Een brandende kwestie
Van de website Nederlands Forensisch Instituut
Oudejaarsavond. Het is druk op straat, het uitgaansgebied barst bijna uit zijn voegen. In een straat wordt al flink met vuurwerk gestunt. Een groep jongens gooit vuurwerk naar een andere groep. Een man roept vanaf zijn balkon dat het nu afgelopen moet zijn. Hij wordt uitgejouwd, krijgt een rotje naar zijn hoofd en vlucht snel naar binnen. Het vuurpijlengevecht op straat gaat onverminderd door. Dan gilt één van de omstanders: “Brand!” Kort daarna staat de etage van de man in lichterlaaie.
Nadat de brand is geblust, wordt de balans opgemaakt. Eén zwaargewonde is per ambulance afgevoerd, zes anderen liggen met ademhalingsklachten in het ziekenhuis. De etage is vrijwel uitgebrand, de andere kamers hebben roet- en waterschade. De politie ondervraagt het grote aantal getuigen. Een vuurpijl is door het open raam geschoten, dat is de algemene strekking. De groepen rellende jongeren wijzen elkaar als schuldige aan.
Brand in beeld
Binnen loopt, naast politie en brandweer, ook een onderzoeker van het Nederlands Forensisch Instituut in de kamers rond. Hij draagt een ‘forensic helmet’; overal waar hij kijkt, registreert de camera wat hij ziet en wat hij zegt. Over de wanden, de vloeren, de plafonds, de ruiten – of wat daar van over is. Hoewel deze manier van registratie op de plaats delict nog vrij experimenteel is, heeft de officier van justitie het hier als ondersteunend bewijs goedgekeurd. De expert noteert en interpreteert. Hoe snel kan de brand zich ontwikkeld hebben? Wanneer is er ‘flash-over’ geweest en is de brand door de ruiten heengegaan? Is de brand versneld door een bepaalde brandstof, of door een luchtstroom? Is er veel roet op de plafonds? Langzaam ontstaat een beeld van de brand.
Bij het NFI zijn inmiddels de banden van de bewakingscamera’s in het uitgaansgebied binnengekomen. Het vuurwerkgevecht is ook gefilmd met mobieltjes. De filmpjes variëren enorm in kwaliteit, maar kunnen veel informatie opleveren.
Sprekende sporen
De zwartgeblakerde etage geeft ook behoorlijk wat aanwijzingen prijs. Op de vloer is een patroon zichtbaar dat lijkt op een ingebrand sprenkelspoor. Van lampolie, een brandbom, zelfgemaakt vuurwerk? Buren verklaren dat het slachtoffer sober leefde. Na een verbroken relatie is hij met slechts wat koffers, boeken en een oude matras achtergebleven. Daarom zijn er geen meubels in de kamer. De brand is namelijk niet zo langdurig geweest dat alles in die tijd tot as vergaan kan zijn. Ook de hoeveelheid roet valt mee. Alles wijst op een korte brand, ontstaan op of bij het provisorische bed, pal onder het openstaande raam. Een vuurpijl wordt echter niet gevonden, althans niet binnen. Het balkon van de etage ligt er wel vol mee.
Het forensisch onderzoek heeft inmiddels een mogelijk verloop van de brand opgeleverd. Vaststaande feiten en cijfers uit de uitgebrande etage worden doorberekend met speciale brandsimulatiesoftware. De uitslaande brand heeft waarschijnlijk tussen de 15 en 20 minuten geduurd. Daarvóór is de matras langzaam gaan smelten. Dat kan makkelijk 15 tot 30 minuten geduurd hebben, concludeert de onderzoeker op basis van de gegevens van eerdere brandonderzoeken. Het ingebrande sprenkelspoor is het gesmolten schuimrubber uit het matras. De brandhaard is te plaatsen binnen een cirkel van 1 à 1.20 m doorsnee.
Pijlsnel
De beeldonderzoekers zijn druk met de camerabeelden. Net als een kogel uit een vuurwapen, legt ook een vuurpijl na het afvuren een bepaalde baan af. Hoewel men talloze opties onderzoekt, lukt het niet om een vuurpijl via het openstaande bovenraampje ín de etage te krijgen. In alle digitale simulaties blijft het er onnatuurlijk uitzien. Een vuurpijl maakt immers geen scherpe bocht om op het diepe balkon te komen.
In enkele filmpjes lijken de pijlen echter wél door het open bovenraam te gaan. De getuigenverklaringen zijn ook stellig: veel mensen hebben de jongens een groot aantal vuurpijlen richting het balkon zien afvuren.
Uiteindelijk kan de gewonde bewoner van de etage zelf gehoord worden. Hij wordt geconfronteerd met het overweldigende forensisch bewijs. Hij vertelt dat hij zich nog kan herinneren dat hij ontzettend boos is geworden om die vuurwerkoverlast. Hij verklaart dat hij op het balkon iets heeft geroepen en weet ook nog dat hij bekogeld is met vuurwerk. Toen heeft hij zijn sigaret in de asbak naast z’n bed gesmeten, en is nijdig in de keuken aan de achterzijde gaan zitten, ver weg van het rumoer. Wanneer hij ruim een kwartier later de woonkamerdeur opendoet om de kamer binnen te gaan, staat deze binnen een seconde in lichterlaaie. Hij probeert nog om de boel te doven, echt waar. Daarna wordt alles zwart.
http://www.nfiverhalen.nl/een_brandende_kwestie.html
Van de website Nederlands Forensisch Instituut
Oudejaarsavond. Het is druk op straat, het uitgaansgebied barst bijna uit zijn voegen. In een straat wordt al flink met vuurwerk gestunt. Een groep jongens gooit vuurwerk naar een andere groep. Een man roept vanaf zijn balkon dat het nu afgelopen moet zijn. Hij wordt uitgejouwd, krijgt een rotje naar zijn hoofd en vlucht snel naar binnen. Het vuurpijlengevecht op straat gaat onverminderd door. Dan gilt één van de omstanders: “Brand!” Kort daarna staat de etage van de man in lichterlaaie.
