DEN HAAG – De Raad van State beslist woensdag of justitie alle informatie vrij moet geven die ten grondslag ligt aan het rijksrechercheonderzoek naar het politieteam dat de vuurwerkramp in Enschede onderzocht. Minister Ernst Hirsch Ballin gaf eerder wel het rapport van de rijksrecherche hierover vrij, maar niet de onderliggende documenten.
De advocaten van twee ex-rechercheurs van het zogenoemde
Tolteam willen dat die stukken openbaar worden.
Volgens advocaat John Peters zitten daarin namelijk ook verklaringen van leden van het Tolteam aan het Bureau Interne Zaken van de politie Gelderland-Midden. Daaruit blijkt dat er destijds is gemanipuleerd met het bewijsmateriaal, aldus Peters.
Als die verklaringen vrij worden gegeven, zal blijken dat er toen bewust een verdachte is gecreëerd”, zegt hij. Met het niet vrijgeven van deze stukken probeert justitie de doofpot volgens hem dicht te houden.
De ex-rechercheurs C. de Roy van Zuydewijn en J. Paalman willen de onderste steen boven. Ze vinden dat de slachtoffers en betrokkenen van de vuurwerkramp inzicht moeten krijgen in het opsporingsonderzoek van de politie destijds. Volgens beiden was dat te veel gericht op André de V.
Het gerechtshof sprak De V. uiteindelijk ook vrij van brandstichting die tot de ramp zou hebben geleid. Een echte veroorzaker van de vuurwerkramp, die op 13 mei 2000 aan 22 mensen het leven kostte, is nog steeds niet gevonden.
Het officiële rapport van de rijksrecherche verwerpt overigens de verdenking van Interne Zaken dat er tijdens het politieonderzoek zou zijn gesjoemeld. „Uit het feitenonderzoek is niet gebleken dat tijdens het onderzoek naar de vuurwerkramp niet integer is gehandeld door de medewerkers van het Tolteam en/of medewerkers van het Openbaar Ministerie”, stelde de rijksrecherche vast. Peters betwijfelt of deze conclusie terecht is getrokken
De advocaten van twee ex-rechercheurs van het zogenoemde
Tolteam willen dat die stukken openbaar worden.
Volgens advocaat John Peters zitten daarin namelijk ook verklaringen van leden van het Tolteam aan het Bureau Interne Zaken van de politie Gelderland-Midden. Daaruit blijkt dat er destijds is gemanipuleerd met het bewijsmateriaal, aldus Peters.
Als die verklaringen vrij worden gegeven, zal blijken dat er toen bewust een verdachte is gecreëerd”, zegt hij. Met het niet vrijgeven van deze stukken probeert justitie de doofpot volgens hem dicht te houden.
De ex-rechercheurs C. de Roy van Zuydewijn en J. Paalman willen de onderste steen boven. Ze vinden dat de slachtoffers en betrokkenen van de vuurwerkramp inzicht moeten krijgen in het opsporingsonderzoek van de politie destijds. Volgens beiden was dat te veel gericht op André de V.
Het gerechtshof sprak De V. uiteindelijk ook vrij van brandstichting die tot de ramp zou hebben geleid. Een echte veroorzaker van de vuurwerkramp, die op 13 mei 2000 aan 22 mensen het leven kostte, is nog steeds niet gevonden.
Het officiële rapport van de rijksrecherche verwerpt overigens de verdenking van Interne Zaken dat er tijdens het politieonderzoek zou zijn gesjoemeld. „Uit het feitenonderzoek is niet gebleken dat tijdens het onderzoek naar de vuurwerkramp niet integer is gehandeld door de medewerkers van het Tolteam en/of medewerkers van het Openbaar Ministerie”, stelde de rijksrecherche vast. Peters betwijfelt of deze conclusie terecht is getrokken
