Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten Geldend op 12-02-2012

ylke

VWC lid
Geldend op 12-02-2012
[Regeling vervalt per 30-10-2015]

Deze richtlijn ziet op vuurwerkovertredingen en -misdrijven, waaronder misdrijven met betrekking tot het zelf maken van vuurwerkexplosieven.

De richtlijn geldt niet voor grote zaken, waarbij de delicten zijn te beschouwen als zware milieucriminaliteit. Dergelijke zaken dienen apart te worden beoordeeld.

Niet expliciet opgenomen in deze richtlijn, maar wel van toepassing bij economische delicten zijn de wettelijke mogelijkheden tot het aan vuurwerkbedrijven of personen die worden veroordeeld voor betrokkenheid bij de handel in verboden consumentenvuurwerk, ontzeggen van het recht om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, het intrekken van vergunningen, het verbod tot het uitoefenen van een bepaald beroep en het stilleggen van de onderneming. Dit kan bijdragen aan sanering van de vuurwerkbranche.

Sinds het in werking treden van de Pyrorichtlijn moet vuurwerk worden ingedeeld in een categorie en zijn voorzien van een CE-keur. Vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld aan particulieren moet zijn aangewezen in de
Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
(verder: RACT).

Definities

Sinds de invoering van het nieuwe Vuurwerkbesluit (verder: Vwb) d.d. 4 juli 2010, zijn de definities voor consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk veranderd.

Art. 1.1.1 lid 1:

Vuurwerk: pyrotechnische artikelen ter vermaak.

Consumentenvuurwerk: vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 1, 2 of 3 en dat bij of krachtens dit besluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

Professioneel vuurwerk: vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 4 alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in categorie 2 of 3 en dat niet bij of krachtens dit besluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

Professioneel vuurwerk mag alleen in handen zijn van personen met gespecialiseerde kennis.

Art. 1.1.2a lid 1:

Als een persoon met gespecialiseerde kennis worden aangewezen:

a. een persoon die een inrichting drijft als bedoeld in artikel 3.2.1 of 3A.2.1;
b. een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3B.1, eerste lid;
c. medewerkers van de politie in de uitoefening van hun functie;
d. medewerkers van de brandweer in de uitoefening van hun functie;
e. personen die in de uitoefening van hun functie vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding brengen bij een instelling die de genoemde producten bedrijfsmatig en uitsluitend ten behoeve van onderzoek tot ontbranding brengt;
f. medewerkers van de krijgsmacht in de uitoefening van hun functie.
Tot 4 juli 2013 geldt er een overgangstermijn. Zie hierna bij overgangstermijn.

Zelfgemaakte vuurwerkbommen / geïmproviseerd vuurwerkexplosief

Onder de zelfgemaakte vuurwerkbommen / explosieven vallen onder andere gemodificeerde vuurwerkbommen en projectielen waarvan de lading afkomstig is uit veelal illegaal vuurwerk, zoals een pijpbom. Het betreft dan een aan een bom of explosief soortgelijk voorwerp dat is bestemd voor het veroorzaken van brand of ontploffing. Zie verder lijst VI.

Op 1 à 2 uitzonderingen na komt het erop neer dat categorie 1 vuurwerk aan particulieren vanaf 12 jaar mag worden verkocht en dat het hele jaar door. Categorie 2 vuurwerk mag aan particulieren van 16 jaar en ouder worden verkocht en een klein deel van categorie 3 aan particulieren van 18 jaar en ouder. Voor al deze categorieën geldt wel dat het vuurwerk moet voldoen aan de RACT.

Vuurwerk ingedeeld in categorie 2, categorie 3 en vanaf 2013 ook categorie 4, welk vuurwerk niet is aangewezen in de RACT mag dus niet bestemd zijn voor / ter beschikking worden gesteld worden aan / voorhanden zijn bij een particulier.

