Aankondiging

Collapse
No announcement yet.

Achtergrond informatie vuurwerk

Collapse
X
 
  • Filteren
  • Tijd
  • Toon
Clear All
nieuwe berichten

    Achtergrond informatie vuurwerk

    Vuurwerk is een verzamelnaam voor snel verbrandende, lichtgevende en vaak luid knallende stoffen in papieren hulzen. Vuurwerk wordt meestal afgestoken bij festiviteiten. Militairen gebruiken vuurwerk ook wel voor verlichting van terreinen of het geven van signalen. Vuurwerk is in China uitgevonden. De Chinezen beschikten vanaf de 13e eeuw over buskruit, het belangrijkste bestanddeel van vuurwerk. Vuurwerk vond daarna snel zijn weg naar Europa.

    Soorten vuurwerk
    Er zijn twee soorten vuurwerk: consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk. Consumentenvuurwerk is het vuurwerk dat particulieren mogen afsteken tijdens de jaarwisseling. Binnen het professioneel vuurwerk wordt een categorie theatervuurwerk onderscheiden. Dit is vuurwerk dat, wat de gevaren betreft, sterk lijkt op consumentenvuurwerk. Het Vuurwerkbesluit (Zie Wetten en regels) stelt technische eisen aan consumentenvuurwerk en theatervuurwerk. Er zijn in Nederland duizenden, vaak kleine, bedrijven die aan particulieren vuurwerk verkopen voor de jaarwisseling.
    Alleen deskundigen mogen professioneel vuurwerk afsteken in theaters (bijvoorbeeld rookeffecten) of tijdens vuurwerkevenementen. Een beperkte groep bedrijven houdt zich bezig met dit evenementenvuurwerk (ook wel 'groot vuurwerk' genoemd). Er bestaan geen technische specificaties voor dit (buiten)vuurwerk. Professioneel (buiten)vuurwerk bevat meer werkzame stoffen en is dus zwaarder dan consumentenvuurwerk.

    Subklassen vuurwerk
    De vier subklassen voor vuurwerk zijn:

    Subklasse 1.1: Gevaar voor massa-explosie.
    Subklasse 1.2: Gevaar voor scherfwerking. Er bestaat geen risico voor massa-explosie.
    Subklasse 1.3: Gevaar voor brand, maar weinig gevaar voor scherfwerking.
    Gevaar voor brand en scherfvorming, maar geen gevaar voor massa-explosie.
    Subklasse 1.4: Gering gevaar voor explosie. De gevolgen blijven hoofdzakelijk beperkt tot de verpakking.
    Volgens de nieuwe regels moet consumentenvuurwerk altijd zodanig zijn verpakt dat het kan worden ingedeeld in de subklasse 1.4. Daarnaast blijven voor consumentenvuurwerk de bestaande regels van kracht, waarbij beperkingen zijn gesteld aan de hoeveelheden en soorten werkzame stof.

    Vergunning en Toezicht
    De plaatsen waar vuurwerk wordt opgeslagen en bewerkt vallen onder de Wet milieubeheer. Deze wet behoort tot het beleidsterrein van het ministerie van VROM. Op grond van de Wet milieubeheer moeten vuurwerkbedrijven een milieuvergunning aanvragen als:

    ze meer dan 1.000 kilogram consumentenvuurwerk hebben opgeslagen. Bij minder dan 1.000 kilogram consumentenvuurwerk is geen vergunning nodig, maar moet worden voldaan aan algemene regels. Het bedrijf moet de opslag wel melden aan de gemeente;
    ze professioneel vuurwerk opslaan;
    ze vuurwerk bewerken of vervaardigen.
    De milieuvergunning bevat voorschriften om de veiligheid te garanderen voor omwonenden. De gemeente is het bevoegd gezag voor vuurwerkopslagen tot ten hoogste 10.000 kg consumentenvuurwerk. De provincie is het bevoegd gezag als meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk wordt opgeslagen of opslag van professioneel vuurwerk plaatsvindt. De VROM-Inspectie verzorgt de controle 'in de tweede lijn'. Dat betekent dat de VROM-Inspectie toezicht houdt op de gemeenten en de provincies bij de uitvoering van de Wet milieubeheer.

    De Divisie Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (de vroegere Rijksverkeersinspectie), onderdeel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat houdt toezicht op het vervoer van vuurwerk.

    Grote vuurwerkbedrijven
    Vuurwerkbedrijven met meer dan 50.000 kilogram vuurwerk (exclusief verpakkingsmateriaal) moeten dit melden bij de provincie. Deze bedrijven moeten een actief veiligheidsbeleid voeren. Bedrijven moeten bovendien een veiligheidsrapport opstellen als er meer dan 200.000 kilogram vuurwerk (exclusief verpakkingsmateriaal) aanwezig is. Deze eisen vloeien voort uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999.

    Vuurwerkramp in Enschede
    De vuurwerkramp heeft geleid tot een strengere vuurwerkwetgeving. Dat blijkt uit het nieuwe Vuurwerkbesluit dat het ministerie van VROM heeft opgesteld en dat in 2002 in werking is getreden. Het Vuurwerkbesluit regelt onder meer het in- en uitvoeren, opslaan, bewerken, afleveren, het voorhanden hebben en het afsteken van vuurwerk.
    Vuurwerkbedrijven die professioneel vuurwerk opslaan in een hoeveelheid tot 750 kg netto explosieve massa moeten volgens het besluit gevestigd zijn op minstens 400 meter van woningen, scholen, ziekenhuizen, bedrijven en recreatieterreinen. Deze afstand is minimaal 800 meter voor bedrijven die meer dan 750 kg maar minder dan 6000 kg netto explosieve massa opslaan.Voor de kleinere bedrijven die consumentenvuurwerk aan de man brengen geldt een minimale afstand van 8 meter. Deze bedrijven mogen maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk opslaan. De grotere bedrijven mogen maximaal 50.000 kilogram vuurwerk opslaan in één opslagruimte. Een bedrijf mag meerdere opslagruimten hebben. Voor de grotere bedrijven geldt een minimale afstand van 20 meter. Consumentenvuurwerk dat zich niet meer bevindt in de originele transportverpakking, het zogenaamde onverpakte consumentenvuurwerk, kan intenser branden. De afstand van dit onverpakt vuurwerk kan afhankelijk van de opgeslagen hoeveelheid oplopen tot 48 meter. Vuurwerk mag niet meer in containers worden opgeborgen.

    Sinds het van kracht worden van het Vuurwerkbesluit in 2002 zijn bedrijven die niet (meer) aan de regels konden voldoen, gesloten. VROM houdt niet centraal bij hoeveel bedrijven gestopt zijn en hoeveel er nog over zijn. Wel is bekend dat een aantal bedrijven een schadevergoeding is toegekend om te stoppen met de opslag en de verkoop van vuurwerk. De vergunningen voor de opslag van het zware professionele vuurwerk zijn allemaal ingetrokken; veel bedrijven hebben opslagruimte gevonden in oude Amerikaanse munitiebunkers in Duitsland.

    Vuurwerkbesluit
    Halverwege 2010 staan er twee veranderingen op stapel. De eerste is het gevolg van een richtlijn van de EU. Daarin wordt voor pyrotechnische artikelen, zoals vuurwerk, geregeld dat die voldoen aan veiligheidseisen en verplicht worden voorzien van het CE-keurmerk. Deze en nog een aantal andere eisen uit die richtlijn, moeten vertaald worden naar het Vuurwerkbesluit. Het gewijzigde besluit wordt eind 2009 gepubliceerd en treedt halverwege 2010 in werking.

    De andere wijziging die wordt verwacht, bestaat uit veel relatief kleine wijzigingen die moeten leiden tot een nog beter uitvoerbaar en handhaafbaar besluit. In overleg met de branche en de handhavers zijn aanbevelingen opgesteld die momenteel in wetsteksten worden omgezet. Het is de bedoeling dat dit besluit tegelijk met de wijzigingen als gevolg van de Europese richtlijn ingaat, dus halverwege 2010.

    De overheid denkt dat de vuurwerkwetgeving beter kan worden uitgevoerd, als er zoveel mogelijk bevoegdheden bij één instantie liggen. De provincies verlenen de milieuvergunning voor opslaan en bewerken van professioneel vuurwerk. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de opslag en verkoop van relatief kleine hoeveelheden consumentenvuurwerk. Gaat het om de opslag van meer dan 10.000 kilogram, dan moet de provincie een vergunning afgeven. De VROM-Inspectie functioneert voor zowel professioneel als consumentenvuurwerk als tweedelijns toezichthouder. Dat wil zeggen dat de inspectie toezicht houdt op de gemeenten en de provincies. De regionale brandweer krijgt een adviserende rol bij het verlenen van de vergunningen. De instantie die de milieuvergunning verleent, ziet ook toe op naleving van de voorschriften.
    Voor het afsteken van professioneel vuurwerk is een vergunning nodig. Bedrijven die voor deze vergunning in aanmerking willen komen, moeten in de toekomst beschikken over een certificaat van vakbekwaamheid. De vergunningen voor het afsteken van professioneel vuurwerk behoren ook tot het takenpakket van de provincies. Voor elk evenement voor het afsteken van vuurwerk moet vooraf toestemming worden gevraagd. De provincie kan deze toestemming geven.
    De importeur is niet meer uitsluitend verantwoordelijk voor de etikettering van vuurwerk. Hij moet ook zorgen dat de juiste gevarenklasse staat vermeld op de transportverpakking. De importeur moet schriftelijk verklaren dat de vermelde gevarenklasse klopt en deze verklaring bij de transportverpakking voegen. Hierdoor is makkelijk te achterhalen van welke importeur het vuurwerk afkomstig is.

