COLUMNArme Anna Paulowna. Als een echte Hagenees knalden haar bronzen handen tijdens oudejaarsavond van haar lijf. In tegenstelling tot de vinger van mijn buurman zijn haar stompjes nog steeds niet gerepareerd.
De bronzen versie van de voormalige koningin zit sinds 1999 op een bankje op het naar haar vernoemde plein. Anna Paulowna, bij leven een tikkie arrogant, kijkt nog elke dag vredig voor zich uit. Dat mag na oudejaarsavond een wonder heten.
Vuurwerk dat ze zelf niet eens had aangestoken knalde tijdens die nacht de handen van haar vorstelijke lijf. Daardoor verkeerde ze ‘s nachts in goed gezelschap van mijn buurman P. Die ruziede te lang met het laatste lontje van zijn illegale Chinese pot en zag opeens zijn vinger vliegen.
Zowel de vorstin als buurman P. ging na hun ongelukjes niet naar het ziekenhuis. Anna niet, omdat een bronzen beeld nu eenmaal niet naar de eerste hulp kan lopen. Buurman P. niet, omdat hij wel de glitterregen van zijn peperdure vuurwerk wilde zien.
Tot afgrijzen van de arts stiefelde P. de volgende ochtend pas naar de eerste hulp. Het was een zooitje, maar inmiddels is zijn vinger terug van weggeweest. Eind goed, al goed voor buurman P., maar Anna Paulowna, die wacht nog steeds.
En dat allemaal omdat ze geen baasje heeft. Haar koninklijke achterste is door een Russische kunstenaar gevormd en door de Vereniging Mesdagkwartier op het bankje geplant. Maar niemand schijnt zich nu geroepen te voelen haar te repareren.
Ook haar zitplek doet er schijnbaar niet toe: op grond die ooit van haar was en momenteel door de gemeente wordt verpacht. Het lijkt wel alsof de voormalige vorstin slachtoffer is geworden van een willekeurige telefoonmaatschappij. Ze blijft bellen om hulp, maar wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
Natuurlijk, Anna Paulowna was in haar tijd door haar hooghartige gedrag niet populair. Toch bleef ze na de dood van koning Willem II in Den Haag wonen, wat wél werd gewaardeerd door het volk. Dat ze als vorstin nu niet meer kan zwaaien, lijkt me stank voor dank.
Bron
De bronzen versie van de voormalige koningin zit sinds 1999 op een bankje op het naar haar vernoemde plein. Anna Paulowna, bij leven een tikkie arrogant, kijkt nog elke dag vredig voor zich uit. Dat mag na oudejaarsavond een wonder heten.
Vuurwerk dat ze zelf niet eens had aangestoken knalde tijdens die nacht de handen van haar vorstelijke lijf. Daardoor verkeerde ze ‘s nachts in goed gezelschap van mijn buurman P. Die ruziede te lang met het laatste lontje van zijn illegale Chinese pot en zag opeens zijn vinger vliegen.
Zowel de vorstin als buurman P. ging na hun ongelukjes niet naar het ziekenhuis. Anna niet, omdat een bronzen beeld nu eenmaal niet naar de eerste hulp kan lopen. Buurman P. niet, omdat hij wel de glitterregen van zijn peperdure vuurwerk wilde zien.
Tot afgrijzen van de arts stiefelde P. de volgende ochtend pas naar de eerste hulp. Het was een zooitje, maar inmiddels is zijn vinger terug van weggeweest. Eind goed, al goed voor buurman P., maar Anna Paulowna, die wacht nog steeds.
En dat allemaal omdat ze geen baasje heeft. Haar koninklijke achterste is door een Russische kunstenaar gevormd en door de Vereniging Mesdagkwartier op het bankje geplant. Maar niemand schijnt zich nu geroepen te voelen haar te repareren.
Ook haar zitplek doet er schijnbaar niet toe: op grond die ooit van haar was en momenteel door de gemeente wordt verpacht. Het lijkt wel alsof de voormalige vorstin slachtoffer is geworden van een willekeurige telefoonmaatschappij. Ze blijft bellen om hulp, maar wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
Natuurlijk, Anna Paulowna was in haar tijd door haar hooghartige gedrag niet populair. Toch bleef ze na de dood van koning Willem II in Den Haag wonen, wat wél werd gewaardeerd door het volk. Dat ze als vorstin nu niet meer kan zwaaien, lijkt me stank voor dank.
Bron