[Freakactie 2025] Donadoni Vuurwerk - de Meern - Utrecht

Ik vraag me werkelijk af hoe je aan deze hobby komt Waltr…
Nou das grappig dat je dat vraagt Jan...

Als ik terugdenk aan mijn jeugd, zie ik eerst een kleine jongen met ogen die altijd net iets te groot leken voor mijn gezicht. Een jongen die stil kon zitten, maar nooit echt rustig was. Mijn wereld begon met knallen en lichtflitsen. Vuurwerk had iets magisch voor me: niet alleen de kleuren die de nacht openscheurden, maar vooral het geluid. Die diepe dreun in je borst, het sissen vooraf, het moment van spanning vlak voor alles losbarstte. Het voelde alsof de lucht zelf even ademhaalde.

Als kind luisterde ik meer dan ik keek. Waar anderen hun ogen naar de hemel richtten, stond ik stil en probeerde ik elk geluid te onthouden. De korte tik, de lange grom, de echo die tegen gebouwen terugkaatste. Zonder dat ik het wist, was ik al bezig met klank, met resonantie, met hoe geluid je lichaam kan raken. Ik wist alleen nog niet dat dit belangrijk zou worden.

Jaren gingen voorbij. Het vuurwerk bleef, maar veranderde. Het werd minder iets om vast te houden en meer iets om te herinneren. De fascinatie voor geluid bleef echter groeien. Ik begon te experimenteren met mijn stem, eerst speels, zonder doel. Rare brommen, lage tonen, trillingen waarvan ik niet wist hoe ik ze maakte. Het voelde alsof ik probeerde hetzelfde gevoel terug te vinden als bij die eerste harde knallen: dat diepe, bijna fysieke contact tussen geluid en lijf.

Op een dag hoorde ik voor het eerst Mongoolse keelzang. Het was alsof iemand een deur opende die al die tijd al in mijn hoofd had gezeten. Eén stem, maar meerdere lagen. Een lage, aardse brom met daarboven een fluitende toon, scherp en helder als licht in de nacht. Het deed me denken aan vuurwerk, maar dan naar binnen gekeerd. Geen explosie buiten je, maar een die van binnenuit komt.

Ik raakte gefascineerd. Niet omdat het exotisch was, maar omdat het logisch voelde. Alsof alles samenkwam: mijn liefde voor krachtige geluiden, mijn drang om te luisteren, mijn nieuwsgierigheid naar wat een menselijk lichaam kan voortbrengen. Ik begon te oefenen, langzaam, voorzichtig. Niet om iets na te doen, maar om te ontdekken. Hoe laag kan een toon voelen? Waar begint de trilling? Wat gebeurt er als je adem, keel en aandacht samenbrengt?

Zo werd ik, zonder het echt te plannen, een keelzanger. Niet door een rechte weg, maar via knallen in de nacht, via een jongen die luisterde terwijl anderen keken. Vuurwerk was mijn eerste leraar, stilte mijn tweede, en mijn stem werd uiteindelijk het instrument waarin alles samenkwam. En soms, als ik zing en die diepe toon door mijn borst rolt, hoor ik nog steeds een echo van die kleine jongen — starend naar de hemel, luisterend naar de lucht die openbreekt.
 
Nou das grappig dat je dat vraagt Jan...

Als ik terugdenk aan mijn jeugd, zie ik eerst een kleine jongen met ogen die altijd net iets te groot leken voor mijn gezicht. Een jongen die stil kon zitten, maar nooit echt rustig was. Mijn wereld begon met knallen en lichtflitsen. Vuurwerk had iets magisch voor me: niet alleen de kleuren die de nacht openscheurden, maar vooral het geluid. Die diepe dreun in je borst, het sissen vooraf, het moment van spanning vlak voor alles losbarstte. Het voelde alsof de lucht zelf even ademhaalde.

Als kind luisterde ik meer dan ik keek. Waar anderen hun ogen naar de hemel richtten, stond ik stil en probeerde ik elk geluid te onthouden. De korte tik, de lange grom, de echo die tegen gebouwen terugkaatste. Zonder dat ik het wist, was ik al bezig met klank, met resonantie, met hoe geluid je lichaam kan raken. Ik wist alleen nog niet dat dit belangrijk zou worden.

Jaren gingen voorbij. Het vuurwerk bleef, maar veranderde. Het werd minder iets om vast te houden en meer iets om te herinneren. De fascinatie voor geluid bleef echter groeien. Ik begon te experimenteren met mijn stem, eerst speels, zonder doel. Rare brommen, lage tonen, trillingen waarvan ik niet wist hoe ik ze maakte. Het voelde alsof ik probeerde hetzelfde gevoel terug te vinden als bij die eerste harde knallen: dat diepe, bijna fysieke contact tussen geluid en lijf.

Op een dag hoorde ik voor het eerst Mongoolse keelzang. Het was alsof iemand een deur opende die al die tijd al in mijn hoofd had gezeten. Eén stem, maar meerdere lagen. Een lage, aardse brom met daarboven een fluitende toon, scherp en helder als licht in de nacht. Het deed me denken aan vuurwerk, maar dan naar binnen gekeerd. Geen explosie buiten je, maar een die van binnenuit komt.

Ik raakte gefascineerd. Niet omdat het exotisch was, maar omdat het logisch voelde. Alsof alles samenkwam: mijn liefde voor krachtige geluiden, mijn drang om te luisteren, mijn nieuwsgierigheid naar wat een menselijk lichaam kan voortbrengen. Ik begon te oefenen, langzaam, voorzichtig. Niet om iets na te doen, maar om te ontdekken. Hoe laag kan een toon voelen? Waar begint de trilling? Wat gebeurt er als je adem, keel en aandacht samenbrengt?

Zo werd ik, zonder het echt te plannen, een keelzanger. Niet door een rechte weg, maar via knallen in de nacht, via een jongen die luisterde terwijl anderen keken. Vuurwerk was mijn eerste leraar, stilte mijn tweede, en mijn stem werd uiteindelijk het instrument waarin alles samenkwam. En soms, als ik zing en die diepe toon door mijn borst rolt, hoor ik nog steeds een echo van die kleine jongen — starend naar de hemel, luisterend naar de lucht die openbreekt.
Ik heb niet zo vaak dat ik niet weet hoe ik moet reageren maar weet het nu even niet kerel.. Zullen we maar zeggen dit we dit voor nu even afdoen met je tweede leraar?
 
Back
Bovenaan