Nadat de brand is geblust, wordt de balans opgemaakt. Eén zwaargewonde is per ambulance afgevoerd, zes anderen liggen met ademhalingsklachten in het ziekenhuis. De etage is vrijwel uitgebrand, de andere kamers hebben roet- en waterschade. De politie ondervraagt het grote aantal getuigen. Een vuurpijl is door het open raam geschoten, dat is de algemene strekking. De groepen rellende jongeren wijzen elkaar als schuldige aan.
Brand in beeld
Binnen loopt, naast politie en brandweer, ook een onderzoeker van het Nederlands Forensisch Instituut in de kamers rond. Hij draagt een ‘forensic helmet’; overal waar hij kijkt, registreert de camera wat hij ziet en wat hij zegt. Over de wanden, de vloeren, de plafonds, de ruiten – of wat daar van over is. Hoewel deze manier van registratie op de plaats delict nog vrij experimenteel is, heeft de officier van justitie het hier als ondersteunend bewijs goedgekeurd. De expert noteert en interpreteert. Hoe snel kan de brand zich ontwikkeld hebben? Wanneer is er ‘flash-over’ geweest en is de brand door de ruiten heengegaan? Is de brand versneld door een bepaalde brandstof, of door een luchtstroom? Is er veel roet op de plafonds? Langzaam ontstaat een beeld van de brand.
Bij het NFI zijn inmiddels de banden van de bewakingscamera’s in het uitgaansgebied binnengekomen. Het vuurwerkgevecht is ook gefilmd met mobieltjes. De filmpjes variëren enorm in kwaliteit, maar kunnen veel informatie opleveren.
Sprekende sporen
De zwartgeblakerde etage geeft ook behoorlijk wat aanwijzingen prijs. Op de vloer is een patroon zichtbaar dat lijkt op een ingebrand sprenkelspoor. Van lampolie, een brandbom, zelfgemaakt vuurwerk? Buren verklaren dat het slachtoffer sober leefde. Na een verbroken relatie is hij met slechts wat koffers, boeken en een oude matras achtergebleven. Daarom zijn er geen meubels in de kamer. De brand is namelijk niet zo langdurig geweest dat alles in die tijd tot as vergaan kan zijn. Ook de hoeveelheid roet valt mee. Alles wijst op een korte brand, ontstaan op of bij het provisorische bed, pal onder het openstaande raam. Een vuurpijl wordt echter niet gevonden, althans niet binnen. Het balkon van de etage ligt er wel vol mee.

Het forensisch onderzoek heeft inmiddels een mogelijk verloop van de brand opgeleverd. Vaststaande feiten en cijfers uit de uitgebrande etage worden doorberekend met speciale brandsimulatiesoftware. De uitslaande brand heeft waarschijnlijk tussen de 15 en 20 minuten geduurd. Daarvóór is de matras langzaam gaan smelten. Dat kan makkelijk 15 tot 30 minuten geduurd hebben, concludeert de onderzoeker op basis van de gegevens van eerdere brandonderzoeken. Het ingebrande sprenkelspoor is het gesmolten schuimrubber uit het matras. De brandhaard is te plaatsen binnen een cirkel van 1 à 1.20 m doorsnee.
Pijlsnel
De beeldonderzoekers zijn druk met de camerabeelden. Net als een kogel uit een vuurwapen, legt ook een vuurpijl na het afvuren een bepaalde baan af. Hoewel men talloze opties onderzoekt, lukt het niet om een vuurpijl via het openstaande bovenraampje ín de etage te krijgen. In alle digitale simulaties blijft het er onnatuurlijk uitzien. Een vuurpijl maakt immers geen scherpe bocht om op het diepe balkon te komen.
In enkele filmpjes lijken de pijlen echter wél door het open bovenraam te gaan. De getuigenverklaringen zijn ook stellig: veel mensen hebben de jongens een groot aantal vuurpijlen richting het balkon zien afvuren.
Uiteindelijk kan de gewonde bewoner van de etage zelf gehoord worden. Hij wordt geconfronteerd met het overweldigende forensisch bewijs. Hij vertelt dat hij zich nog kan herinneren dat hij ontzettend boos is geworden om die vuurwerkoverlast. Hij verklaart dat hij op het balkon iets heeft geroepen en weet ook nog dat hij bekogeld is met vuurwerk. Toen heeft hij zijn sigaret in de asbak naast z’n bed gesmeten, en is nijdig in de keuken aan de achterzijde gaan zitten, ver weg van het rumoer. Wanneer hij ruim een kwartier later de woonkamerdeur opendoet om de kamer binnen te gaan, staat deze binnen een seconde in lichterlaaie. Hij probeert nog om de boel te doven, echt waar. Daarna wordt alles zwart.
http://www.nfiverhalen.nl/een_brandende_kwestie.html