De geesten weer een jaartje verjaagd
De stand, net buiten het beveiligde woonpark, oogt verlaten. Geen klant te zien. Een verkoopster hangt tussen haar nering. Halve prijs, roept ze, in een poging nog wat resterend vuurwerk te verkopen. Afsteken mag niet meer, kopen - voor volgend jaar - natuurlijk wel.
Kortgeleden stonden de klanten rijendik opgesteld. Het was dringen, duwen en schreeuwen om het beste knal- en lichtwerk te krijgen. Ofwel, om elkaar een beetje - ongelukkige uitdrukking, ik geef het toe – de ogen uitsteken. Er waren af en toe shows die hun weerga niet kenden. Vuurwerk in Nederland? Het mag dan Made in China zijn, de regels die in Holland aan het Bengaalse vuurwerk (hier wordt stellig ontkend dat de uitvinding van vuurwerk de Bengalen toekomt) en de luchthuilers zijn gehangen zijn zo streng, die steken ze in China in verjaardagstaarten. De sassen die voor het spektakel moeten zorgen hebben nu eenmaal wat meer power. Bij het betere knalwerk voel je de spanning op de muren.
Het merendeel – tachtig procent wordt gezegd - van de geestenverdrijvers komt uit Liu Yang, een stad met bijna anderhalf miljoen mensen in de provincie Hunan. Hier draaien vierhonderd fabrieken jaarlijks fullcontinue om het hele land enkele dagen van vuurwerk te voorzien.
Het is niet alleen kwaliteit dat hier de lucht ingaat, maar ook kwantiteit. Dagen na het nieuwjaarsfeest was er nog steeds een onophoudelijk ratelvuur aan de gang. Artillerie van het betere soort. Er zijn niet alleen veel mensen in China, er huizen blijkbaar ook veel demonen van overledenen. Die moeten allemaal worden verjaagd om het Jaar van de Tijger voorspoedig te laten verlopen. Dus wordt er lustig op losgeknald, van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht. En dan bedoel ik ook echt: geknáld.
Maar da’s niet zo gek, gezien de historie van de traditie. Vuurwerk wordt hier fang hua genoemd (zeg maar het siervuurwerk) en fang pao. Dat laatste woord verwijst naar het afgaan van een kanon, en daarmee dekt het precies de lading van deze Chinese donderklappers. Als je die geesten wegjaagt, doe het dan goed, doe het dan rigoureus.
De verkoopster lijkt maar weinig te kunnen slijten. Zij zit opgescheept met een hele berg strijkers, ratelbanden, grondbloemen, Romeinse kaarsen, sierpotten, fonteinen, kanonslagen, vlinders en de gevreesde widowmakers. Ik zou het goed opbergen. Als het in handen van een verdwaalde geest komt...
http://www.geledraak.nl/html/showarticle.asp?id=3234
De stand, net buiten het beveiligde woonpark, oogt verlaten. Geen klant te zien. Een verkoopster hangt tussen haar nering. Halve prijs, roept ze, in een poging nog wat resterend vuurwerk te verkopen. Afsteken mag niet meer, kopen - voor volgend jaar - natuurlijk wel.
Kortgeleden stonden de klanten rijendik opgesteld. Het was dringen, duwen en schreeuwen om het beste knal- en lichtwerk te krijgen. Ofwel, om elkaar een beetje - ongelukkige uitdrukking, ik geef het toe – de ogen uitsteken. Er waren af en toe shows die hun weerga niet kenden. Vuurwerk in Nederland? Het mag dan Made in China zijn, de regels die in Holland aan het Bengaalse vuurwerk (hier wordt stellig ontkend dat de uitvinding van vuurwerk de Bengalen toekomt) en de luchthuilers zijn gehangen zijn zo streng, die steken ze in China in verjaardagstaarten. De sassen die voor het spektakel moeten zorgen hebben nu eenmaal wat meer power. Bij het betere knalwerk voel je de spanning op de muren.
Het merendeel – tachtig procent wordt gezegd - van de geestenverdrijvers komt uit Liu Yang, een stad met bijna anderhalf miljoen mensen in de provincie Hunan. Hier draaien vierhonderd fabrieken jaarlijks fullcontinue om het hele land enkele dagen van vuurwerk te voorzien.
Het is niet alleen kwaliteit dat hier de lucht ingaat, maar ook kwantiteit. Dagen na het nieuwjaarsfeest was er nog steeds een onophoudelijk ratelvuur aan de gang. Artillerie van het betere soort. Er zijn niet alleen veel mensen in China, er huizen blijkbaar ook veel demonen van overledenen. Die moeten allemaal worden verjaagd om het Jaar van de Tijger voorspoedig te laten verlopen. Dus wordt er lustig op losgeknald, van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht. En dan bedoel ik ook echt: geknáld.
Maar da’s niet zo gek, gezien de historie van de traditie. Vuurwerk wordt hier fang hua genoemd (zeg maar het siervuurwerk) en fang pao. Dat laatste woord verwijst naar het afgaan van een kanon, en daarmee dekt het precies de lading van deze Chinese donderklappers. Als je die geesten wegjaagt, doe het dan goed, doe het dan rigoureus.
De verkoopster lijkt maar weinig te kunnen slijten. Zij zit opgescheept met een hele berg strijkers, ratelbanden, grondbloemen, Romeinse kaarsen, sierpotten, fonteinen, kanonslagen, vlinders en de gevreesde widowmakers. Ik zou het goed opbergen. Als het in handen van een verdwaalde geest komt...
http://www.geledraak.nl/html/showarticle.asp?id=3234