Overgangstermijn

In het Vuurwerkbesluit zit (in artikel 5.3.5) een overgangstermijn tot en met 3 juli 2013. Dit artikel bepaalt, kort gezegd, dat vuurwerk dat voor 4 juli 2010 voldeed aan de Regeling nadere eisen aan vuurwerk tot en met 3 juli 2013 zonder CE keur en categorieaanduiding mag worden verkocht. Het gaat dus om vuurwerk dat zowel voorheen onder het oude Vuurwerkbesluit als nu aan consumenten verkocht mag worden en door consumenten voorhanden mag worden gehouden. Al het andere vuurwerk zonder CEkeur en categorieaanduiding, is door de overgangsbepaling professioneel vuurwerk en valt onder lijst V van deze strafvorderingsrichtlijn.

Artikel 5.3.5
1. De artikelen 1A.1.3 tot en met 1A.4.1 en 3A.1.1 zijn eerst met ingang van 4 juli 2013 van toepassing op vuurwerk behorende tot categorie 4 en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik.
2. Tot en met 3 juli 2013 wordt onder professioneel vuurwerk mede verstaan vuurwerk dat niet behoort tot categorie 1, 2 of 3 en wel behoort tot :
a. professioneel vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit, zoals dit artikel luidde op 3 juli 2010,
b. vuurwerk bestemd voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2, vijfde lid, of
c. vuurwerk waarvan de bestemming niet kan worden vastgesteld.
3. Artikel 3.1.1 van het Vuurwerkbesluit, zoals dat artikel luidde op 3 juli 2010, blijft tot en met 3 juli 2013 van toepassing op professioneel vuurwerk als bedoeld in het tweede lid.
4. Tot en met 3 juli 2013 is het in de handel brengen van vuurwerk behorende tot categorie 4 en van pyrotechnische artikelen voor theatergebruik behorende tot categorie T1 of T2 slechts toegestaan overeenkomstig de artikelen van dit besluit genoemd in het eerste lid, dan wel artikel 3.1.1, zoals dat artikel luidde op 3 juli 2010.
5. Vuurwerk dat voor 4 juli 2010 in Nederland in de handel is gebracht, mag tot en met 3 juli 2013 in Nederland worden verhandeld of gebruikt overeenkomstig het Vuurwerkbesluit zoals dat gold op 3 juli 2010.

Administratieve lastenvermindering

Er is behoefte aan administratieve lastenvermindering. Dat geldt niet alleen voor ondernemers, maar ook voor de opsporingsdiensten. Vanuit de politie is aangegeven dat aan het in beslag nemen van vuurwerk een zware administratieve last zit. Voor een deel zit de ervaren lastendruk bij in beslag genomen vuurwerk in de wijze waarop de vorige (huidige) strafvorderingsrichtlijn is opgezet. Om hieraan tegemoet te komen is gekozen voor een richtlijn die minder uitgaat van een onderverdeling in diameter, lengte of gewicht per stuk vuurwerk en minder uitgaat van aantal stuks, maar van gewicht per categorie. Verder is er minder onderverdeling per lijst.


Bestuurlijke strafbeschikking milieu

Per 1 maart 2012 zal de Bestuurlijke strafbeschikking milieu in werking treden. Alle overtredingen die samenhangen met de legale handel en opslag van vuurwerk en voorheen in de strafvorderingsrichtlijn waren opgenomen zullen dan door het bevoegd gezag worden afgedaan met een bestuurlijke strafbeschikking (hierna ook: BSB). Voor meer uitleg en de bedragen wordt verwezen naar de beleidsregels over de bestuurlijke strafbeschikking milieu.


Beschrijving

De genoemde bedragen/straffen gelden voor first offenders. Uitgangspunt zijn basisbedragen voor misdrijven. Indien het geen afgeronde bedragen betreft dienen de bedragen als volgt, in het voordeel van de verdachte, altijd naar beneden te worden afgerond:

€ 0 t/m € 100 afronden op € 5

€ 101 t/m € 500 ,, ,, € 10

€ 501 t/m € 1.000 ,, ,, € 50

€ 1.001 t/m € 5.000 ,, ,, € 100

€ 5.001 en hoger ,, , ,€ 500

De strafvorderingsrichtlijn geldt niet voor grote zaken, waarbij de delicten zijn te beschouwen als zware milieucriminaliteit. Dergelijke zaken dienen apart te worden beoordeeld.

In de strafmaat is onderscheid gemaakt op basis van bepaalde beoordelingsfactoren, te weten de hoeveelheid vuurwerk, voorhanden hebben of afleveren en de leeftijd van de koper. Op basis van algemene beoordelingsfactoren kunnen de bedragen/straffen worden verhoogd. De algemene beoordelingsfactoren zijn:

• Recidive:

De genoemde bedragen/straffen hebben betrekking op first offenders. Bij recidive wordt een verhogingspercentage toegepast van 50%.

• Economisch gewin:

Als aantoonbaar is dat het delict is gepleegd met het oog op het behalen van economisch voordeel, wordt een verhogingspercentage toegepast van 25% 1Deze verhoging blijft achterwege, indien het verkregen wederrechtelijk voordeel op enigerlei wijze wordt of is ontnomen.


• Gevaarzetting:

Als sprake is van duidelijke gevaarzetting door het plegen van het delict, wordt een verhogingspercentage van 25% toegepast.

• Misdrijf / overtreding:

De genoemde bedragen/straffen gelden voor misdrijven (opzet, voorwaardelijke opzet). Voor overtredingen (niet opzettelijk) wordt een verlagingspercentage van 25% toegepast.

Er is ook nog een bijzondere beoordelingsfactor: indien personen met gespecialiseerde kennis zich schuldig maken aan vuurwerkmisdrijven wordt een verhogingspercentage toegepast van 50%.

Taakstraffen
Ten aanzien van natuurlijke personen kan in plaats van een geldboete of een vrijheidsstraf een taakstraf worden opgelegd, of worden geëist ter zitting. Niet alle vuurwerkdelicten komen in aanmerking voor een afdoening middels een taakstraf. Voor een taakstraf komen in beginsel niet in aanmerking:

• Verdachten die reeds meer dan één keer een taakstraf hebben aangeboden of opgelegd gekregen;
• Verdachten die weigeren de door hen aangerichte schade te vergoeden of mee te werken aan schadebemiddeling;
• Verdachten die vanwege een psychische of psychiatrische problematiek niet in staat zijn de taakstraf naar behoren te verrichten;
• Verdachten zonder vaste woon- of verblijfplaats;
• Illegale vreemdelingen;
• Verdachten die niet instemmen met een taakstraf.
Voorts kan als contra-indicatie gelden dat de verdachte nog andere strafzaken open heeft staan. Verdachten van het voorhanden hebben of afleveren van verboden consumentenvuurwerk komen alleen in aanmerking voor een taakstraf indien het verkregen wederrechtelijk verkregen economisch voordeel op enigerlei wijze wordt of is ontnomen.

Bedragen tussen de € 550,– en € 3400,– kunnen worden omgezet in een taakstraf. Elke € 29,– staat gelijk aan twee uren taakstraf. Het Openbaar Ministerie kan maximaal 180 uur taakstraf opleggen bij strafbeschikking. Daarboven kan tot maximaal 240 uur een taakstraf in de vorm van een werkstraf worden geëist ter zitting. Voor vrijheidsstraffen geldt dat één dag gevangenisstraf gelijk wordt gesteld met twee uren taakstraf. Feiten waarvoor meer dan vier maanden gevangenisstraf wordt geëist, komen niet in aanmerking voor bestraffing middels een taakstraf.

Voorgeleiden
De meeste vuurwerkdelicten zijn, indien opzettelijk gepleegd, economische delicten op basis van artikel 1a, 1e categorie van de Wed. Ingevolge artikel 6 lid 1 sub 1 van de Wed zijn zij bedreigd met een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar en geldboete van de vijfde categorie. Dit houdt in dat aanhouding buiten heterdaad, inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis mogelijk zijn. Bij overtreding van de voorschriften m.b.t. de aanduiding ‘Geschikt voor particulier gebruik’ (art. 2.1.3, 2.14 Vwb) en ‘Niet geschikt voor particulier gebruik’ (art. 3.1.1 Vwb) is aanhouding buiten heterdaad niet mogelijk, omdat dit een economisch delict is op basis van artikel 1a, 2e categorie, van de Wed.

Voorgeleiding aan de rechter-commissaris ter toetsing van de inverzekeringstelling of een vordering inbewaringstelling kan worden toegepast in gevallen van verdenking van handel van enige omvang in professioneel vuurwerk of bij gevaar voor personen of zaken.

De Wet OM-afdoening (art 257a e.v. Wetboek van strafvordering)
De Wet OM-afdoening regelt dat misdrijven met een maximale strafbedreiging van zes jaar gevangenisstraf en alle overtredingen – zaken die thans door het Openbaar Ministerie kunnen worden afgedaan door middel van het aanbieden van een transactie – ook door het OM zelf kunnen worden bestraft door het uitvaardigen van een strafbeschikking. Een strafbeschikking kan onder meer een geldboete, een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (OBM), (gedrags)aanwijzingen en een schadevergoedingsmaatregel bevatten. Voorwaardelijke straffen kunnen niet in een strafbeschikking worden opgelegd.

Onttrekking aan het verkeer
Bij overtredingen met betrekking tot vuurwerk dat niet aan de gestelde producteisen voldoet, behoort onttrekking aan het verkeer (OAHV) van het inbeslaggenomen vuurwerk te worden gevorderd.

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In gevallen waarin aantoonbaar sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel, behoort dit zoveel mogelijk te worden ontnomen door het treffen van een schikking, dan wel een vordering ter zitting. Bij de eis is dit element niet apart vermeld.

Inrichtingsgebonden misdrijven

Zoals hierboven al vermeld, zal per 1 maart 2012 de bestuurlijke strafbeschikking milieu in werking treden. Het overgrote deel van de hieronder genoemde feiten zal dan overgaan naar de BSB milieu. Hieronder zal dan (per 1 maart 2012) een kortere lijst met feiten worden opgenomen.


Schema’s richtlijn vuurwerk


Invoer, uitvoer en doorvoer Artikel
Delict
Eis

1.2.2 Vwb
Vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland brengen dat niet voldoet aan de gestelde eisen en regels:

Onjuiste/geen classificatie
€ 4,– per kg; minimaal € 3400,– + OAHV

Onjuiste/geen aanduiding bestemming, productiejaar of artikelnummer (1.3.1 Vwb)
€ 3,– per kg; minimaal € 1700,– + OAHV

Niet voldoen aan producteisen
Zie lijst II t/m V + OAHV

1.3.2 Vwb
Niet (juist) melden van invoer/uitvoer:

Partij minder dan 20.000 kg
€ 3400,–

Partij 20.000 – 50.000 kg
€ 6500,–

Partij meer dan 50.000 kg
€ 10.000,–

1.4.2 Vwb
Niet (juist) registreren van ingevoerd vuurwerk
€ 6500,–

Vervoer

Vervoer
1.2.5 Vwb
Niet ononderbroken laden/lossen of het laten staan/liggen van een met vuurwerk geladen voertuig minimaal € 3400,–. 1

1 Er zijn grote verschillen mogelijk: een detailhandelaar kan tijdens de verkoopdagen een paar honderd kg vuurwerk in een bestelbusje laten liggen vlakbij het verkooppunt, maar een groothandelaar kan een complete trailer met vele tonnen vuurwerk laten staan.

Voorhanden hebben Artikel
Delict
Eis

1A. 2.1 Vwb
Voorhanden hebben van vuurwerk dat niet voldoet aan de producteisen:

consumentenvuurwerk
€ 1200,– + OAHV

theatervuurwerk
€ 1700,– + OAHV

professioneel vuurwerk, niet zijnde theatervuurwerk
€ 3400,– + OAHV

1A. 2.1 Vwb
Voorhanden hebben van vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen t.a.v. classificatie, verpakking, etikettering (o.a. naam importeur en NEM) of aanduiding:

consumentenvuurwerk
€ 170,– + boven 100 kg: € 4,– per kg + evt. VV

theatervuurwerk
€ 170,– + boven 100 kg: € 4,– per kg + evt. VV

professioneel vuurwerk, niet zijnde theatervuurwerk
€ 1700,– + boven 100 kg: € 6,– per kg, met een maximum van € 13.500,– + OAHV

Opslag Artikel
Delict
Eis

2.2.4 Vwb/

8.40 Wm
Inrichting voor de opslag van ten hoogste 1000 kg consumentenvuurwerk niet melden aan bevoegd gezag:
€ 1700,– + evt. VV

2.1 Wabo/

1.2.2 Vwb
Inrichting voor de opslag van vuurwerk opgericht of in werking zonder vergunning:

Uitsluitend consumentenvuurwerk
€ 2100,– + € 250,– per 100 kg boven de 1000 kg + evt. VV

Professioneel vuurwerk (evt. in combinatie met consumentenvuurwerk)
€ 2600,– + € 250,– per 50 kg

1.2.2, 2.2.1,

2.2.2, 2.2.3,

3.2.1, 3.2.2 Vwb,

2.3 Wabo,
Inrichting voor de opslag van vuurwerk in werking in strijd met voorschriften uit besluit, nadere eisen of vergunning:

Opslag van teveel consumentenvuurwerk
€ 1200,– + € 250,– per 100 kg + evt. VV

Opslag van teveel professioneel vuurwerk
€ 1700,– + € 250,– per 50 kg + evt. VV

Overtreding gedragvoorschriften, terwijl vuurwerk aanwezig is
Minimaal € 850,– (afhankelijk van aard en omstandigheden) + evt. VV

Overtreding constructie-eisen, terwijl vuurwerk aanwezig is
Minimaal € 1700,– (afhankelijk van aard en omstandigheden) + evt. VV

Overtreding constructie-eisen, zonder dat vuurwerk aanwezig is
Minimaal € 850,– (afhankelijk van opslagcapaciteit)

Overtreding voorschriften m.b.t. brandbeveiligingsinstallatie, terwijl vuurwerk aanwezig is
Minimaal € 3400,– (afhankelijk van aard en omstandigheden) + evt. VV

Overtreding voorschriften m.b.t. brandbeveiligingsinstallatie, zonder dat vuurwerk aanwezig is
Minimaal € 850,– (afhankelijk van opslagcapaciteit)

Overtreding veiligheidsafstanden
Minimaal € 2600,– (afhankelijk van aard en omstandigheden) + evt. VV

1.3.1, 2.1.3,

3.1.1 Vwb
Opslag van vuurwerk dat niet is voorzien van juiste classificatie of juiste aanduiding bestemming of juiste artikelnr of juiste productiejaar of naam importeur of NEM
€ 4,– per kg met een minimum van

€ 1700,– + OAHV

1.4.2 Vwb
Niet (juist) registreren van voor handelsdoeleinden voorhanden vuurwerk
€ 6500,–

1.4.3 Vwb
Niet voor B&W en brandweer beschikbaar hebben van gegevens over in de inrichting aanwezig vuurwerk
€ 1700,–

3.2.3 Vwb
Geen financiële zekerheidstelling bij opslag professioneel vuurwerk
€ 3400,–

Vervaardigen of bewerken Artikel
Delict
Eis

1.2.3 Vwb
Buiten een daartoe bestemde inrichting vervaardigen of bewerken van vuurwerk

(zie voor zonder erkenning vervaardigen van vuurwerkexplosief lijst VI)
€ 1700,– + € 2,20 per kg boven de 100 kg + evt. VV

2.1, 2.3 Wabo, 3.2.1 Vwb
In een daartoe bestemde inrichting bewerken van professioneel vuurwerk zonder vergunning of in strijd met voorschriften uit besluit, nadere eisen of vergunningvoorschriften
€ 1700,– + € 2,20 per kg boven de 100 kg + evt. VV

Verkoop, aanprijzen en afleveren Artikel
Delict
Eis

1A.2.1 Vwb, 174, 175 Sr
Ter beschikking stellen van vuurwerk dat niet aan de eisen voldoet:

Vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen m.b.t. classificatie, aanduiding geschiktheid, artikelnr, naam importeur, NEM of productiejaar
€ 6,– per kg met een minimum van € 2000,– + OAHV

2.1.4, 1.2.6 Vwb
Vuurwerk dat niet aan de eisen voldoet aanprijzen als consumentenvuurwerk, of het aanprijzen van professioneel vuurwerk, wetende dat het in strijd met de bestemming wordt gebruikt
€ 2600,– + OAHV / VV

1.4.1 Vwb
Niet (juist) melden van het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk of consumentenvuurwerk aan groothandel:

Partij minder dan 20.000 kg
€ 3400,–

Partij 20.000 – 50.000 kg
€ 6500,–

Partij meer dan 50.000 kg
€ 10.000,–

2.3.1 Vwb
Consumentenvuurwerk voor handelsdoeleinden ter beschikking stellen aan personen aan wie dat niet is toegestaan
€ 1700,– + VV

3.3.1,

1.2.2 Vwb
Professioneel vuurwerk ter beschikking stellen aan anderen dan toegestaan
Zie lijst II t/m V + OAHV

2.3.2 Vwb
Consumentenvuurwerk aan particulieren ter beschikking stellen buiten toegestane verkoopdagen
Zie lijst I + evt. VV

2.3.5 Vwb
Consumentenvuurwerk ter beschikking stellen aan persoon jonger dan 18 jaar:

Persoon jonger dan 12 jaar
€ 1300,– + € 60,– voor elke volgende overtreding + evt. VV

Persoon van 12 tot en met 15 jaar
€ 650,– + € 60,– voor elke volgende overtreding + evt. VV

Persoon van 16 tot 18 jaar
€ 340,– + € 60,– voor elke volgende overtreding + evt. VV

2.3.3 Vwb
Meer dan 10 kg consumentenvuurwerk ter beschikking stellen aan particulier
€ 650,– + € 60,– voor elke volgende overtreding + evt. VV

2.3.4 Vwb
Verkoop vuurwerk niet vanuit een daartoe bestemde verkoopruimte
€ 650,– + € 60,– voor elke volgende overtreding + evt. VV

Afsteken en tot ontbranding brengen

2.3.6 Vwb
Afsteken consumentenvuurwerk buiten toegestane tijden2
€ 100,– + VV

1.2.7 Vwb

9.2.1.2 Wm

173a/b Sr
Afsteken vuurwerk op een wijze die gevaar oplevert voor mens / milieu2
Afhankelijk van de omstandigheden + VV

3.3.2 Vwb
Toepassen van professioneel vuurwerk zonder of i.s.m. toepassingsvergunning, ontbrandingstoestemming of melding
€ 2600,– + VV

3.3.3 Vwb
Toepassingsvergunning zonder financiële zekerheidstelling
€ 1700,–

3.3.6 Vwb
Niet bijhouden van een register met toepassers, evenementen, gebruikt professioneel vuurwerk
€ 3400,–


1 Voor personen jonger dan 16 jaar geldt een eis van 50% van het tarief voor meerderjarigen.

2 Zie ook lijst IV t/m VI.


Lijsten

Er wordt onderscheid gemaakt tussen meerderjarigen en minderjarigen (jeugd). Eerst komen de lijsten die van toepassing zijn op meerderjarigen in §6.1, daarna volgen de lijsten die van toepassing zijn op jeugd in §6.2.

In de lijsten wordt gewerkt met een variabele strafmaat. Dit omdat er ook wordt gewerkt met een bandbreedte in aantal stuks of kilogrammen. Uitgangspunt is dat bij de ondergrens aantal stuks/kilogrammen de ondergrens in strafmaat hoort en bij de bovengrens aantal stuks/kilogrammen de bovengrens in strafmaat. Daarna wordt gekeken naar de eerder genoemde beoordelingsfactoren (recidive, gevaarzetting etc.).

Verder wordt bij het minder gevaarlijke vuurwerk uitgegaan van het wegen van het aangetroffen vuurwerk. Het brutogewicht wordt gewogen, dus inclusief de verpakkingen. Bij categorie 2 en categorie 3 vuurwerk zal wel uit het proces-verbaal moeten blijken of het betreffende vuurwerk is aangewezen als consumentenvuurwerk.

In het bijbehorende proces-verbaal zullen de omstandigheden dienen te worden aangegeven waaronder het vuurwerk is aangetroffen in verband met de gevaarzetting en of er sprake was van handel


De ‘big five’

In 2013 is de categorie indeling op vuurwerk verplicht. In afwachting hiervan is er nu een kort lijstje, de ‘big five’ opgesteld van de op dit moment bekende gevaarlijkste soorten.

Alleen de ‘big five’ soorten worden nog uitgebreid beschreven op soort, gewicht, uitwendige diameter en aanwezigheid van deskundigenverklaring van het NFI (incl. foto).

lijst ‘Big Five’

1
Lawine pijlen

2
Shells (mortierbommen)

3
Flowerbeds met pijpen > 35 mm (inwendige diameter)

4
Romeinse kaars > 35 mm (inwendige diameter)

5
Knalvuurwerk (b.v. strijkers en nitraten langer dan 55 mm, vlinders en Napolitaanse bommen) (categorie 4)

Meerderjarigen

Lijst I. Consumentenvuurwerk, maar voorhanden buiten toegestane tijd en/of meer dan 10 kg voorhanden (art. 1.2.4 Vwb)

Consumentenvuurwerk
Voorhanden hebben (buiten toegestane tijd)
Ter beschikking stellen/afleveren (buiten toegestane tijd)
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 16 jaar (buiten toegestane tijd)

t/m 10 kg1 € 100, € 220,– € 330,–

11 tot 50 kg € 250,– € 550,– € 700,–

50 tot 100 kg € 500, € 1000,– € 1200,–

100 kg of meer € 750,– of meer € 1500,– of meer € 1800,– of meer

1 Art. 1.2.4 Vwb lid 2 stelt dat het verbod niet van toepassing is in de periode dat consumentenvuurwerk o.g.v. art. 2.3.2 ter beschikking mag worden gesteld of ingevolge art. 2.3.6 tot ontbranding mag worden gebracht

Lijst II. Professioneel vuurwerk categorie 2

Vuurwerk, dat is ingedeeld in categorie 2 en in de RACT niet is aangewezen als consumentenvuurwerk.

Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).

Categorie 2
Voorhanden hebben

tot 25 kg € 200 tot € 400
25 tot 100 kg € 400 tot € 600
100 kg of meer 1 mnd of meer

Ter beschikking stellen/afleveren
tot 25 kg € 400 tot € 600
25 tot 100 kg 1 tot 2 weken
100 kg of meer 6 weken of meer

Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 16 jaar

tot 25 kg 1 tot 2 weken
25 tot 100 kg 2 tot 3 weken
100 kg of meer 2 mnd of meer

Voor verdere richtlijnen betreffende straffen voor het in het bezit hebben van:

Lijst III. Professioneel vuurwerk categorie 3
Lijst IV. Risicovol professioneel vuurwerk categorie 4
Lijst V. Oneigenlijk professioneel knalvuurwerk categorie 4 / niet-ingedeeld vuurwerk
Lijst VI. geïmproviseerd vuurwerkexplosief
Jeugdstrafrecht
Lijst I. Volgens RACT aangewezen als consumentenvuurwerk, maar voorhanden buiten toegestane tijd en/of meer dan 10 kg voorhanden (art. 1.2.4 Vwb)
Lijst II. Professioneel vuurwerk categorie 2
Lijst III. categorie 3 vuurwerk
Lijst IV. Risicovol professioneel vuurwerk
Lijst V. Oneigenlijk professioneel knalvuurwerk / niet-ingedeeld vuurwerk
Lijst VI. geïmproviseerd vuurwerkexplosief


Zie deze link; strafrecht
 
lijst ‘Big Five’

1
Lawine pijlen

2
Shells (mortierbommen)

3
Flowerbeds met pijpen > 35 mm (inwendige diameter)

4
Romeinse kaars > 35 mm (inwendige diameter)

5
Knalvuurwerk (b.v. strijkers en nitraten langer dan 55 mm, vlinders en Napolitaanse bommen) (categorie 4)


Dus als ik het goed begrijp maakt het niet uit of je met een strijker of een cobra word gepakt?
zolang het bijden langer is als 55mm (5,5cm) dan valt het standaart in catogorie 4..
beetje raar niet?
 
Voor noodseinmiddelen wordt zeker iets anders gehandhaaft, want daar wordt niet overgesproken. Of ik heb er overheen gelezen.
De noodseinmiddelen vind je boorplatformen en op zeeschepen. (rookpotten, parachuterockets en handfakkels.)
Noodseinmiddelen zijn toch ook pyrotechnische middelen, die in een ergens ingedeeld horen te worden? Dit zijn wel artikelen die een "consument" voor handen kan hebben. Heb je een groot vaarbewijs dan mag/moet je naar mijn weten een noodseinmiddel op je boot hebben.
Nu vraag ik mij toch af waarom dit hier niet is in opgenomen.
 
lijst ‘Big Five’

1
Lawine pijlen

2
Shells (mortierbommen)

3
Flowerbeds met pijpen > 35 mm (inwendige diameter)

4
Romeinse kaars > 35 mm (inwendige diameter)

5
Knalvuurwerk (b.v. strijkers en nitraten langer dan 55 mm, vlinders en Napolitaanse bommen) (categorie 4)


Dus als ik het goed begrijp maakt het niet uit of je met een strijker of een cobra word gepakt?
zolang het bijden langer is als 55mm (5,5cm) dan valt het standaart in catogorie 4..
beetje raar niet?

Wist je dan nog niet dat dit land heel raar is?:shocked:
 
Ik ben afgelopen jaar gepakt met deels illegaal en legaal vuurwerk ( legaal vuurwerk uit nederland )
totaal van 674 kg brutto en 260 kg netto aan kruit.
Als ik hier bovenstaande allemaal lees dan moet ik een vermogen betalen,was mijn eerste en laatste keer !!!
waren voornamelijk shells ( 3t/m 6 inch) en een karton CM5, de rest was consum.spul van original.

heeft er iemand een idee wat hier voor een boete op staat ( richtlijn).
waren ongeveer 10 tot 12 kartons shells
 
Ik ben afgelopen jaar gepakt met deels illegaal en legaal vuurwerk ( legaal vuurwerk uit nederland )
totaal van 674 kg brutto en 260 kg netto aan kruit.
Als ik hier bovenstaande allemaal lees dan moet ik een vermogen betalen,was mijn eerste en laatste keer !!!
waren voornamelijk shells ( 3t/m 6 inch) en een karton CM5, de rest was consum.spul van original.

heeft er iemand een idee wat hier voor een boete op staat ( richtlijn).
waren ongeveer 10 tot 12 kartons shells

Misschien heb je iets aan dit pdf bestand in de onderstaande link,

http://forum.vuurwerkcrew.nl/showth...jeugdige-verdachten-bij-vuurwerkovertredingen

Hoop voor je dat het goed afloopt, maar het is nog al niet wat waar je mee gepakt bent..Succes.
 
Het kan aan mij liggen, maar ik vind dit nogal verwarrend. Voor bijvoorbeeld het binnen nederlands grondgebied brengen van niet volstaand vuurwerk min. 3400 euries boete? Dat zou dus betekenen dat als hendtje halverwege juli bij de grens met belgie gesnapt word door oom agent met 20 kilo vuurwerk in zijn kofferbak, hij 3400 euries lichter is? En zou ook haast denken dat we het dan hebben over een misdrijf. Puur kijkend naar de absurde hoogte van dat bedrag dan he.

Edit: ik dacht dat een beetje vuurwerk halen in belgie een overtreding was in plaats van een misdrijf?
 
Laatst bewerkt:
Back
Bovenaan