ALMERE - Mede naar aanleiding van de vele berichten over vuurwerkoverlast en het daarmee samenhangende vandalisme wil GroenLinks van het college tijdig weten wat het college doet en gaat doen aan het verder aan banden leggen van het gebruik en vooral het misbruik van vuurwerk rond de komende jaarwisseling(en).
Berichten over dertienjarige jongens die opgepakt zijn voor het opblazen van een zoutbak met zwaar explosief vuurwerk tonen aan dat meer serieuze ongelukken in de toekomst niet mogen worden uitgesloten. Handhaving – hoe streng ook - kan dit niet in alle gevallen voorkomen.
Bovendien laat de discussie in de raad over het belonen van jongeren zien, dat dit nog niet voor iedereen een eensluidende aanpak is om het vandalisme verder terug te dringen.
Het college, daarbij gesteund door een grote meerderheid in de raad, beloont daarbij jongeren die zich inzetten om andere jongeren te overtuigen dat vandalisme – ook rond de jaarwisseling - zonde van het geld is. Met dat geld kunnen ook mooie dingen gerealiseerd worden.
Preventie
GroenLinks is het niet eens met het criminaliseren van deze vaak (zeer) jonge
“vandalen”. Gedragsverandering en preventie zijn op deze leeftijd een beter alternatief. Wij zijn het wel eens met de gekozen methode om jongeren te stimuleren om leeftijdgenoten te weerhouden van vandalisme.
Leefbaar Almere noemt dat als postuum eerbetoon terecht de methode “René-Kempenaar”. GroenLinks wil graag het probleem van vuurwerkvandalisme bij de bron aanpakken, vandaar deze vragen aan het college:
1. Is het college het met GroenLinks eens dat het met de huidige vuurwerkregels in feite dweilen is met de kraan open en dat Handhaving en Hulpverlening het nauwelijks aankunnen rond de jaarwisseling?
2. Hoe gaat het college - al dan niet via de VNG – bij regering en parlement aandringen op een gezamenlijke (inter)nationale aanpak bij het verder aan banden leggen van vuurwerk en de bestrijding van vuurwerkoverlast rond de jaarwisseling?
3. Wat gaat het college doen om veiligere alternatieven voor het afsteken van particulier vuurwerk te bewerkstellingen zodat de jaarwisseling een feest wordtmet minder letsels, schade en overlast?
4. Hoe gaat het college bij deze alternatieven ook de mogelijkheid van centraal georganiseerde professionele vuurwerkshows betrekken waar veel mensen plezier aan beleven?
5. Wat gaat het college doen om het gebruik van steeds zwaarder explosief knalvuurwerk terug te dringen?
6. Hoe gaat het college de met dit vuurwerk samenhangende letsels bij vooral jongeren verder terugdringen?
7. Wat gaat het college in dit verband doen om stress bij mensen en dieren en de milieuschade verder terug te dringen?
8. Hoe gaat het college verhinderen dat vuurwerk gericht gebruikt wordt om dieren tot slachtoffer te maken?
9. Is het college van plan om vuurwerkvrije zones aan te wijzen om bepaalde kwetsbare groepen en gebieden te vrijwaren van vuurwerkoverlast?
10. Wat gaat het college doen om de tijd dat particulier vuurwerk afgestoken mag worden te beperken?
11. Samengevat: Gaat het college een alomvattend vuurwerkbeleid formuleren en met de (nieuwe) raad delen?
Aan de hand van de antwoorden zal GroenLinks bekijken of we dit onderwerp
agenderen op de politieke markt.
Bron
Berichten over dertienjarige jongens die opgepakt zijn voor het opblazen van een zoutbak met zwaar explosief vuurwerk tonen aan dat meer serieuze ongelukken in de toekomst niet mogen worden uitgesloten. Handhaving – hoe streng ook - kan dit niet in alle gevallen voorkomen.
Bovendien laat de discussie in de raad over het belonen van jongeren zien, dat dit nog niet voor iedereen een eensluidende aanpak is om het vandalisme verder terug te dringen.
Het college, daarbij gesteund door een grote meerderheid in de raad, beloont daarbij jongeren die zich inzetten om andere jongeren te overtuigen dat vandalisme – ook rond de jaarwisseling - zonde van het geld is. Met dat geld kunnen ook mooie dingen gerealiseerd worden.
Preventie
GroenLinks is het niet eens met het criminaliseren van deze vaak (zeer) jonge
“vandalen”. Gedragsverandering en preventie zijn op deze leeftijd een beter alternatief. Wij zijn het wel eens met de gekozen methode om jongeren te stimuleren om leeftijdgenoten te weerhouden van vandalisme.
Leefbaar Almere noemt dat als postuum eerbetoon terecht de methode “René-Kempenaar”. GroenLinks wil graag het probleem van vuurwerkvandalisme bij de bron aanpakken, vandaar deze vragen aan het college:
1. Is het college het met GroenLinks eens dat het met de huidige vuurwerkregels in feite dweilen is met de kraan open en dat Handhaving en Hulpverlening het nauwelijks aankunnen rond de jaarwisseling?
2. Hoe gaat het college - al dan niet via de VNG – bij regering en parlement aandringen op een gezamenlijke (inter)nationale aanpak bij het verder aan banden leggen van vuurwerk en de bestrijding van vuurwerkoverlast rond de jaarwisseling?
3. Wat gaat het college doen om veiligere alternatieven voor het afsteken van particulier vuurwerk te bewerkstellingen zodat de jaarwisseling een feest wordtmet minder letsels, schade en overlast?
4. Hoe gaat het college bij deze alternatieven ook de mogelijkheid van centraal georganiseerde professionele vuurwerkshows betrekken waar veel mensen plezier aan beleven?
5. Wat gaat het college doen om het gebruik van steeds zwaarder explosief knalvuurwerk terug te dringen?
6. Hoe gaat het college de met dit vuurwerk samenhangende letsels bij vooral jongeren verder terugdringen?
7. Wat gaat het college in dit verband doen om stress bij mensen en dieren en de milieuschade verder terug te dringen?
8. Hoe gaat het college verhinderen dat vuurwerk gericht gebruikt wordt om dieren tot slachtoffer te maken?
9. Is het college van plan om vuurwerkvrije zones aan te wijzen om bepaalde kwetsbare groepen en gebieden te vrijwaren van vuurwerkoverlast?
10. Wat gaat het college doen om de tijd dat particulier vuurwerk afgestoken mag worden te beperken?
11. Samengevat: Gaat het college een alomvattend vuurwerkbeleid formuleren en met de (nieuwe) raad delen?
Aan de hand van de antwoorden zal GroenLinks bekijken of we dit onderwerp
agenderen op de politieke markt.
Bron
