LISSERBROEK - Een Lisserbroeker heeft dinsdag 28 mei een werkstraf van 240 uur - waarvan 60 uur voorwaardelijk - en een proeftijd van 2 jaar gekregen. De Lisserbroeker kreeg de straf vanwege het bezit van 25,3 kilo vuurwerk.
Bij een huiszoeking 10 juli 2012 wordt in de ouderlijke woning van de 19-jarige man 25,3 kilogram vuurwerk aangetroffen. Tijdens de zitting somt de politierechter de verschillende soorten vuurwerk op die in de woning werden aangetroffen: 73 mortierbommen, 120 nitraatklappers, 24 grondtollen, 600 ministrijkers, tien vuurpijlen en ook zelfgemaakt knalvuurwerk.
Belangstelling
De man blijkt bijzondere belangstelling te hebben voor vuurwerk en realiseert zich tot zijn aanhouding nauwelijks wat de strafrechtelijke gevolgen voor hem kunnen zijn. Samen met zijn ouders schrijft hij een brief naar het Openbaar Ministerie waarin gevraagd wordt om een transactie omdat T. een schoon strafblad heeft en goed bezig is met opleiding en werk als installatiemonteur.
De officier van justitie gaat niet mee met dit voorstel vanwege het risico dat het voorhanden hebben van vuurwerk met zich meebrengt. Hij legt uit dat voor dit type delicten gewoonlijk zware straffen worden opgelegd. Wel weegt hij mee dat de verdachte tot op heden niet eerder in contact kwam met Justitie en het in feite één delict betreft.
Spijt
Ook is het in zijn visie belangrijk dat de Lisserbroeker spijt betuigt en aangeeft dat het niet weer zal gebeuren. Toch vindt de officier het van belang dat er een 'stok achter de deur' komt in de vorm van een voorwaardelijk strafdeel.
De eis luidt dan ook een werkstraf van 240 uur waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechter is het eens met de strafeis en neemt deze over in haar vonnis.
Bron
Bij een huiszoeking 10 juli 2012 wordt in de ouderlijke woning van de 19-jarige man 25,3 kilogram vuurwerk aangetroffen. Tijdens de zitting somt de politierechter de verschillende soorten vuurwerk op die in de woning werden aangetroffen: 73 mortierbommen, 120 nitraatklappers, 24 grondtollen, 600 ministrijkers, tien vuurpijlen en ook zelfgemaakt knalvuurwerk.
Belangstelling
De man blijkt bijzondere belangstelling te hebben voor vuurwerk en realiseert zich tot zijn aanhouding nauwelijks wat de strafrechtelijke gevolgen voor hem kunnen zijn. Samen met zijn ouders schrijft hij een brief naar het Openbaar Ministerie waarin gevraagd wordt om een transactie omdat T. een schoon strafblad heeft en goed bezig is met opleiding en werk als installatiemonteur.
De officier van justitie gaat niet mee met dit voorstel vanwege het risico dat het voorhanden hebben van vuurwerk met zich meebrengt. Hij legt uit dat voor dit type delicten gewoonlijk zware straffen worden opgelegd. Wel weegt hij mee dat de verdachte tot op heden niet eerder in contact kwam met Justitie en het in feite één delict betreft.
Spijt
Ook is het in zijn visie belangrijk dat de Lisserbroeker spijt betuigt en aangeeft dat het niet weer zal gebeuren. Toch vindt de officier het van belang dat er een 'stok achter de deur' komt in de vorm van een voorwaardelijk strafdeel.
De eis luidt dan ook een werkstraf van 240 uur waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechter is het eens met de strafeis en neemt deze over in haar vonnis.
Bron
Laatst bewerkt: