De roep naar reuring en baldadigheid op het platteland. Carbidschieten als hoogtepunt van de jaarwisseling. Vuurwerk is niet weg te denken uit de dorpen. Maar in de steden klinkt gemor. De lasten van vuurwerk wegen daar niet langer op tegen het plezier.
Jan Sibelt (66) duikt in de archieven van de Historische Kring Dalfsen en haalt een aantal oude foto’s tevoorschijn. ‘Jaarwisseling 1978/1979’, valt te lezen in het onderschrift. ,,Onze dorpse tradities tijdens oud en nieuw”, wijst hij trots. Hij rakelt ze moeiteloos op. ,,Tafelen tijdens oudejaarsavond, wekenlang nieuwjaarswensen overbrengen aan de buren en zelf ‘klappers’ maken in de schuur.”
Op de foto’s uit ’78 staan wagens afgebeeld met daaromheen melkbussen en lege kratten. ,,De sleeptraditie. Dan kiepten we in de oudejaarsnacht een vracht mest voor de ingang van de kerk. Vooral onder boeren erg populair. Net zoals het schieten van carbid, tegenwoordig populairder dan ooit. Hoe dat komt? Een soort vandalisme denk ik, maar met de jaarwisseling mag het. Dat geeft een kick.”
Harde knallen
De vuurwerktraditie leeft op het platteland. ,,Hoe harder de knal, hoe beter”, weet Sibelt. Voor een verbod op vuurwerk zijn dan ook weinig dorpen te porren. Dat blijkt ook uit de enquête onder lezers van de Stentor. De resultaten laten een scherpe tweedeling zien tussen het platteland en de stad. In dorpen als Urk (70 procent), Oldebroek (68 procent) en Dalfsen (65 procent) is de overgrote meerderheid tegen een vuurwerkvrije jaarwisseling.
In steden denken ze daar heel anders over. In Apeldoorn, Deventer, Harderwijk en Zutphen is juist veel verdeeldheid over een verbod.
Oorlog
De uitkomsten verbazen stadshistoricus Clemens Hogenstijn uit Deventer niet. Hoewel vuurwerk tijdens de jaarwisseling vooral na de oorlog opkwam, is de traditiecultuur in de dorpen al honderden jaren oud. ,,Op het platteland was weinig te beleven. De tradities waren een verademing op het rustige platteland, waar weinig vermaak was. Dat gold na de oorlog ook voor vuurwerk.”
Volgens Hogenstijn is traditie een belangrijke pijler om de samenleving in dorpen bij elkaar te houden. ,,De jaarwisseling is van oudsher een heel gebeuren. Buren brachten elkaar nieuwjaarswensen en de rekening van het afgelopen jaar werd vereffend.” Ook noaberschap speelde volgens de historicus een rol. ,,In de stad zat de gemeenschap veel losser in elkaar. Mensen kwamen naar de stad om geld te verdienen. Import noemden we dat. De tradities waren minder belangrijk.”
Het is te gemakke*lijk om voorbij te gaan aan de kritiek van tegenstan*ders
Geluiden om vuurwerk te verbieden klinken de laatste jaren steeds luider. Vooral inwoners uit stedelijke gebieden ervaren overlast en keren zich tegen de vuurwerktraditie, ziet Frank Hemeltjen van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed. ,,Het is te gemakkelijk om voorbij te gaan aan die kritiek.”
Sinds een paar jaar buigt het centrum zich over de vuurwerkdiscussie en ook zij zien een tweedeling tussen stedelingen en dorpsbewoners. ,,In steden zien we dat het milieuaspect een belangrijke rol speelt in de discussie. Fijnstof wordt in de dichtbevolkte gebieden als veel hinderlijker ervaren. Uiteindelijk wegen de lasten in de stad dan zwaarder dan de opbrengsten.”
Volgens Hemeltjen is de parallel te trekken met discussie rond paasvuren en de zwarte piet. ,,Allemaal tradities die langzamerhand veranderen. Vaak hoor ik mensen zeggen dat het weer een stukje identiteit is dat wordt afgepakt van de mensen. In feite is dat helemaal niet zo. Tradities veranderen, ook die van het vuurwerk. Vroeger staken we vuurwerk af vanwege het dopen van een kind. Dat doen we ook niet meer.”
Mening
Het kenniscentrum faciliteert werkgroepen die de discussie over vuurwerk voeren. Eén ervan is Werkgroep Behoud Consumentenvuurwerk Nederland (BCN). Zij monitoren al jaren de verschillende polls over een vuurwerkverbod. ,,We zien enorme verschillen tussen de stad en het platteland”, weet Rob Snijders van BCN. ,,Wie een stemming houdt op het platteland van Groningen krijgt heel andere uitkomsten dan wanneer Randstedelingen om een mening wordt gevraagd. Bij die laatste groep is veel meer draagvlak voor een verbod.”
De aantrek*kings*kracht om dingen te doen die normaal gesproken niet mogen leeft heel erg op het platteland
De werkgroep denkt te weten waarom. ,,Op het platteland staan mensen veel toleranter tegenover vuurwerk. Ze maken zich niet zo druk. In de dorpen kennen we daarnaast meer tradities waar ook overlast bij komt kijken. Denk bijvoorbeeld aan autocross.”
Jan Sibelt uit Dalfsen heeft het idee dat de vuurwerktraditie in het dorp de laatste jaren steeds intensiever wordt beleefd. ,,De aantrekkingskracht om dingen te doen die normaal gesproken niet mogen leeft heel erg op het platteland.”
https://www.destentor.nl/zwolle/het...p-los-de-stad-moppert-steeds-harder~aaf0f74c/
Jan Sibelt (66) duikt in de archieven van de Historische Kring Dalfsen en haalt een aantal oude foto’s tevoorschijn. ‘Jaarwisseling 1978/1979’, valt te lezen in het onderschrift. ,,Onze dorpse tradities tijdens oud en nieuw”, wijst hij trots. Hij rakelt ze moeiteloos op. ,,Tafelen tijdens oudejaarsavond, wekenlang nieuwjaarswensen overbrengen aan de buren en zelf ‘klappers’ maken in de schuur.”
Op de foto’s uit ’78 staan wagens afgebeeld met daaromheen melkbussen en lege kratten. ,,De sleeptraditie. Dan kiepten we in de oudejaarsnacht een vracht mest voor de ingang van de kerk. Vooral onder boeren erg populair. Net zoals het schieten van carbid, tegenwoordig populairder dan ooit. Hoe dat komt? Een soort vandalisme denk ik, maar met de jaarwisseling mag het. Dat geeft een kick.”
Harde knallen
De vuurwerktraditie leeft op het platteland. ,,Hoe harder de knal, hoe beter”, weet Sibelt. Voor een verbod op vuurwerk zijn dan ook weinig dorpen te porren. Dat blijkt ook uit de enquête onder lezers van de Stentor. De resultaten laten een scherpe tweedeling zien tussen het platteland en de stad. In dorpen als Urk (70 procent), Oldebroek (68 procent) en Dalfsen (65 procent) is de overgrote meerderheid tegen een vuurwerkvrije jaarwisseling.
In steden denken ze daar heel anders over. In Apeldoorn, Deventer, Harderwijk en Zutphen is juist veel verdeeldheid over een verbod.
Oorlog
De uitkomsten verbazen stadshistoricus Clemens Hogenstijn uit Deventer niet. Hoewel vuurwerk tijdens de jaarwisseling vooral na de oorlog opkwam, is de traditiecultuur in de dorpen al honderden jaren oud. ,,Op het platteland was weinig te beleven. De tradities waren een verademing op het rustige platteland, waar weinig vermaak was. Dat gold na de oorlog ook voor vuurwerk.”
Volgens Hogenstijn is traditie een belangrijke pijler om de samenleving in dorpen bij elkaar te houden. ,,De jaarwisseling is van oudsher een heel gebeuren. Buren brachten elkaar nieuwjaarswensen en de rekening van het afgelopen jaar werd vereffend.” Ook noaberschap speelde volgens de historicus een rol. ,,In de stad zat de gemeenschap veel losser in elkaar. Mensen kwamen naar de stad om geld te verdienen. Import noemden we dat. De tradities waren minder belangrijk.”
Het is te gemakke*lijk om voorbij te gaan aan de kritiek van tegenstan*ders
Geluiden om vuurwerk te verbieden klinken de laatste jaren steeds luider. Vooral inwoners uit stedelijke gebieden ervaren overlast en keren zich tegen de vuurwerktraditie, ziet Frank Hemeltjen van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed. ,,Het is te gemakkelijk om voorbij te gaan aan die kritiek.”
Sinds een paar jaar buigt het centrum zich over de vuurwerkdiscussie en ook zij zien een tweedeling tussen stedelingen en dorpsbewoners. ,,In steden zien we dat het milieuaspect een belangrijke rol speelt in de discussie. Fijnstof wordt in de dichtbevolkte gebieden als veel hinderlijker ervaren. Uiteindelijk wegen de lasten in de stad dan zwaarder dan de opbrengsten.”
Volgens Hemeltjen is de parallel te trekken met discussie rond paasvuren en de zwarte piet. ,,Allemaal tradities die langzamerhand veranderen. Vaak hoor ik mensen zeggen dat het weer een stukje identiteit is dat wordt afgepakt van de mensen. In feite is dat helemaal niet zo. Tradities veranderen, ook die van het vuurwerk. Vroeger staken we vuurwerk af vanwege het dopen van een kind. Dat doen we ook niet meer.”
Mening
Het kenniscentrum faciliteert werkgroepen die de discussie over vuurwerk voeren. Eén ervan is Werkgroep Behoud Consumentenvuurwerk Nederland (BCN). Zij monitoren al jaren de verschillende polls over een vuurwerkverbod. ,,We zien enorme verschillen tussen de stad en het platteland”, weet Rob Snijders van BCN. ,,Wie een stemming houdt op het platteland van Groningen krijgt heel andere uitkomsten dan wanneer Randstedelingen om een mening wordt gevraagd. Bij die laatste groep is veel meer draagvlak voor een verbod.”
De aantrek*kings*kracht om dingen te doen die normaal gesproken niet mogen leeft heel erg op het platteland
De werkgroep denkt te weten waarom. ,,Op het platteland staan mensen veel toleranter tegenover vuurwerk. Ze maken zich niet zo druk. In de dorpen kennen we daarnaast meer tradities waar ook overlast bij komt kijken. Denk bijvoorbeeld aan autocross.”
Jan Sibelt uit Dalfsen heeft het idee dat de vuurwerktraditie in het dorp de laatste jaren steeds intensiever wordt beleefd. ,,De aantrekkingskracht om dingen te doen die normaal gesproken niet mogen leeft heel erg op het platteland.”
https://www.destentor.nl/zwolle/het...p-los-de-stad-moppert-steeds-harder~aaf0f74c/