    Afsteektijden voor vuurwerk
    In het Vuurwerkbesluit is vastgelegd dat men vuurwerk mag afsteken op 31 december van 10 uur 's ochtends tot 2 uur 's nachts. Het kabinet heeft onderzoek laten uitvoeren naar beperkte afsteektijden. Dit naar aanleiding van de omvangrijke schade tijdens de vorige jaarwisseling en de grote hoeveelheden ongeregeldheden, waarbij vuurwerk soms een belangrijke rol vervulde. Het beperken van de afsteektijd – bijvoorbeeld tot alleen de avond – betekent echter dat het verbod overdag gehandhaafd moet worden, wat veel inzet van de politie zou vragen. Dat zou ten koste gaan van het bestrijden van andere overlast en ongeregeldheden. Het kabinet heeft daarop besloten de afsteektijden niet te beperken (zie hiervoor het persbericht van 5 december).

    Zwaarder en luider vuurwerk
    De overheid wil de verkoop van illegaal vuurwerk terugdringen. Vuurwerk dat in Nederland wordt verkocht is volgens liefhebbers minder spectaculair, omdat de Nederlandse wet strenger is dan die in de omringende landen. Nederlanders kopen daarom zelf of via via in België en Duitsland het in Nederland verboden vuurwerk. De overheid hoopt met het aanpassen van de regels deze behoefte aan illegaal vuurwerk te beperken.

    Deze aanpassing van de regelgelgeving houdt in:

    'Cakeboxen' (siervuurwerk) mogen meer kruit bevatten. Hierdoor 'werkt' dit siervuurwerk langer.
    Ook mogen ratelbanden (Chinese rollen) langer zijn, maar de afzonderlijke rotjes in zo'n band mogen minder kruit bevatten, waardoor ze in totaal meer kruit mogen bevatten.
    Dit is het gevolg van de regels die staan in de 'Wijziging regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004' die in oktober 2006 is verschenen. Door de wijziging zijn geen grotere rotjes zoals kanonslagen toegestaan. VROM verwacht dat door deze regels meer (legaal) vuurwerk wordt aangeboden in Nederland dat beter inspeelt op de wensen van de klant, zonder dat daarmee gevaarlijker vuurwerk ontstaat.

    De vuurwerkregels zijn in oktober 2006 aangepast in vervolg op de aanbevelingen uit het rapport Interventiestrategie Verboden consumentenvuurwerk (zie Publicaties) van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM, zie Meer info). Het rapport wil het probleem van illegaal vuurwerk onder meer in dammen door een deel van het illegale vuurwerk te legaliseren. Onderdeel van de nieuwe regels is ook een andere testmethode voor het geluid van vuurwerk. Door deze nieuwe testmethode mag vuurwerk iets meer geluid maken. Het blijft daarbij voldoen aan de eis dat hooguit vijf procent van de omstanders het risico loopt dat hun gehoor beschadigd wordt door knallend vuurwerk.

    Nieuwe eisen aan cakeboxen en ratelbanden
    Volgens de nieuwe regels zijn ratelbanden (Chinese rollen) toegestaan waarvan:

    de knallading bestaat uit zwart buskruit
    elk rotje niet meer dan 0,5 gram kruit bevat
    de rol niet meer dan 2500 gram kruit bevat
    Voor cakeboxen geldt dat:

    ze maximaal 500 gram kruit bevatten (was 200 gram)
    ze per buis maximaal 15 gram kruit bevatten (was ook 15 gram)
    Opslag Vuurwerk met andere goederen
    In (buffer-)bewaarplaatsen mogen tegelijkertijd geen consumentenvuurwerk en andere goederen aanwezig zijn. Dit staat in bijlage 1 van het Vuurwerkbesluit: Voorschriften voor het opslaan, het herverpakken en bewerken van consumentenvuurwerk. Ook het vervoer van vuurwerk samen met andere goederen zoals posters of handdoeken is verboden. Dit staat in de vervoersregelgeving ADR/VLG. ADR betekent 'Accord Europeen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route', VLG staat voor 'Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen'. Meer info: zie Wetten en regels.

    Rol gemeente bij aanpak overlast
    Behalve het handhaven van de bestaande regels kan een gemeente nog een aantal dingen doen. Er kunnen gebieden worden aangewezen waar geen vuurwerk mag worden afgestoken. Denk aan de omgeving van bejaardenhuizen, ziekenhuizen, in winkelcentra etc. Dit moet gebeuren op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

    Ook kan de gemeente in de APV opnemen dat er één of enkele plaatsen binnen de gemeente worden aangewezen waar wel vuurwerk mag worden afgestoken. In de rest van de gemeente is het dan verboden om vuurwerk af te steken. De gemeente kan ook via de APV regelen op welke plaatsen binnen de gemeente vuurwerk verkocht mag worden. Dit kan handig zijn om te voorkomen dat hulpdiensten de opslagplaats niet kunnen bereiken omdat bij voorbeeld de toegangsweg te smal is. Verder heeft de Commissie overlast jaarwisseling veel tips gegeven om de overlast te bestrijden en de jaarwisseling het feest te laten blijven zoals dat bedoeld is.

    Bron : http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8344
    Vuurwerk doet de duivels dansen
Working...
X