Vandaag een kort sfeerverslag van mijn allereerste trip naar België in 2010. In 2009 haalde ik mijn rijbewijs twee weekjes voor de jaarwisseling. Tijdens oud en nieuw ontstond bij mij en mijn neefje al snel het idee om een keer naar België te rijden om daar knalvuurwerk te kopen. Het moest allemaal gebeuren zonder dat onze ouders het door hadden. In het sfeerverslag hieronder beschrijf ik hoe ik dat tien jaar geleden mee gemaakt heb. Natuurlijk zijn na 10 jaar niet alle details in het verhaal helemaal accuraat. De gesprekken hieronder hebben wel plaatsgevonden en ook in de strekking waarin ik ze opgeschreven heb, maar de letterlijke woorden weet ik na al die jaren natuurlijk niet meer precies. Het was in ieder geval een memorabele trip voor ons. De beelden van de jaarwisseling zijn in post #16 hierboven terug te vinden.
Veel leesplezier!
Gespannen kijk ik over het stuur door de voorruit naar buiten. Naast mij stapt de examinator in. Terwijl hij zijn gordel vast klikt zegt hij: 'Voor we gaan rijden eerst wat technische vragen over de auto.
Er valt een korte stilte.
'Waar zit het stuur?'
Neemt hij mij nou in de maling? Ik kijk opzij en antwoord wat onzeker: 'Hier.' Ik knik naar het stuur.
'Helemaal goed. Waar zit het gevarenlicht?'
Het gevoel dat de examinator een loopje met mij neemt wordt steeds sterker. Ik wijs het knopje met de rode driehoek op het dashboard aan.
'Perfect. En waar kun je het gevarenlicht voor gebruiken.'
'Die kun je gebruiken als je met pech staat. Maar ook om gevaar aan te geven. Bijvoorbeeld als je een file inrijdt. Dan kun je de auto's achter je waarschuwen.'
'Heel erg goed. Zeker het laatste is iets dat vaak vergeten wordt. Start de auto maar dan gaan we rijden.'
Als we het terrein van het CBR af draaien valt de meeste spanning van mijn schouders. Ik vind auto rijden heerlijk. Dat stukje vrijheid. Straks ben ik niet meer afhankelijk van mijn ouders die mij nu nog overal naar toe moeten brengen. Zij zullen ook wel blij zijn als ik straks gewoon zelf op pad kan. Als we na 25 minuten weer de parkeerplaats voor het CBR weer opdraaien heb ik het gevoel dat het wel goed zit. Onderweg hebben we ronduit over het winterweer en schaatsen zitten praten. Toevallig is mijn examinator, net als ik, een enorme schaatsliefhebber.
Het afrijden zelf ging van een leien dakje. Al werd het me ook niet echt moeilijk gemaakt met de speciale verrichtingen (parkeren op een praktisch lege parkeerplaats en straatje keren op een plek waar een vrachtwagen zonder steken nog kon keren).
'Parkeer hem daar maar', de examinator wijst een plekje aan. Op de plek daarnaast is een andere examenkandidaat aan het inparkeren. Ik kijk het even aan, want het meisje is al voor de derde keer aan het steken.
'Vind je het goed als ik hem ietsje verder zet?' vraag ik terwijl ik met een gebaar duidelijk probeer te maken dat ik vind dat het meisje nogal loopt te klooien.
'Ja prima, het is jouw examen.'
Om toch nog even te laten zien wat ik kan parkeer ik de auto soepeltjes achteruit tussen twee andere auto's in.
'Eigenlijk mag ik het pas binnen zeggen, maar je bent wel geslaagd. We bespreken het binnen even na, maar goed gedaan.' Ik krijg een schouderklopje van de examinator. Van binnen doe ik een vreugde dansje. Het is 16 december 2009.
Een paar dagen later sta ik met het roze pasje in mijn handen. Mijn eigen foto kijkt me streng aan. Naast mij staat mijn moeder. Als we het gemeentehuis uit lopen drukt ze de autosleutel in mijn handen. 'Zo, jij rijdt naar huis.'
Een beetje schokkerig rij ik weg van de parkeerplaats. Twee straten verder heb ik de auto onder de knie. Van diesel naar benzine, nieuwe auto naar oude auto, een ander punt waarop de koppeling aangrijpt. De versnellingsbak vergt ook even wat gewenning. Zoals mijn vader altijd over de auto zei: 'Het is net alsof je in een pan soep roert opzoek naar de juiste versnelling.' Maar al snel ontwikkel ik een gevoel voor waar de versnellingen liggen. Ja de bak schakelt vaag, maar dat went snel.
Na de witte kerst was het de laatste daagjes aftellen voordat ik voor de allereerste keer zelf met de auto op pad mag om mijn vuurwerk op te halen. De jaarwisseling vier ik overdag met mijn neefje. Gedurende oudjaarsdag ontstaat het idee om aankomend jaar naar België te rijden om daar vuurwerk te kopen. Omdat we er niet helemaal zeker van zijn dat onze ouders het goed vinden besluiten we om een plannetje te smeden.
Een paar maanden later heb ik een ideetje uitgewerkt. Ik bel mijn neefje om het plan uiteen te zetten.
'Yo, Bus. Alles goed gozer?'
'Ja man, met jou dan?'
'Prima, prima. Hé luister eens. Ik heb misschien een goed idee.'
'Vertel.'
'Ik dacht. Als we nou eens naar kamp Vught gaan. Dan zitten we al een heel stuk in de goede richting. Rijden we daarna door naar Baarle.'
'Oh ja goed idee! Dan kunnen we makkelijk een dagje weg blijven. Wanneer gaan we?'
'Wat jou uitkomt. Ik kan wel een dagje college's skippen. Kijk maar ff wanneer je kan.'
'Is goed, we houden contact.'
'Is flex, spreek ik je.'
'Later.'
Aangezien we allebei een flinke interesse hebben in de Tweede Wereldoorlog leek het me altijd al interessant om een keer een bezoek te brengen aan kamp Vught. Nu ligt dat ook nog eens mooi op de route naar Baarle. Ik mag de auto van mijn ouders mee nemen. In oktober is het dan zo ver. We gaan op pad richting Vught om daarna door te rijden naar Baarle.
'Heb je alles bij je?'
'Ja, rijbewijs, geld, de routebeschrijving.'
'Eten?'
'Nee, we halen onderweg wel wat, komt goed.'
'Oké, heel veel plezier dan. En gebruik je verstand.'
Ik stap samen met mijn neefje in de auto. Mijn ouders zwaaien ons uit terwijl we de straat uit draaien. De routebeschrijving druk ik bij mijn neefje in zijn handen.
'Zo, jij mag zeggen hoe we moeten rijden.'
Mijn neefje kijkt vertwijfeld naar het stapeltje A4-tjes dat ik zijn handen heb gedrukt.
'Heb je geen tomtom?'
'Nee helaas, dus je moet het hier mee doen.'
Een klein kwartier later draaien we de A16 op. Terwijl we de Van Brienenoordbrug over rijden brengt mijn neefje het gesprek op vuurwerk.
'Weet jij al wat je gaat halen?'
'Nee, ik heb eerlijk gezegd nog geen idee. Ik denk wat nitraten, misschien nog wat anders. Ik kijk daar wel. Jij dan?'
'Geen idee ook, weet eigenlijk niet precies wat ze er hebben.'
'Ik ook niet, we zien het daar wel toch?'
Mijn neefje knikt. Het onderwerp van het gesprek veranderd.
Een uurtje later zijn we in Vught. Omdat we er ruim voor de openingstijd zijn lopen we eerst naar de fusilladeplaats. Aan het einde van de voormalige schietbaan staat tegenwoordig een imposant monument met daarop de namen van de 329 mannen die in de loop van 1944 op deze plek werden geëxecuteerd. Het is een indrukwekkende plek. We kijken hier op ons gemak rond tot het tijd is dat het museum open gaat.
Het is nog erg rustig als we weer voor de deur staan. We kopen twee kaartjes en lopen het museum zelf binnen.
'Kijken we eerst binnen rond, voordat we naar buiten gaan?' vraagt mijn neefje.
'Wat mij betreft prima.'
We slenteren door de tentoonstelling rond. Indrukwekkende verhalen over een periode die gelukkig ver achter ons ligt, maar nooit vergeten mag worden. Buiten lopen we onder de indruk rond door de nagebouwde barak en het crematorium.
Als we uitgekeken zijn hebben we aan een wederzijdse blik genoeg. Samen lopen we het museum uit richting de auto. Stil van de indrukken stappen we in. Als ik richting de doorgaande weg rij is het mijn neefje die voor het eerst weer wat zegt.
'Bizar hè, vind je niet?'
'Ja zeker, het was heel indrukwekkend. Zeker een aanrader om te bezoeken. Het was echt heel mooi.'
'En... Nu?'
'Naar Baarle. Pak jij de routebeschrijving?'
'Oh, ja. Natuurlijk.'
Mijn neefje raapt de A4-tjes van de vloer voor zich.
'Even kijken. We moeten eerst richting Tilburg. Hier rechts.'
Ik zet het knipperlicht van de auto aan en draai rechtsaf de N65 op. Het is ongeveer 45 minuten rijden naar Baarle. We kiezen er voor om naar de Tabak-o-thiek te rijden. Ik had een aantal filmpjes gezien op internet over deze winkel en had op basis daarvan besloten dat dit dé plek om vuurwerk in België te kopen was. Onderweg kom ik voor mijn gevoel wel honderd flitspalen tegen. Telkens vergewis ik me ervan dat ik absoluut niet te hard rijd. Stel je voor dat er een boete op de mat ploft bij mijn ouders van een plek waar ik helemaal niet geweest hoor te zijn!
Als we de straat in draaien bij de Tabak-o-thiek word ik toch wel wat zenuwachtig.
'Waar moeten we parkeren?' vraagt mijn neefje.
'Ik heb geen idee, gewoon voor de deur?'
'Is dat wel slim?'
'Ja. Nee. Geen idee', zeg ik schouderophalend. Ik kijk om mij heen. 'Zie jij controle?'
Mijn neefje reageert ontkennend.
'Oké, ik zet hem hier wel neer dan.'
Uiteindelijk parkeer ik de auto een meter of honderd bij de winkel vandaan. Is het België waar we staan? Is het Nederland? Ik heb werkelijk waar geen flauw idee. Misschien had ik beter moeten uitzoeken waar ik het best kon parkeren, maar dat is nu te laat. Uit de kofferbak pak ik twee lege rugzakken.
Flink opgelaten stappen we de winkel binnen. Er zijn nog een paar andere mensen binnen, maar het is behoorlijk rustig in de winkel. Achter de toonbank staat iemand die ik herken van de filmpjes. Gijs. Terwijl hij de klanten voor ons helpt slenter ik langs de dummy's. Ik weet dat ik niet te veel mee kan nemen, want ik moet het ook nog thuis naar binnen smokkelen en een paar maanden verstoppen. Ondertussen is de winkel leeg geraakt. Gijs kijkt ons van achter de toonbank aan.
'Kan ik jullie helpen?'
'Ehh, ja. Ehm, we... eh. We zoeken wat vuurwerk', hakkel ik. Duh, stomkop, denk ik bij mijzelf. Natuurlijk kom je voor vuurwerk, je staat in een vuurwerkwinkel! Ik probeer me te herstellen van de onduidelijke woorden van daarnet.
'We komen voor wat vuurwerk.'
'Oké, wat hebben jullie op het oog?'
'We weten het niet precies, maar in ieder geval wat knalvuurwerk.'
We worden op een aanbieding gewezen. In het pakket zit van alles wat. Ugly Joe's, Trueno's, The Mammoth, etc. Ik kijk mijn neefje aan.
'Lijkt me wel wat,' zegt hij.
'Zullen we die dan delen? Lijkt me wel genoeg voor ons tweeën.'
'Helemaal prima, doe maar.'
'Dan wil ik er ook graag nog zo'n The Chain 60 bij.'
Terwijl Gijs onze spullen op de toonbank legt stel ik hem toch wat zenuwachtig een vraag: 'Weet jij of er nog controles staan?'
Gijs moet een beetje grinniken: 'Controles? Nee joh, die staan er bijna nooit. Zit je op een forum?'
'Ja, op AVP,' antwoord ik.
Ik sta met Gijs nog heel even te kletsen over dat iedereen op de fora elkaar altijd helemaal gek maakt over controles. In de praktijk staan die er bijna nooit. En anders zijn ze meestal wel op de hoogte als er ergens wel gecontroleerd wordt. Aan het einde van ons gesprek reken ik af.
'Gaat het zo mee?'
'Ja het lukt wel,' wijs ik op de twee rugzakken.
'Oké, tot ziens.'
'Tot ziens.'
We schuiven ons vuurwerk in onze rugzakken en lopen de winkel uit. Zonder problemen rijden we Baarle uit en al snel zitten we weer op de snelweg richting Rotterdam. Mijn neefje zet ik thuis af. Vanaf daar is het nog 10 minuten voordat ik zelf thuis ben. Thuis aangekomen schiet ik met mijn volle rugzak gelijk door naar zolder.
'Hé, leuk dat je even gedag zegt als je binnen komt,' hoor ik beneden aan de trap.
'Ik kom er aan!'
Snel vergewis ik me ervan dat de doosjes knalvuurwerk veilig verstopt liggen in de schuifkast. Ik weet zeker dat mijn ouders daar niet komen. Met een uitgestreken gezicht loop ik de woonkamer in.
'Hoe was het?' vragen mijn ouders.
'Ja heel gaaf, heel indrukwekkend allemaal.'
Ik vertel hoe de dag was en ga daarna weer mijn eigen ding doen.
Een paar maanden later is het weer zover. Oud en nieuw. 2010 wordt over een paar uur 2011. Ik heb dit jaar mijn grootste collectie ooit. Dit jaar vieren we het op drie plekken. 's Ochtends bij mijn tante. 's Middags en het begin van de avond thuis. Het nieuwe jaar luiden we in bij mijn oom. Overdag vermaken we ons prima met single shots, heksenkringen en natuurlijk met de nodige Belgische knallers.
'Volgensmij ben ik er voor nu aardig doorheen.' Snel werp ik een blik in mijn rugzak. 'Ja, nog één nitraat en wat kleine dingetjes.' De nitraat trek ik uit mijn rugzak en terwijl ik hem weg gooi komt er net een politieauto de hoek om rijden. Bij de knal stoppen ze even, kijken de situatie even aan, maar rijden dan toch door. Ik moet een beetje lachen.
'Volgens mij is het tijd voor mij om naar mijn eigen huis te gaan. Jij komt daar vanmiddag ook naartoe toch?' vraag ik aan mijn neefje.
'Ja, ik kom later. Eerst ff alles bij mijn pa afgooien. Dan kom ik ook.'
'Top, zie ik je straks wel weer.'
Thuis aangekomen eet ik even wat en maak ik de balans op. Nog meer dan voldoende om te stoken. Ik vul mijn rugzak weer tot de rand met babypijlen, single shots, en wat knalspul. Als de bel gaat loop ik naar de voordeur. Voor de deur staat mijn neefje.
'Hey, ben ik weer.'
'Kom binnen.'
'Al weer bijgevuld?' vraagt hij terwijl hij over de drempel stapt.
'Ja zeker. Wil je wat drinken of gaan we gelijk naar buiten.'
'Nee we gaan wel naar buiten.'
Als we even voor de deur hebben staan stoken durf ik het wel aan. Ik pak een nitraat, steek hem aan en gooi hem een stukje weg. Precies op dat moment stapt mijn vader naar buiten. Zul je altijd zien. Bij de knal kijkt hij verwonderd op.
'Zo, dat was aardig hard. Is dat ook gewoon Nederlands?'
Aan de toon te horen waarop hij dat zei weet ik dat ik mij niet achter een laf smoesje kan verschuilen. Ik besluit dan ook maar om het hele verhaal op te biechten. Aan het einde van het verhaal moest mijn vader een beetje lachen. Ze hadden wel doorgehad dat we nog iets anders hadden uitgevroten die dag dat we naar Vught gingen. Ze wisten alleen niet precies wat. Boos waren ze niet, alleen teleurgesteld dat ik niet gewoon gezegd had wat ik ging doen. Zolang ik mijn verstand maar zou gebruiken met afsteken vonden ze het helemaal prima. Later heeft mijn neefje het verhaal ook opgebiecht aan mijn oom. Die moest er ook om lachen dat we het zo stiekem gedaan hadden en hij was vooral teleurgesteld dat we niets voor hem mee hadden genomen. Dat moesten we het jaar erop maar goed maken.