden of te beperken.
De richtlijn voorziet in een aantal veiligheidsvereisten. Fabrikanten moeten hun producten onderwerpen aan een "conformiteitsvaststelling" waarna het Europese CE-merk wordt verleend. Omdat 96% van het vuurwerk in de EU geïmporteerd is uit China, neemt het Parlement een amendement aan dat bepaalt dat importeurs alle verplichtingen van de fabrikant overnemen wanneer deze laatste niet in de Gemeenschap is gevestigd.
De richtlijn ziet niet alleen op vuurwerk, maar op "pyrotechnische artikelen" in het algemeen. Daaronder vallen ook bepaalde artikelen voor theatergebruik en voor airbags, autogordels en andere veiligheidsuitrusting van voertuigen.
Om producenten voldoende tijd te geven om aan de richtlijn te voldoen, verlengt het EP de termijn waarbinnen aan de bepalingen van de richtlijn moet worden voldaan. De lidstaten moeten de bepalingen toepassen binnen drie jaar na de bekendmaking van de richtlijn voor vuurwerk van de categorieën 1, 2 en 3 (in plaats van binnen twee jaar) en binnen zes jaar voor andere pyrotechnische artikelen, vuurwerk van categorie 4 en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik (was vijf jaar).
Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat jaarlijks in de EU tot 45.000 ongevallen met vuurwerk plaatsvinden. Met name kinderen worden het slachtoffer van slecht gefabriceerd of slecht gebruikt vuurwerk. Tot op heden loopt de wetgeving van de lidstaten sterk uiteen: vuurwerk dat in de ene lidstaat is verboden, is in de andere lidstaat gewoon toegestaan. Het doel van de nieuwe richtlijn is dan ook tweeledig: het terugdringen van het aantal slachtoffers en het bevorderen van het vrije verkeer van pyrotechnische producten.
Naar schatting bedraagt de Europese markt voor pyrotechnische artikelen € 7 mrd per jaar.
Debat: 29 november 2006 inzake voorstel nieuwe richtlijnen
stemming: 30 november 2006
Om het aantal ongevallen terug te dringen en de werking van de interne markt te verbeteren moeten er Europese regels komen voor het in de handel brengen van vuurwerk, zegt het Parlement. Er is een compromis gesloten tussen Raad en Parlement, zodat de wetgevingsprocedure na eerste lezing kan worden afgerond.
Onder de aangenomen richtlijn wordt vuurwerk in vier categorieën onderverdeeld, op grond van gebruik, gebruiksdoeleinden, gevaar en - en dat is wat het EP toevoegt - geluidsniveau. Vuurwerk mag nimmer schadelijk zijn voor het menselijk gehoor.
Het parlement steunt de invoering van een leeftijdsgrens voor de aanschaf van vuurwerk:
categorie 1 vuurwerk (het veiligste vuurwerk) mag niet verkocht worden aan personen jonger dan 12 jaar;
de leeftijdsgrens voor categorie 2 vuurwerk wordt gesteld op 16 jaar;
de leeftijdsgrens voor categorie 3 vuurwerk wordt bepaald op 18 jaar;
categorie 4, het gevaarlijkste vuurwerk, komt alleen beschikbaar voor personen "met een specialistische kennis."
Het wordt de lidstaten toegestaan omwille van de openbare orde, veiligheid of milieubescherming maatregelen te nemen om het bezit, gebruik en/of de verkoop aan het grote publiek van vuurwerk van de categorieën 2 en 3, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik en andere pyrotechnische artikelen te verbieden of te beperken.
De richtlijn voorziet in een aantal veiligheidsvereisten. Fabrikanten moeten hun producten onderwerpen aan een "conformiteitsvaststelling" waarna het Europese CE-merk wordt verleend. Omdat 96% van het vuurwerk in de EU geïmporteerd is uit China, neemt het Parlement een amendement aan dat bepaalt dat importeurs alle verplichtingen van de fabrikant overnemen wanneer deze laatste niet in de Gemeenschap is gevestigd.
De richtlijn ziet niet alleen op vuurwerk, maar op "pyrotechnische artikelen" in het algemeen. Daaronder vallen ook bepaalde artikelen voor theatergebruik en voor airbags, autogordels en andere veiligheidsuitrusting van voertuigen.
Om producenten voldoende tijd te geven om aan de richtlijn te voldoen, verlengt het EP de termijn waarbinnen aan de bepalingen van de richtlijn moet worden voldaan. De lidstaten moeten de bepalingen toepassen binnen drie jaar na de bekendmaking van de richtlijn voor vuurwerk van de categorieën 1, 2 en 3 (in plaats van binnen twee jaar) en binnen zes jaar voor andere pyrotechnische artikelen, vuurwerk van categorie 4 en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik (was vijf jaar).
Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat jaarlijks in de EU tot 45.000 ongevallen met vuurwerk plaatsvinden. Met name kinderen worden het slachtoffer van slecht gefabriceerd of slecht gebruikt vuurwerk. Tot op heden loopt de wetgeving van de lidstaten sterk uiteen: vuurwerk dat in de ene lidstaat is verboden, is in de andere lidstaat gewoon toegestaan. Het doel van de nieuwe richtlijn is dan ook tweeledig: het terugdringen van het aantal slachtoffers en het bevorderen van het vrije verkeer van pyrotechnische producten.
Naar schatting bedraagt de Europese markt voor pyrotechnische artikelen € 7 mrd per jaar.
Laatst bewerkt: