
Feestelijke afsluiting van 2012
Wordt het een spetterende, knetterend jaarwisseling met veel rotjes en vuurwerk, wordt het een rustige avond thuis aan tafel met een goede maaltijd en dito wijn om samen vrienden om het afgelopen jaar nog eens door te nemen, wordt het een hotelarrangement met feestelijke buffetten en zwoele dansmuziek en mooie jurken of wordt het een spelletjesavond met veel oliebollen, appelflappen en Glühwein?
Wat het ook wordt, de laatste avond van het jaar blijft altijd een bijzondere avond.
Offers voor de boze geesten
In de vroege Middeleeuwen werden eerst de geesten met veel lawaai, tromgeroffel en geknal uitgedreven. Dit van oorsprong heidense gebruik houden wij tot op de dag van vandaag in stand met klokgelui, vuurwerk en knallende champagnekurken. Men geloofde heilig, dat de goede geesten mens en dier vruchtbaar maakten en het gewas deed groeien. Men bracht offers, die men na het ritueel zelf opat en -opdronk. Voorbeelden hiervan zijn onze oliebollen, duivekaters, wafels, knieperties, spekdikken, appelflappen en -beignets.
Oliebollenwijsheid
Over de herkomst van de oliebol doen verschillende theorieën de ronde. Eén van de Germaanse sagen gaat over Perchta. Of zij een godin of heks was vertelt het verhaal niet. Zij waadde tussen 26 december en 6 januari door de Duitssprekende lage landen en werd tevreden gehouden met oliekoeken, die zij vervolgens zelf opaten.
Een andere mogelijkheid is, dat Kerstmis het einde van de vastenperiode was, die op 11 november begonnen was. Na een maand vasten was er alle reden tot een feestje met van droge grondstoffen bereide oliekoeken, omdat al het verse voedsel weken geleden was opgemaakt.
De Portugese Joden claimen dat de oliebol bij hen vandaan komt. Op de vlucht voor de Spaanse Inquisitie verspreiden de gerechten zich over heel Europa. In veel landen worden vergelijkbare koeken gebakken. Veel Joodse gerechten hebben een religieuze oorsprong of verwijzing er naar. Zo zou de olie terugslaan op de olie uit 8-armige kandelaar (Menora) in de tempel van Jeruzalem.
Duivekater of deuvekater is een Amsterdams of Zaans feestbrood. Het is een zoet, ovaal, wit, vloerbrood, dat bij alle kerkelijke feesten zoals Pasen, Pinksteren en Kerstmis op tafel komt. De Germaans Deuvels Kakor werd tijdens het midwinterfeest geofferd om de duivel uit te drijven.
Wafeltjes, knieperties, nieuwjaarsrolletjes
Allemaal worden ze gebakken van het een min of meer zelfde soort cakedeeg van boter, bloem, melk, suiker en eieren met een wafelijzer. De Belgische wafels zijn dik met poedersuiker en Nederlandse zuinigjes dun als koekjes. Deze vorm kan rond zijn, groot of klein, ruitje, hartvormig, of snel opgerold als het koekje nog warm en slap is. Het is een hele kunst, waar menig Drentse of Tukkerse huisvrouw de handen aan gebrand heeft. Heel lekker is het om de rolletjes te vullen met slagroom.
Spekdikken
Spekdikken komen uit het Westerwold, een streek in Zuid-oost Groningen tussen de Veenkolonien en de Duitsegrens. Het is een kleine pannenkoekje van roggemeel met spek en droge worst, dat als lokale specialiteit in Westerwolde (Groningen) en in het Reiderland (Oost-Friesland) rond Nieuwjaar met stroop wordt gegeten. Eén ding is zeker, het legt een stevige bodem voor een ruige oudejaarsnacht met veel alcohol.
Bubbels
Bubbels zitten in champagne, prosecco, spumante, crémant of cava en nog vele andere mousserende wijnen, waarmee het oude jaar wordt uit geknald met het ontkurken van deze wijnen. Sommige mensen vinden het leuk om de kurk te laten knallen en weg te schieten, zodat de bruisende wijn uit de fles spat als vuurwerk. Eigenlijk mag een champagnekurk helemaal niet knallen en hoor je zo veel mogelijk bubbels in de fles te houden.
Proost op een heel gezond 2013.
Bon Appétit, Nienke ten Hoor-Aukema
Bron